publicatie

Spanning, april 2008 :: Onderwijs

Spanning, april 2008

Onderwijs

Het onderwijs staat volop in de belangstelling. Het rapport van de commissie Dijsselbloem, de protesten van leerlingen en leraren en het lerarenplan van Rinnooy Kan: het komt allemaal bij elkaar dit jaar. Ondanks het lerarentekort en de hoge werkdruk deed Nederland het altijd goed in internationaal vergelijkingen. Maar die hoge positie staat al een tijdje op losse schroeven. Ergens gaat het mis en daarom is het goed om in deze Spanning dieper in te gaan op het onderwijsbeleid.

De commissie Dijsselbloem levert genadeloze kritiek op twintig jaar onderwijsbeleid. Vernieuwingen werden zonder onderbouwing van bovenaf opgelegd, draagvlak in de politiek was belangrijker dan draagvlak in het onderwijs. Leraren hadden het nakijken: zij mochten het zonder extra investeringen allemaal uitvoeren. Het parlementair onderzoek was hard nodig, maar dwingt ook tot waakzaamheid, want het is de vraag of gevestigde partijen bereid zijn om te leren van fouten uit het verleden.

Het advies van Rinnooy Kan is minstens zo belangrijk. De komende jaren dreigt een dramatisch tekort aan leraren, zowel kwantitatief als kwalitatief. Binnen enkele jaren moeten 100.000 nieuwe leraren gevonden worden, driekwart van de leraren in het voortgezet onderwijs vertrekt. De uittocht van hoger opgeleide leraren is een levensgroot risico voor de kwaliteit van het onderwijs. De oudere eerstegraads-leraren gaan met pensioen en de nieuwe zien het lage salaris en de hoge werkdruk niet zitten. Zij kiezen liever voor een baan in het bedrijfsleven.

De acties van leraren en leerlingen zijn een uiting van hetzelfde ongenoegen. De tekortschietende investeringen – Nederland bungelt qua onderwijsuitgaven onderaan in Europa – leiden tot grote klassen, hoge werkdruk en een ophokplicht. Het is niet voor niets de hoofdconclusie van de commissie Dijsselbloem: de overheid heeft haar taak, het bieden van kwalitatief goed onderwijs, ernstig verwaarloosd. Toch heeft de regering nog geen trendbreuk geforceerd. Minister Plasterk gaat verder op de oude weg met machtige schoolbesturen tegenover leerlingen en leraren die weinig inspraak hebben. Het is het bekende probleem binnen de publieke sector: de uitvoerenden mogen het werk opknappen, het management zorgt vooral goed voor zichzelf.

Het belang van onderwijs is niet te onderschatten, zeker niet in een tijd van globalisering. De arbeidsmarkt verandert razendsnel waardoor het belang van een goede opleiding alleen maar toeneemt. Maar dat niet alleen.

Iedereen profiteert van investeringen in onderwijs: de gezondheid neemt toe, de criminaliteit neemt af. Mensen worden gelukkiger en het leidt tot meer economische groei. Verhoging van de kwaliteit van onderwijs wordt vooral bepaald door de kwaliteit van de leraren. Daarom zijn voldoende hoger opgeleide leraren voor de klas zo belangrijk.

Maar het allerbelangrijkste van onderwijs is zonder twijfel de inhoud: het verwerven van kennis. Vandaar ook dat socialisten veel waarde hechten aan onderwijs. Kennis is macht, omdat je beter begrijpt hoe de wereld in elkaar steekt. Omdat je de omstandigheden beter kunt verklaren en je niet alles kritiekloos hoeft over te nemen. Daarom leidt kennis ook tot tegenmacht, die juist nu zo hard nodig is. “Als het in de samenleving regent, giet het in school”, zei Kees Schuyt ooit treffend. Alle reden om je te verdiepen in dit nummer.