publicatie

Spanning oktober 2010 :: CO2-opslag: water naar de zee dragen

Spanning, oktober 2010

CO2-opslag: water naar de zee dragen

Eind oktober 2009 was de toenmalige minister van milieu- en klimaatbeleid Jacqueline Cramer aanwezig bij de jaarlijkse bijeenkomst van de assemblee van de Club van Rome in Amsterdam. NASA-wetenschapper James Hansen hield daar een vurig betoog. Hij stelde dat als kolencentrales voor 2030 vervangen moeten worden, CO2-afvang en -opslag (CCS) een fata morgana is. De aanwezigen konden vervolgens hun oren niet geloven toen Cramer aan het woord kwam: “Ik ben het helemaal eens met James!” In werkelijkheid werd onder het kabinet Balkenende-IV het groene licht gegeven voor vier nieuwe kolencentrales, bestempelde Cramer CCS als “schoon fossiel”, een sleuteltechnologie in het kader van haar klimaatbeleid en werd er €120 miljoen subsidie uitgetrokken voor CCS-proefprojecten.

Foto: Siebe Swart / Hollandse Hoogte

Het nieuwe kabinet Rutte-Verhagen lijkt een stuk minder enthousiast over CCS. In het regeerakkoord is een koppeling opgenomen met de vergunningverlening voor een nieuwe kerncentrale. Alleen al die voorwaarde zou de proefprojecten voor jaren kunnen vertragen.

De SP was van meet af aan buitengewoon kritisch over het opbergen van het afval van fossiele elektriciteitscentrales, hoogovens en petrochemische bedrijf in onze ondergrond. De Statenfractie Groningen organiseerde in oktober 2007 een symposium met de titel ‘De broeikas voorbij?’, ter gelegenheid van de plannen om twee kolencentrales te bouwen bij de Eemshaven. Inmiddels zijn beide centrales in aanbouw, zonder CCS en zonder de zekerheid dat die in de toekomst wordt toegevoegd.

Wat zijn onze argumenten tegen CCS?

Het kost nog meer fossiele energie

Welke techniek je ook toepast: het afscheiden van de CO2 uit de rookgassen, het comprimeren en het in de ondergrond persen kost heel veel extra energie. Op dit moment is de schatting: ongeveer 25 procent extra. Voor iedere vier kolencentrales moet je dus een vijfde bouwen om de energie te leveren voor de CCS.

Minstens zo belangrijk zijn de economische effecten op de middellange termijn. Als kolen, olie en gas hard in prijs blijven stijgen – wat waarschijnlijk is – drukt die extra 25 procent fossiele import extra zwaar op onze handelsbalans.

Het is een onbewezen techniek

Er is wereldwijd nog geen elektriciteitscentrale waarin 80 procent van de CO2 uit rookgassen wordt afgevangen. De proefinstallaties die op dit moment draaien vangen hooguit 25 procent van de uitgestoten CO2 van een centrale op.

De meest optimistische prognoses gaan uit van de beschikbaarheid van CCS voor productieinstallaties vanaf 2020. Of de beloften waargemaakt zullen worden moet nog blijken, maar de nieuwe kolencentrales worden nu al gebouwd.

Het legitimeert kolen en zit duurzaam in de weg

Net als kerncentrales draaien ook kolencentrales het meest economisch op vol vermogen. Terugregelen is slechts in beperkte mate mogelijk en gaat in vergelijking met gascentrales erg langzaam. Dat belemmert de groei van duurzame energie, met name wind en zon. Bij duurzame bronnen fluctueert de productie, afhankelijk van de weersomstandigheden en dag/nacht. Op termijn kan deze variatie opgevangen worden door de elektriciteitsnetwerken te verbeteren en de afname van energie af te stemmen op het aanbod. Maar de komende decennia hebben we flexibel fossiel vermogen nodig als spiegelbeeld van het duurzame productievermogen. Kolencentrales zijn inflexibel, al scoort de Magnum kolenvergasser van NUON op dit punt beter dan de drie poederkoolcentrales van de concurrentie.

Het slurpt investeringsruimte

Kolencentrales met CCS zijn veel duurder dan gascentrales. Het extra vermogensbeslag remt de mogelijkheden om te investeren in energiebesparing, efficiency, duurzaam vermogen.

De opslagcapaciteit is beperkt

Voorstanders van CCS suggereren dat we in Nederland zwemmen in de ondergrondse opslagmogelijkheden, zoals lege gasvelden, zoutkoepels en aquifers. Ze menen zelfs dat Nederland kan uitgroeien tot draaischijf voor de CO2-opslag van de landen in noordwest Europa.

Niets is minder waar. Volgens het Amesco-onderzoek is de opslagcapaciteit onder land ongeveer 1.600 miljoen ton. Een onderzoek van Nogepa komt op een capaciteit van 1.100 miljoen toen voor het Nederlandse deel van het continentaal plat. De jaarlijkse productie van grote Nederlandse puntbronnen (die potentieel geschikt zijn voor CCS) is 70 miljoen ton per jaar. Bij dit volume zou de totale opslagcapaciteit binnen veertig jaar vol zitten. Waarschijnlijk is die periode in werkelijkheid nog korter, omdat een deel van de ondergrondse opslagcapaciteit geclaimd zal worden voor toekomstige gasopslag-projecten. En dan zou Nederland ook nog eens de CCS-draaischijf van NW-Europa moeten worden?

Is CO2 opslag gevaarlijk?

Veel mensen zijn bang voor de veiligheidsrisico’s van ondergrondse CO2-opslag. Ze hebben gelijk dat je goed moet uitkijken met dit gas, dat zwaarder is dan lucht en bij hoge concentraties dodelijk is. In situaties waarbij grote hoeveelheden CO2 zouden vrijkomen in een komvormig dal of tussen bebouwing bij windstil weer, zouden omwonenden grote risico’s kunnen lopen.

Een nadere beschouwing leert dat deze combinatie van risico’s bij een goede inpassing en een hoog veiligheidsniveau van de installaties niet kunnen voorkomen bij CCS. De risico’s zijn vergelijkbaar of kleiner dan bij ondergrondse gasopslag, een techniek die in Nederland al regelmatig is toegepast.

Beter idee: nuttige toepassing CO2 en restwarmte

Het geld dat de regering nu in CCS wil investeren kan wat ons betreft beter gestoken worden in nuttige toepassing van CO2 als groeigas voor de glastuinbouw, algenproductie en dergelijke en voor het benutten van de enorme hoeveelheid restwarmte van kolencentrales die nu op de Noordzee en Waddenzee geloosd wordt.

In wetenschappelijke kringen wordt op dit moment nog onderzoek gedaan naar het binden van CO2 aan fijngemalen olivijn (een overvloedig beschikbaar mineraal) en het injecteren van CO2 in de zee, als voedingsstof voor organismen die de CO2 vastleggen. Beide opties lijken maar een fractie van de energie van CCS te kosten. Maar het vrijmaken van grote oppervlakten land voor de reactie van CO2 met olivijn is niet erg plausibel. Meer kans maakt (nuttige) toepassing van CO2 als voedingsstof voor organismen in zee, al zal het omzetten van dit idee in een werkbaar systeem nog heel wat inspanning kosten.


Literatuur

De Argumentenfabriek, Argumentenkaart CO2-afvang en opslag, juni 2010

Documentatie Cato-2 onderzoeksprogramma: www.co2-cato.nl

Amesco, Algemene milieu-effecten studie CO2 opslag, Haskoning, juli 2007

Potential for CO2 storage in depleted gas fields at the Dutch Continental Shelf, Nogepa, juni 2008

David JC MacKay, Sustainable energy – without the hot air, UIT, Cambridge 2009. Ook gratis te downloaden op internet via www.withouthotair.com

‘Opslag van CO2 kan ondergronds plaatsvinden met inachtneming van strenge veiligheidsnormen en lokaal draagvlak. Deze opslag komt pas aan de orde na verlening van de vergunning voor een nieuwe kerncentrale.’

(Regeerakkoord kabinet Rutte-Verhagen, oktober 2010)

Ook rond de smerige kolencentrales is een groen schijnrandje gebreid met het veel te dure, inefficiënte en onzekere *afvangen en opslaan van CO2 http://nl.wikipedia.org/wiki/CO2_opslag. Demonstratieprojecten van Shell in een Noors olieveld en van BP in Schotland http://www.theherald.co.uk/news/news/display.var.1421398.0.0.php> zijn afgeblazen, en in de USA trok de overheid zijn handen af van de FutureGen http://www.futuregenalliance.org kolencentrale met CO2-afvang en -opslag. Ik zie een nieuwe Betuwelijn.’*

Wouter Schatborn, oud-directeur ECN <http://www.ecn.nl/> (Utilities, 2008/5)

Waar bestaan plannen voor CCS?

Shell wil CO2 uit zijn raffinaderij in Pernis in de grond stoppen in twee lege gasvelden bij Barendrecht. Een joint venture van E.on en Electrabel ontwikkelt het ROAD-project, waarbij een deel van de CO2-emissies van de nieuwe kolencentrale op de Maasvlakte in een oud gasveld op de Noordzee geïnjecteerd wordt. B-IV heeft al ˇ150 miljoen subsidie toegezegd voor ROAD, naast ˇ180 miljoen subsidie van de EU.

En in Noord-Nederland zijn RWE en NUON/Vattenfall, die beiden een kolencentrale bouwen aan de Eemshaven, op zoek naar ondergrondse opslagruimte voor een grootschalig demonstratieproject in het grensgebied van de provincies Groningen en Drente.