Waarom niet technologie het probleem is, maar mondiaal kapitalisme

Onze smartphones zijn er niet alleen om ons continu af te leiden en geld aan ons te verdienen. Nieuwe technologieën brengen fundamentele veranderingen met zich mee. Die kunnen ons ten goede komen. Maar dan moeten we niet het kapitaal ermee aan de haal laten gaan.

‘Draag uien onder je gezichtsbedekking, of azijn. Dat helpt tegen traangas.’ Een bericht op Facebook, van Tunesische naar Egyptische pleinbezetters, op het hoogtepunt van de Arabische Lente. In Tunesië was de dictatuur van Ben Ali gevallen. De demonstraties in Egypte richtten zich nu tegen Mubarak. De hele wereld keek live mee, op sociale media.

Solidariteitsdemonstratie in Londen met de opstanden in de Arabische Wereld in 2011. (Foto: Shawn Hayward Flickr cc)

‘Sociale media waren essentieel voor het begin van de Arabische Lente’, stelt Khaled Koubaa, voorzitter van de Tunesische tak van de ngo Internet Society (ISOC), in een artikel in The Guardian uit 2011. De protesten begonnen nadat de fruitverkoper Mohammed Bouazizi zichzelf levend in brand had gestoken. De politie verbood hem op straat te werken en pakte zijn handel af, terwijl hij geen andere bron van inkomsten had. Zijn verbranding werd gefilmd en ging via Facebook het land door. 

‘Drie maanden eerder deed een anonieme Tunesiër exact hetzelfde als Bouazizi’, zegt Koubaa. ‘Niemand wist ervan. Het werd niet gefilmd, niet verspreid.’ De beschikbaarheid van de beelden van de verbranding, voor iedereen, eindeloos herhaald op talloze schermpjes – voor Koubaa was dat het element dat mensen de straat op bracht en regimes deed vallen.

Wat jarenlang voor onmogelijk werd gehouden, lijkt door technologische ontwikkeling mogelijk geworden.

Wie de Arabische Lente vanuit sociale media verklaart, zou bijna denken dat er voor Facebook en Twitter geen revoluties mogelijk waren, zelfs geen communicatie op afstand was. Maar de belangrijkste aanstichters van de Arabische Lente kenden elkaar allang, schrijft activist en technologiedeskundige Evgeny Morozov, eveneens in The Guardian. Morozov, afkomstig uit Wit-Rusland, probeerde met Transitions Online technologie in te zetten om autoritaire regimes aan het wankelen te brengen. Hij werd sceptischer over technologische mogelijkheden toen hij zag dat de regimes dezelfde technologie gebruikten om de macht juist te behouden. Inmiddels is hij een bekende denker over technologische ontwikkeling. 

Volgens hem waren de opstanden in de Arabische wereld al jaren voorbereid door een harde kern die – heel klassiek – ondergronds ging toen de vlam in de pan sloeg. Zelfs het overslaan ervan naar andere landen verliep via netwerken, verbonden door eerdere conferenties van internationale activisten. Ons beeld van ‘spontane’ protesten, zegt Morozov, is eerder een projectie van onze eigen ervaring: voor ons waren de protesten onverwacht en we lazen erover via Facebook. ‘In 1989 schreven we dat de Muur mede viel door de invloed van de televisie, en in 1917 dat de Russische revolutie voortkwam uit de telegraaf. Een nieuw medium trekt de aandacht, als we onverwachte wendingen willen verklaren. De structurele factoren worden pas later zichtbaar.’

Meer werken ondanks technologie

Evgeny Morozov plaatst de recente technologische ontwikkelingen in de historische context van het opkomend neoliberalisme. Hij stelt dat iedereen – socialisten en niet-socialisten –  het er wel over eens is dat in de jaren zeventig het democratisch kapitalisme in crisis was. Volgens liberalen doordat werkers te veel eisten, volgens socialisten doordat kapitalisten te weinig investeerden. De kern was dat de mate van winstgevendheid daalde. Kortom, de winsten moesten omhoog om het kapitalisme op de been te houden. Dat gebeurde volgens Morozov onder andere door de macht van vakbonden te breken, de lonen te verlagen (loonmatiging), mensen meer geld te laten lenen, productie naar lagelonenlanden te verplaatsen en door vrij verkeer van informatie onderdeel te maken van investeerdersrechtenverdragen. Dat laatste maakte de snelle digitalisering in het Westen mogelijk en daarmee de opkomst van bedrijven die handelden in informatie en communicatietechnologie. De neoliberale antwoorden op de crisis werkten, voor kapitaal. De winsten zijn omhoog gegaan en het kapitalisme bleef op de been, maar de kosten zijn enorm. Van lage lonen tot de opkomst van extreemrechts.

Harder werken voor minder loon, met behulp van technologie. Plus de onzekerheid of je baan niet over een paar jaar door een robot wordt overgenomen.

‘Het dreigement dat werk verdwijnt, is een prachtige manier om ons vooral goedkoper te laten werken’, schrijft socioloog en filosoof Willem Schinkel in zijn essay De mens als demo. Japan is een van de meest gerobotiseerde landen, maar omdat dood door overwerk er zoveel voorkomt hebben ze er een speciaal woord voor, karoshi. Japan laat zien dat we door robotisering niet vanzelf minder gaan werken. Schinkel: ‘Wat vergeten wordt, is dat we door de moderne technologie steeds meer werken. Vaak ‘buiten werktijd’ en veelal onbetaald.’ 

Facebook is wereldwijd het bedrijf met de meeste werkers – inmiddels 2 miljard mensen – die bijna allemaal voor niks werken. In 2014 leverden de toen nog 1,23 miljard gebruikers van Facebook samen voor bijna 15 miljoen jaar aan gratis arbeid per jaar, meldde The New York Times. Hoe meer data wij op Facebook, Google en Twitter invoeren, hoe meer deze bedrijven van ons weten, en hoe gerichter adverteerders ons er hun producten kunnen aanbieden. Je doet het als je likes uitdeelt of foto’s uploadt tijdens een saai gesprek, vluchtend in je smartphone, op de wc of vlak voor het slapen gaan. Facebook verdient er geld aan door jouw foto’s, vermengd met de meest nauwkeurig gerichte reclames ooit, aan je vrienden te tonen. ‘Een steeds groter deel van ons leven staat in het teken van monetarisering’, merkt Willem Schinkel daarover op. Sinds januari 2017 stegen de 5 grootste techbedrijven, Alphabet (Google), Apple, Amazon, Microsoft en Facebook, 1000 miljard dollar in waarde. Dat is meer dan de som van alle in Nederland geproduceerde goederen en diensten (bbp) à 770 miljard dollar.

Ten dienste van kapitalisme laat technologische ontwikkeling ons vooral meer werken voor minder.

Veranderende bindingen

De ontwikkeling van moderne communicatietechnologie draagt bij aan veranderingen in hoe we met elkaar omgaan. De trein, de auto en het vliegtuig maakten dat we niet meer alleen aangewezen waren op onze buurtgenoten, maar eenvoudiger gelijkgestemden buiten onze buurt op konden zoeken. Met het internet raken gemeenschappen volgens filosoof Jos de Mul gevirtualiseerd. Daardoor heb je altijd contact bij de hand en de keuze uit miljarden mensen en vele gemeenschappen om je bij te voegen. De Mul schrijft: ‘Gemeenschappen en organisaties zijn niet langer aan een geografische plaats gebonden, maar worden dankzij het internet flexibele, virtuele netwerken die zich steeds minder aantrekken van nationale grenzen en wetten.’ Volgens De Mul zijn gemeenschappen mede daardoor vluchtiger geworden en is contact minder verplichtend. Niemand zoekt je thuis op als je niet meer online komt op je favoriete forum. Maar gemeenschappen ontstaan ook gemakkelijker, merkt De Mul op.

De socioloog Mark Granovetter maakte in de jaren tachtig een onderscheid tussen losse en vaste verbanden. Elk mens heeft beide nodig. Losse verbanden gebruiken we vooral om nieuwe informatie en ideeën op te doen. Sociale media werken hiervoor uitstekend. Vaste banden associëren we met vertrouwen. Het zijn de mensen op wie je kunt terugvallen. Vaste banden bestaan ook los van sociale media en ontwikkelen zich vooral daarbuiten, als we niet de beste versie van onszelf kunnen laten zien via afgewogen teksten en foto’s met een filter. Op losse banden alleen bouw je geen beweging. Je hebt juist ook de vaste banden nodig.

In 1960 bestelden vier zwarte studenten in Greensboro (Verenigde Staten) koffie in de lunchroom van warenhuisketen Woolworth, die alleen voor witte mensen was bestemd. Ze bleven erop wachten tot na sluitingstijd, maar werden niet geholpen. De volgende dag waren ze met dertig, nog twee dagen later met honderden. Weer een week later waren de sit-ins overgeslagen naar andere steden – en in de daaropvolgende jaren breidden de acties uit en volgden witte knokploegen, ontvoeringen, arrestaties, brandbommen op zevenendertig zwarte kerken en uiteindelijk de brute moord op drie activisten.

Ogenschijnlijk spontane revoluties, als de sit-ins in de VS maar ook de Arabische Lente, zijn achter de schermen jarenlang voorbereid door een hechte kern vrienden en slagen alleen als iedereen volhoudt als het moeilijk wordt – ook wanneer knokploegen de manifestaties uit elkaar komen slaan. De schrijver Malcolm Gladwell haalt in The New Yorker studies aan waarin onderzocht is wat bepaalt of iemand aan riskant, grensverleggend activisme meedoet. Wat blijkt: de bepalende factor is de hoeveelheid vrienden in de beweging.

Technologische ontwikkeling biedt nieuwe mogelijkheden en grijpt daardoor in op hoe we samenleven. Maar de hechte banden die bijvoorbeeld nodig zijn in een activistische beweging komen niet op Facebook maar een-op-een tot stand.

Technologie ten dienste van vrije gemeenschappen

Via internet worden nieuwe gemeenschappen gecreëerd, die alleen kunnen bestaan omdat internet bestaat. Wikipedia heeft bijna 50 miljoen artikelen in 299 talen, gecreëerd door 70 miljoen gebruikers in 2500 miljoen bewerkingen. Als Wikipedia een bedrijf zou zijn, zou het miljarden waard zijn. Op marxists.org is een enorm archief met teksten van marxistische denkers openbaar toegankelijk, bijgehouden door vrijwilligers van over de hele wereld. Via internet wordt door de open-source-gemeenschap gewerkt aan besturingssystemen voor computers, waaronder Linux. Het is gratis te downloaden en de software is ‘open’: iedereen kan zien wat de broncode is en die bewerken. Dat is een totaal andere ideologie dan die van Windows, dat privaat eigendom is en waarvan alleen Microsoft de broncode heeft en de winsten krijgt. De hacktivisten van Anonymous gebruiken internet voor directe digitale actie tegen de technologie van repressieve systemen. Time zette het collectief bij de meest invloedrijke personen van 2012.

Smartphone en sociale media veranderen ook de organisatie van bestaande groepen. De leerkrachten in het basisonderwijs gaan al jaren gebukt onder een hoge werkdruk en ze krijgen een veel lager salaris dan hun collega’s in het middelbaar onderwijs. Via de vakbonden AOb en CNV lukte het niet om verbetering af te dwingen. Een paar leraren lanceerden daarom buiten de bonden om een manifest en de Facebookgroep PO in Actie. Er verzamelden zich online razendsnel tienduizenden leerkrachten. Zo wisten ze druk te zetten op de regering en op de vakbonden. Het lukte om vrijwel alle scholen een dag dicht te houden en 60.000 leerkrachten op het Malieveld te krijgen. Via streams op Facebook betrekken de initiatiefnemers leerkrachten bij besluiten en leggen ze verantwoording af aan hun achterban.

De Spaanse politieke partij Podemos gebruikt internet in een poging om met honderdduizenden mensen inspraak te organiseren. Iedereen – dus niet alleen leden – kan op Plaza Podemos politieke voorstellen doen en bespreken. De meest gesteunde voorstellen voert de partij vervolgens uit. Een vergelijkbare site is opgestart om voorstellen in de gemeente Madrid te bespreken. Volgens Podemos kan het idee ook op Europees niveau toegepast worden.

Nieuwe technologieën vormen de samenleving op een nieuwe manier. De snelle ontwikkeling van communicatietechnologie heeft veel te bieden, maar we kunnen de gevolgen ervan nog niet helemaal overzien. Het is aan socialisten om de nieuwe mogelijkheden voor de spreiding van kennis, macht en welvaart aan te moedigen. We moeten het monopolie van de grote technologiebedrijven breken en naar manieren zoeken om onze data in eigen beheer te brengen, zegt Evgeny Morozov. Hij wordt naar eigen zeggen vaak als technologiecriticus beschouwd, maar hij is juist vóór internet en vóór technologie. Nieuwe technologie kan ons helpen bij het formuleren van antwoorden op de uitdagingen van de eenentwintigste eeuw, zegt hij. Maar we moeten strijden tegen kapitaal dat technologie inzet om nog meer waarde aan de samenleving te onttrekken. Morozov: ‘Ik ben niet tegen technologie, ik ben tegen mondiaal kapitalisme.’