publicatie

SP Tribune 03/2005 :: Kinderen van de rekening

Tribune, 18 maart 2005

Kinderen van de rekening

Tekst: Ronald Kennedy, Foto's : Henk Weltevreden

Geboren in Nederland, liefdevol verzorgd door pleegouders en toch: verblijfsvergunningafgewezen – vertrektermijn 28 dagen. Het relaas van de negenjarige Ngudi, opgeschreven door haar pleegvader in het zowel aangrijpende als luchtige boek Congo Blues.

Ngudi is een kind als elk ander. Ze is leergierig, een tikkeltje brutaal, houdt van Barbies en tekenen. Ze werd negen jaar geleden geboren in Stadskanaal, maar praat nu met een Rotterdamse tongval. Sesamstraat en Sinterklaas horen bij haar leven. Toch is ze anders. Haar pech is namelijk dat ze geboren is in een asielzoekerscentrum. Haar Congolese moeder bleek niet in staat haar kinderen op te voeden en werd uiteindelijk uit de ouderlijke macht ontheven.

Ngudi’s levensverhaal wordt zeer indringend, doch verteerbaar, beschreven in het boekje Congo Blues van Henk Weltevreden. De Rotterdammer en zijn vrouw zijn al zeven jaar de pleegouders van Ngudi. ‘Natuurlijk hecht je je aan zo’n kind. Toch hielden we in het begin bewust wat afstand. Ngudi noemt ons geen mamma en pappa, gewoon Johanna en Henk.’

Bij Ngudi breekt langzaam maar zeker het besef door dat ze anders is dan andere kinderen op het schoolplein. Ze is stateloos. Of in de belevingswereld van een kind: ze mag niet naar Eurodisney. Want dat ligt in het buitenland. Ngudi snapt niet dat haar schoolgenootje Abelkader, die slecht Nederlands spreekt en niet hier geboren is, twee paspoorten heeft en zij geen.

’Wat voor mensen schrijven dit soort brieven?!’

Ngudi is op-en-top Hollands. De pleegvader schetst daar liefdevol een beeld van. ‘Het is de zomer van 2004, EK Voetbal. De woonkamer zit vol familie voor Nederland-Letland. Ngudi heeft ook oranje kleren aangetrokken, al vindt ze voetbal maar stom. Tijdens de wedstrijd loopt ze naar buiten. Met krijt kalkt ze in koeienletters op de stoep: Huup Holant. Boehh Lidlant. Dat beeld vergeten we nooit meer. De hele familie stond met een brok in de keel te kijken naar dat lieve kind met die rastavlechtjes onder de oranjepet. Op zo’n moment zou je willen dat Rita Verdonk er bij was. Hoe bedoel je inburgering?’

En dan de harde realiteit, een paar weken later. Een brief van de IND, de immigratie- en naturalisatiedienst. ‘Afgewezen’, staat er bovenaan. De ambtenaar sluit zijn standaardbrief kil af met het standaardzinnetje ‘Vertektermijn 28 dagen.’ Weltevreden heft zijn handen in de lucht: ‘Wat voor mensen schrijven dit soort brieven? Ik ben pacifistisch ingesteld, maar die ambtenaren heb ik herhaaldelijk wat toegewenst, hoor. Het zijn robots die gewetenloos orders uitvoeren. Kafka 2005!’

Als het aan de IND ligt, moet Ngudi ‘terug’ naar Congo – waar ze nog nooit geweest is. Een land waar onlangs negen VN-soldaten zijn doodgeschoten, waar de anarchie regeert en onlusten aan ongeveer 3,8 miljoen mensen het leven hebben gekost. Het is zelfs voor internationale waarnemers onduidelijk wie er tegen wie vecht. De Nederlandse ambassade is voortdurend gebarricadeerd; de ambassadeur verplaatst zich in een gepantserde auto. Congo is ook een land waar dagelijks honderden kinderen van Ngudi’s leeftijd bruut worden verkracht.

Het ambtsbericht over Congo (DRC) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken verhaalt onomwonden over kindsoldaten, misbruik en straffeloosheid. Conclusie van het document: ‘De mensenrechtensituatie in de DRC is onveranderd slecht.’ Toch stellen IND en Verdonk: ‘Congo is veilig.’

‘Dat is een puur politiek besluit,’ meent Mieke Rang van informatiecentrum Docu Congo. ‘Met de uitspraak kunnen ze asielaanvragen afwimpelen. De rechters moeten oordelen op de aanname dat Congo veilig is. Met de werkelijkheid heeft het niks te maken.’

Wie wordt uitgezet, wacht een onzeker lot, weet Rang. ‘De Congolezen worden in het vliegtuig begeleid door escorts en geboeid aangeleverd. Niet zo vreemd dat ze in hun eigen land daardoor als criminelen worden gezien, en behandeld. Ze worden gemarteld, beroofd van hun bezittingen en gevangen gezet.’

’Congo veilig? Ik zou graag een werkbezoek van de minister aan deze hel filmen’

Weltevreden, in het dagelijkse leven schrijver en documentairemaker, besloot vorig jaar zelf af te reizen naar Congo. Hij wilde zien waar de moeder van Ngudi en mogelijk ook zijn pleegkind terecht zouden komen. Hij trof een wetteloze samenleving aan, geregeerd door het ongeschreven grondrechtartikel: Débrouilliez vous. Oftewel: zoek het maar uit. Pakken wat je pakken kan. Dat werd al duidelijk op het vliegveld waar Weltevreden aan de beruchte DGM (Direction Generale de Migration) vijfhonderd dollar boete moest betalen voor het invoeren van een microfoon. ‘Ze verzinnen echt alles om geld uit je zak te kloppen. Als je al een papiertje zou hebben voor de microfoon, vragen ze je om invoerpapieren voor de kabeltjes. Jatten, roven en bedriegen, het is in Congo een manier van overleven. Dat wordt van jongs af aangeleerd. Nee, ik kan me niet voorstellen dat onze Ngudi zich daar staande houdt. Die weet – Hollands kind als ze is – alleen hoe je de tv en de video aanzet.’

Tijdens zijn verblijf in Congo werd Weltevreden bijna gelyncht door een woedende menigte. Naar aanleiding daarvan schrijft hij in Congo Blues: ‘Kinshasa. Het is een hel. Ach, wat zou ik graag een werkbezoek van Tweede Kamerleden met de minister filmen, aan deze hoofdstad, met als thema: Congo is veilig.’

‘Al die bureaucratie en de mensen die alles in twijfel trekken. Het is een ramp!’

Ngudi is geen uitzondering. In het oosten van het land spreken we een pleegmoeder die twee Congolese jongens heeft grootgebracht. ‘Nu gaat het heel goed,’ zegt ze met gepaste trots. ‘De oudste heeft het staatsburgerschap. Hij studeert en werkt hard. Binnenkort gaat hij naar het HBO. De jongste heeft een voorlopige verblijfsvergunning en doet het redelijk op school. Hij blinkt uit in zijn sport.’ De jongens, broers, kwamen naar Nederland als alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama’s) nadat hun ouders slachtoffer werden van het geweld in hun land. ‘Daar praten ze niet over, en dat hoeft ook niet. Uit respect voor hun ouders zal ik ze nooit mama laten zeggen. Toch zijn het gevoelsmatig je kinderen’

De pleegmoeder voerde een jarenlange strijd voor een verblijfsvergunning. ‘Al die bureaucratie, het is een regelrechte ramp. Altijd is er wel iets. Ik heb echt maanden in angst geleefd dat ze weer terug moesten. Het is verschrikkelijk om die kinderen in de rechtszaal te zien, behandeld als misdadigers. Dat doet pijn. En dan die IND-functionarissen die alles in twijfel trekken wat er gezegd wordt. Walgelijk.’

Hoe harteloos het asielbeleid kan zijn, merkte ook het zevenjarige Congolese jongetje Jonathan. De asielaanvraag van zijn vader, een pastoraal werker, was afgewezen. Vorig jaar werd Jonathan daarom vrij letterlijk door de vreemdelingenpolitie uit de schoolbanken gelicht. Samen met z’n vader moest hij naar vertrekcentrum Zestienhoven in Rotterdam. Officieel geldt daar een maximaal verblijf van 28 dagen. Het werden bijna zes maanden. Achter prikkeldraad en onder een ‘sober regime.’ Daags voor kerst werden vader en zoon pardoes op straat gezet. Hun lot is onbekend. Naar verluid wordt Jonathan opgenomen in een pleeggezin. Zijn vader heeft opnieuw een verblijfsvergunning aangevraagd.

In Congo Blues schets Weltevreden twee uitersten: aan de ene kant de ongeorganiseerde chaos van Congo en aan de andere kant de overgeorganiseerde chaos bij de IND, Pleegzorg en stichting Nidos die volgens de wet optreedt als voogd van de asielpleegkinderen. ‘Zéven maanden had Nidos nodig om een formuliertje in te vullen. Eerst vergeten ze een handtekening van de directeur, en vervolgens vullen ze de verkeerde voor- en achternaam in. Het lijkt wel pesten. Of is dit non-professionaliteit?’ Hierdoor wijst de IND het verzoek af. ‘De persoon waarvoor een vergunning is aangevraagd bestaat immers niet.’

Hij verwoordt kernachtig de onmacht van pleegouders: ‘Vierenhalf jaar zorg je dag en nacht voor een kind. Van poepluier tot eerste fiets. Maar een papiertje invullen, een handtekening zetten onder een aanvraag voor een verblijfsvergunning? Nee, dat doet Nidos. Die zijn professioneel.’

Weltevreden en zijn vrouw besluiten uiteindelijk een advocaat in de arm te nemen. De hele familie sprokkelt het geld bij elkaar. ‘Binnen zes maanden slaagt de advocaat waar Nidos jaren faalde: Ngudi krijgt een tijdelijke verblijfsvergunning. Een groot deel van de onzekerheid is hiermee verdwenen. Toch duurt het nog vijf jaar voordat de vergunning mogelijk omgezet kan worden in Nederlanderschap. Ondertussen kan er nog altijd van alles gebeuren. Een nog strenger kabinet lijkt me vrijwel onmogelijk. Maar toch blijft die knagende onzekerheid.’ Tot die tijd mag Ngudi niet naar Eurodisney. Het blijft bij een vakantie op de waddeneilanden, waar Weltevreden een wrange verspreking van zijn pleegdochter noteert: ‘Kijk, Amaland!’

Congo Blues is opgedragen aan ‘alle Ngudi’s’. Weltevreden: ‘Natuurlijk hebben de biologische ouders gekozen voor hun komst naar Nederland. Aan de andere kant laat de Nederlandse overheid ze te lang in onzekerheid. De kinderen worden groter en dan is het onhumaan om ze nog uit te zetten. Strijk eens over je hart en geef ze een paspoortje. Generaal pardon. Waarom niet?’ l

Congo Blues, uitgeverij RVU, is verkrijgbaar in de boekhandel voor 12,50 euro, of via www.henkweltevreden.nl

De politiek en Ngudi

Ten einde raad schrijft Henk Weltevreden vorig jaar alle politieke partijen over zijn pleegdochter. Hij krijgt vrijwel onmiddellijk reactie van SP-Kamerlid Jan de Wit. Die vervolgens aan minister Verdonk een halfslachtige toezegging ontlokt. ‘Ik zal heel serieus omgaan met de belangen van de pleegkinderen,’ belooft ze.

Het verhaal van Ngudi komt op de weblog van Jan Marijnissen en leidt tot meer dan vijfhonderd reacties. In april 2004 roept minister Verdonk in het tv-programma Raymann is Laat asielpleegouders op een brief te schrijven. Weltevreden waagt het erop en de minister reageert persoonlijk. Met excuses voor de trage procedure. Ngudi wordt officieel schrijnend geval nummer 2335, maar krijgt nog geen verblijfsvergunning.

Voor alle pleegouders van Nederland is in januari een klein succesje geboekt. Jan de Wit wist namelijk het blokkaderecht voor pleegouders van asielkinderen vast te leggen. Dit betekent dat ook pleegouders van asielpleegkinderen, na een jaar voor het kind gezorgd te hebben, kunnen voorkomen dat hun pleegkind wordt overgeplaatst.

Inhoud