publicatie

Spanning, april 2008 :: Selecteer niet op centen, maar op talenten

Spanning, april 2008

Selecteer niet op centen, maar op talenten

Tekst: Renske Leijten Foto: sxc.hu

Regelmatig hoor je de vraag: waarom moet de slager meebetalen aan de opleiding van de dikbetaalde advocaat? Waarom maken we van de studiefinanciering geen lening, als studenten die later toch met gemak kunnen aflossen? Deze vraag gaat voorbij aan het feit dat we in het hoger onderwijs ook docenten, gezinsvoogden en verpleegkundigen opleiden. Die mensen gaan helemaal niet zoveel verdienen. Het is dus behoorlijk kortzichtig om de studiefinanciering overboord te gooien. Toch stuurt de PvdA hier op aan.

December vorig jaar suggereerde Plasterk dat de hoogte van het collegegeld best een rol mag spelen bij de keuze om te studeren. Ook vond hij dat teveel studenten na de bachelor een masterdiploma willen halen. Met andere woorden: maak studeren duurder, dan wordt er vanzelf minder gestudeerd. In januari ging PvdA-fractievoorzitter Jacques Tichelaar nog een flinke stap verder. Zet de hele studiefinanciering maar om in een lening, opperde hij. Als dat besluit wordt doorgevoerd, zijn alle mooie woorden over de kenniseconomie een lege huls. Jongeren denken nog wel drie keer na voordat ze gaan studeren als het betekent dat ze 30.000 euro moeten lenen. Niet bepaald sociaaldemocratisch, lijkt mij…

De studiefinanciering voor uitwonenden bestaat uit een basisbeurs van ruim 250 euro gedurende vier jaar. Daar kan amper de huur van worden betaald. Voor studenten met minder draagkrachtige ouders bestaat er nog een inkomensafhankelijke aanvullende beurs die maximaal 228 euro bedraagt. Zelfs als een student het maximum ontvangt, dan is het geen vetpot. Verdere aanvulling kan op drie manieren: als gift van je ouders, door te werken of door te lenen. Studenten lenen niet graag. Meer dan 80 procent gaf, toen het ministerie daar in 2003 een onderzoek naar deed, aan liever meer te gaan werken dan meer te lenen. Maar door meer te werken komt de tijd om te studeren onder druk te staan. Kortom, als je ouders niet bijspringen, wordt het een keuze tussen twee kwaden. Tegelijk wordt het collegegeld verhoogd. Tien jaar lang met 22 euro per jaar. Geen barrière om te gaan studeren, oordeelde de minister, studenten kunnen hun collegegeld immers lenen.

Studenten worden steeds vaker opgejaagd om te gaan lenen. De gevolgen van het leenstelsel zijn te voorspellen. Sommigen besluiten niet te gaan studeren omdat ze hun leven niet willen beginnen met een hoge schuld. Anderen gaan wel studeren en lenen, maar kiezen strategisch voor de opleidingen die een grotere kans op een goedbetaald beroep opleveren. Iemand die niet zoveel verdient kan tot zijn vijftigste met een af te lossen schuld zitten. Iemand die goed verdient zal er sneller vanaf zijn. Niet echt sociaal dus.

Hoger onderwijs moet toegankelijk zijn voor arm en rijk. Juist in een kenniseconomie moeten meer mensen hoger opgeleid worden. We moeten dus geen nieuwe drempels opwerpen, maar bestaande drempels weghalen. Dat kan door de aanvullende beurs te verhogen. Die is bedoeld voor studenten uit een gezin met een laag inkomen. Zo selecteer je niet op centen, maar op talenten.