publicatie

SP Tribune 03/2005 :: Jong in de SP

Tribune, 18 maart 2005

Jong in de SP Onder het motto ‘Jong in de SP’ zal de Tribune regelmatig aandacht besteden aan jong, actief talent in de partij.

Limburgs jongste Statenlid Felix van Ballegooij:

‘Er is iets gaande onder jongeren’

Dat hij ooit publiekelijk een VVD’er zou prijzen, had hij nooit gedacht. En een kopstoot van een paard behoorde ook niet echt tot zijn verwachtingen. Felix van Ballegooij is met zijn vierentwintig jaar het jongste Statenlid van Limburg. Nu, op de helft van zijn eerste statenperiode, blikt de SP’er terug en vooruit. ‘Jongeren hebben absoluut een meerwaarde in de politiek.’

Tekst: Rob Janssen, Foto's : Widdershoven

‘Als er op een feestje na een tijdje extra pilsjes naar mij toe worden geschoven, weet ik hoe laat het is. Dan moet ik mijn mond gaan houden over politiek. Misschien is dat maar goed ook. Op een gegeven moment moet je het ook van je af kunnen zetten.’ Felix van Ballegooij uit Roermond beschouwt politiek als een belangrijk deel van zichzelf. ‘Ik ben al vanaf 1997 lid van de SP. Ik wilde meedoen, invloed hebben op de maatschappij. En ik had behoefte aan duiding van alle informatie die de media over ons uitstorten.’

Twee jaar geleden belandde hij op een verkiesbare plaats op de Limburgse kandidatenlijst en inmiddels is de 24-jarige student een vaste, betrouwbare kracht in de vierkoppige SP-fractie. En hij vindt het leuk. ‘Veel mensen denken dat het maar een stoffige, suffe bedoening is in de provincie. Vaak klopt dat ook wel. Maar je hoeft helemaal niet mee te doen aan suffe discussies, vind ik. Probeer zélf de agenda te bepalen en maak het zélf interessant en leuk.’ Dat hij de jongste in het veld is, heeft volgens hem eerder voordelen dan nadelen. ‘Je kunt je bijvoorbeeld tijdens een debat wat uitdagender opstellen dan een ouder iemand. Maar veel belangrijker is, dat je een verfrissende visie naar voren kunt brengen.

Als je jong bent, heb je ook jonge ideeën. Neem nou het thema jongerenparticipatie, wat de provincie Limburg tot speerpunt heeft gebombardeerd. Dan komt er een vuistdikke college-analyse op tafel en wordt er in een commissievergadering ellenlang over gepraat. Maar ik merk dan, dat veel politici geen benul hebben van wat er speelt onder jongeren. En dus ook niet weten waaróm jongeren in de regel niet erg geïnteresseerd zijn in de politiek. Dat zijn voor mij dan uitgelezen kansen om mijn geluid te laten horen. In mijn fractie krijg ik daar volop de ruimte voor, maar bij andere partijen is dat een stuk minder. Dat betekent, dat jongeren zich nog veel meer moeten emanciperen in de politiek. Jongeren dienen vaak enkel als paradepaardje van partijen en worden nog te weinig serieus genomen. Wat natuurlijk onzin is, want als jongere heb je net zo goed voeling met de maatschappij. Maar vaak zie je, dat jongeren in de politiek op een positie geschoven worden waar ze zo min mogelijk schade kunnen aanrichten. Met andere woorden: het feit dat ze hoog op de kandidatenlijst stonden, was alleen maar een mooie verkiezingsstrategie. Slechte zaak. Áls je al wil uitstralen dat je ook de partij van jongeren bent, moet je ze ook inschakelen. Dat zie je nog veel te weinig.’

Van Ballegooij bezocht het VWO en de MEAO en werkte vervolgens bij een adviesbureau en een software-bedrijf. Momenteel volgt hij een opleiding voor docent maatschappijleer. In zijn spaarzame vrije tijd sleutelt hij graag aan zijn grote trots: een Vauxhall Viva uit 1965. En een paar dagen per maand zijn gereserveerd voor zijn vriendin Kim-Lan, die in Frankrijk woont. De SP’er spreekt vloeiend Frans en ontmoette haar tijdens een vakantie.

Jongeren hebben het niet gemakkelijk, onderkent hij. De perspectieven op het gebied van wonen, leren en werken zijn voor hen momenteel niet erg rooskleurig te noemen. ‘Maar er is iets gaande. Ik voel een tegenreactie onder de jongeren. Ik merk dat zij hun verantwoordelijkheid voor de maatschappij steeds meer beginnen op te pakken en zich buiten de politiek op andere manieren beginnen te organiseren. Voorbeeld. In Limburg is een groep jongeren bezig met het oprichten van een stichting die de hiphop-cultuur wil bevorderen. Zoiets vind ik erg goed; hiphop bloeit. En dan bedoel ik niet de Amerikaanse shit op MTV die alleen maar gaat over dikke auto’s en blote meiden. Nee, bij de Nederlandse hiphop die ik bedoel, proberen jongeren hun maatschappelijke boodschap te uiten in hun teksten, waaraan anderen dan weer houvast kunnen hebben. Dus niks geen commercieel gelonk naar platenmaatschappijen. Nee, engagement, beweging, protest. Dat duidt op nieuwe betrokkenheid bij de samenleving onder jongeren. En het is nou eenmaal zo, dat jonge politici zulke signalen veel eerder oppikken dan oudere collega’s. Dat is absoluut hun meerwaarde.’

Toch ontmoet het jeugdige elan van Felix van Ballegooij ook kritiek. Tijdens de massale vakbondsdemonstratie op 2 oktober in Amsterdam was hij op tv-zender L1 te bewonderen met een spandoek waarop stond: ‘Weg met dit kutbeleid’. Menigeen vroeg zich toen af: moet dat nou zo? ‘Ja, dat moet zo,’ antwoordt hij stellig. ‘Toegeven, ik zou in een debat nooit kut zeggen. Maar buitenparlementair bij zo’n demonstratie denk ik: laat maar een keertje gaan. Jongeren praten nou eenmaal zo. Dus om ze aan te spreken en wakker te schudden, ben ik wel bereid om dat onchristelijke woord een keertje te gebruiken. Kom op, iedereen zegt het wel eens.’ Ook kreeg hij tijdens een actie eens een kopstoot te verwerken. Van een paard nota bene. ‘Ja. Dat was bij de tegendemonstratie tijdens de OVSE-top in Maastricht, waar Colin Powell ook aanwezig was. De bereden politie voerde toen een charge uit op de demonstranten. En ik stond met mijn SP-vlag helemaal vooraan. Vandaar.’

Ondanks de acties, de spandoeken en de vlaggen is Van Ballegooij zich bewust van de noodzaak van parlementair realisme. ‘In de twee jaar dat ik nu statenlid ben, heb ik wel gemerkt dat je lang niet altijd je zin krijgt. Je hebt te maken met allerlei tegenkrachten, en bent gedwongen om te denken vanuit de bestaande situatie. Als je alles afwijst waarin je je niet honderd procent kunt vinden, dan ben je alleen maar zuur en bereik je niet veel. Het gaat erom zo dicht mogelijk bij je einddoel te komen. Het kan best, dat je met heel veel inzet maar de helft binnenhaalt. Of alleen maar de scherpe kantjes van een slecht voorstel afhaalt. Dan is dat het maximale op dat moment. Wat niet wegneemt, dat sommige zaken voor ons onbespreekbaar zijn. Salarisverhoging voor Statenleden? Weg ermee! De kaasschaaf op het openbaar vervoer? Dacht het niet! Maar in principe probeer ik positief het debat in te gaan en te halen wat er te halen valt. Met een puur afwijzende houding sluit je jezelf alleen maar af van de rest. Laatst vroeg iemand me wie ik de beste niet-SP’er in de Limburgse Staten vond. Ik zei: Vincent Zwijnenberg van de VVD. Serieus.

Hij bedrijft eerlijke politiek, is duidelijk en strijdt op inhoud. Dat is ook mijn stijl. En ja, politiek gezien zitten we op een heel andere golflengte en vroeger zou het waarschijnlijk niet in me opgekomen zijn om een liberaal te noemen. Maar ik ben wel iemand die mensen beoordeelt op wie ze zijn en hoe ze handelen.’

Inhoud