publicatie

SP Tribune 03/2005 :: Harry van Bommel

Tribune, 18 maart 2005

Harry van Bommel

‘Je kunt deze wereldwijde economische processen helemaal afpellen en dan kom je hier in Den Haag uit.’

Nederland mag zich binnenkort uitspreken over een Europese Grondwet. Wordt het een volmondig ja zoals kort geleden in Spanje? Als het aan Harry van Bommel ligt niet.‘Ik denk dat wij, als tegenstanders, dit referendum kunnen winnen,’ zegt de buitenlandwoordvoerder van de SP in de Tweede Kamer. Een gesprek over buitenlandse aangelegenheden met een nadrukkelijk oog op het binnenland.

Het moet jou, als woordvoerder buitenland voor de SP in de Tweede Kamer, goed doen dat het thema van het komende congres op 28 mei De SP en de wereld is.

‘Zonder meer. Er is in Nederland veel aan de hand, maar dat heeft alles te maken met wat er in de wereld gebeurt. Zeker sinds de grote terroristische aanslagen van Madrid, Bali en Amerika is er sprake van een toegenomen besef bij de fractie en de partij dat de wereld een dorp is geworden. Een dorp waarin alles en iedereen met alle ontwikkelingen in de wereld te maken heeft.’

Kan je dat concretiseren?

Of je het nou hebt over armoede, ziekte of globalisering en terreur, het hangt allemaal met elkaar samen. Kijk naar Europa. De Europese Unie heeft de afspraak dat wij in 2010 de meest concurrerende economie ter wereld moeten zijn. Dat betekent dat er op sociaal gebied enorm gesneden gaat worden. Dat de overheid veel minder middelen ter beschikking krijgt om te investeren in de publieke sector; in het onderwijs, in de gezondheidszorg. Een reeks van bezuinigingen komt voort uit dat beleid. Het komt direct voort uit de opdracht dat Europa die positie moet bereiken. Europa gaat de slag aan met Amerika, India en China. Dat zal van grote invloed zijn op het beleid in de lidstaten van de EU. Dat wordt een beleid dat mensen meer aan hun eigen lot over laat. Mensen zullen later met pensioen gaan, meer uren per week gaan werken en de sociale zekerheid zal verslechteren. Je kunt deze wereldwijde economische processen helemaal afpellen en dan kom je hier in Den Haag uit.’

Wat wordt de inzet van dit congres, afgezet tegen deze beschouwing?

‘We proberen al deze processen met elkaar te verbinden. In dit congres zullen we proberen aan te tonen dat het mondiale, het Europese en het nationale direct verband houdt met elkaar.’

Dat is nogal ambitieus!

‘Absoluut. Maar het is altijd ons verhaal geweest, zowel binnen als buiten de Tweede Kamer, ook in de boeken van Jan Marijnissen. Deze processen hebben alles met elkaar te maken. Oorlog en armoede zijn geen natuurrampen maar verschijnselen die voortvloeien uit het beleid dat wereldwijd gevoerd wordt. Het is van groot belang dat te onderkennen. Doe je dat niet dan zul je ook geen mogelijkheden zien om die problemen bij de wortel aan te pakken. En dat is precies wat onze politieke tegenstanders ons willen doen geloven; dat oorlog en armoede onvermijdelijk zouden zijn. Onzin!’

Kun je stellen dat dit congres erg afwijkt van eerdere congressen?

‘Dit is een breuk met het verleden. Een breuk in de zin dat wij bij vrijwel alle voorgaande congressen veel te veel met onszelf als SP bezig zijn geweest als SP. Natuurlijk is dat ook een hele tijd nodig geweest want de SP heeft een hele transformatie doorgemaakt; we zijn een open partij geworden met veel meer democratie en onze leden mogen volwaardig meepraten én beslissen. En het is ook goed dat wij die slag gemaakt hebben. We hebben onze beginselen gemoderniseerd en onze uitgangspunten hebben we bij herhaling opnieuw vastgesteld. Dat was allemaal nodig maar we hadden in dezelfde periode wel iets meer aandacht mogen besteden aan de wereld om ons heen, de wereld buiten Nederland. De ambitie lag er wel, maar we konden dat wellicht wat minder waarmaken.’

In hoeverre moet de partij dat zichzelf verwijten?

‘Niet, denk ik. Zeker in de jaren tachtig met alle bezuinigingen onder Lubbers en de jaren negentig onder Paars was er ook alle aanleiding toe om nationaal bezig te zijn. Ook omdat er in die periode een nieuwe sociaal-economische lijn ontstond die door de sociaal-democratie werd verdedigd. Deze derde weg, naast socialisme en liberalisme, bleek de neoliberale weg te zijn. Kiezers zijn in die periode en masse belazerd. Daar ligt het grote verraad van de sociaal-democratie. Wij hebben als partij de verantwoordelijkheid genomen om dat aan de kiezers duidelijk te maken. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat we blind waren voor het buitenland. We hebben de Britse mijnwerkers gesteund, we hebben het ANC geholpen bij de allereerste verkiezing waar ze aan deel konden nemen en tal van andere zaken hebben we opgepakt. Maar het was wel allemaal wat meer projectmatig.’

Wanneer ben jij tevreden over het komend congres?

‘Congresgangers moeten tevredenheid voelen over de besluiten die daar genomen worden. We gaan het congres een fors aantal concrete besluiten voorleggen, wat ook direct de oriëntatie van de SP op het buitenland bepaalt. Maar ik hoop vooral dat mensen daar enorm gemotiveerd vertrekken aan het einde van de dag. Met een gevoel van ‘dit is mijn partij met oog voor heel de wereld’.

Hoe vaak heb jij de afgelopen periode uit moeten leggen waarom de SP tegen het uitzenden is van commando’s naar Afghanistan?

‘Dat valt wel mee. Ik heb het een paar keer uit mogen leggen want volksvertegenwoordiger zijn, zie ik als een grote eer. De meest duidelijke samenvatting van ons standpunt is dat die tweehonderdvijftig mariniers geen terroristen gaan bestrijden maar oorlog voeren. In het kader van het begrip zelfverdediging mag Amerika na elf september oorlog voeren in Afghanistan. Maar oorlog is geen effectief antwoord op terrorisme.’

Het doel van deze actie is het bestrijden van terrorisme. De wereld is in oorlog met het terrorisme. Dat kun je dan toch ook zien als een vorm van zelfverdediging?

‘Bij elke inzet van geweld moet afgevraagd worden of het legitiem is, of het proportioneel is en ten derde of het effectief is. Volgens het handvest van de VN is het legitiem, maar voor hoelang geldt dan nog dat we zelfverdediging kunnen opvoeren als excuus om daar oorlog te voeren. Proportioneel? Er zijn in Afghanistan op het moment achttienduizend Amerikanen bezig met gevechtsacties. Volgens de NAVO gaat het om enkele honderden strijders van Al Kaida en Taliban. Nu gaan er tweehonderdvijftig Nederlandse militairen naar toe. De toegevoegde waarde is militair gesproken nagenoeg nul komma nul. Het is daarmee niet zozeer een militaire bijdrage. Maar veel meer een politiek gebaar naar de Amerikanen zodat zij kunnen zeggen dat er sprake is van een heuse internationale coalitie.’

Gezien de discussie met het kabinet over dit onderwerp moet jij je als Kamerlid bijzonder gefrustreerd voelen!

‘Ik heb in de Kamer meermalen naar de resultaten gevraagd van de oorlog in Afghanistan. Worden er wel terroristen gearresteerd? Wat wordt er gebombardeerd? Vallen er burgerslachtoffers? Maar het geheime karakter van deze missies maakt dat daar helemaal niets over wordt gezegd. De regering zegt: we gaan het doen, we gaan er over discussiëren met de Kamer maar de mening daar interesseert ons eigenlijk niet. Het is onze bevoegdheid. Ook over de resultaten zeggen we niks. Als Kamerlid krijg ik niks te horen. Ik vind het een ongehoorde zaak. Kennelijk geldt in Nederland de regel dat de Kamer over vredesmissies gaat en het kabinet over oorlog. Dat kan toch niet?’

Even naar de andere kant van de wereld. Kort geleden ben je, in navolging van Jan Marijnissen op werkbezoek geweest in Brazilië. Met welk doel?

‘Het doel was tweeledig. Enerzijds deelname aan het Wereld Sociaal Forum en het Wereld Parlementair Forum en anderzijds het verstevigen van de contacten met de PT, de partij van de progressieve president Lula. Samen met Hans van Heijningen heb ik bij het WSF vooral deelgenomen aan activiteiten die zich richten ontwikkelingssamenwerking: kritiek op de Wereldbank omdat die het proces van komen tot eerlijke handel en eerlijke ontwikkeling in de Derde Wereld verstoordt en soms zelfs verhindert. We hebben deelgenomen aan debatten en hebben kennis genomen van de politiek van Lula, zijn ook een dag met mensen van de PT op pad geweest. De voorzitter van de PT sprak tijdens het Parlementair Forum en bij een andere gelegenheid hebben we president Chavez van Venezuela kunnen beluisteren. In Brazilië hebben we van dichtbij kunnen zien hoe de politiek van Lula een alternatief probeert te vormen voor de rauwe neoliberale economie van de rijke landen die gericht is op het wegnemen van handelsbarrières en het binnendringen van markten van de Derde wereld. Lula richt zich vanuit een progressieve kijk op handel en relaties in de wereld op een andere politiek: hij doet concrete voorstellen om armoede en achterstelling weg te werken en biedt alternatieven die kunnen leiden tot ontwikkeling, vrede en veiligheid. Deze voorstellen gezamenlijk bespreken is bijzonder inspirerend.’

Dat is mooi, maar leidt die inspiratie ook tot iets tastbaars?

‘Zeker. We gaan aandacht vragen en mogelijk zelfs een hele campagne op touw zetten om onder brede lagen van de bevolking steun te krijgen voor een aantal elementen uit de plannen van Lula. Bijvoord het invoeren van een internationale belasting op kapitaalverkeer. België heeft al voorgesteld om dat in Europees verband te doen en de Franse president Chirac heeft zich achter de plannen van Lula geschaard. Chirac is ook één van ondertekenaars van plannen die Lula in Genéve heeft voorgelegd aan een kopgroep van landen. Chirac heeft gepleit voor een wereldwijde invoering van zo’n nieuwe belasting. Dan kun je ook steun van hem verwachten voor een Europese invoering. Als Nederland dat nou ook eens deed! Chirac heeft het in zijn eigen land op de agenda gezet, dat zie ik Balkenende hier nog niet zo snel doen. Maar via acties onder en met de bevolking is wellicht een hoop te bereiken.’

Je was nog maar terug uit Brazilië of de discussies over het referendum voor een Europese Grondwet barstten goed los.

‘Ja, de datum is bekend en het is nu aan ons om duidelijk te maken dat deze grondwet niet gewenst is. Deze grondwet is een duidelijke stap in de richting van een Europese neoliberale superstaat, waar Nederland een soort provincie van dreigt te worden. Belangrijke zeggenschap over zaken die in de eerste plaats Nederland aan gaan, raken we kwijt. Daarnaast gaat het buitenlands beleid in belangrijke mate gecentraliseerd worden: er komt een Europese minister van Buitenlandse Zaken die altijd zal proberen om te komen tot gemeenschappelijk buitenlands beleid. In praktijk betekent het dat Nederland geen eigen beleid meer zal maken bij bijvoorbeeld vraagstukken als het afsluiten van internationale verdragen, de problemen in het Midden-Oosten en wapenembargo’s tegen landen die de mensenrechten schenden. Nederland zal geen eigen geluid meer maken.’

Maar dat zijn nou bij uitstek buitenlandse onderwerpen. Hoe zit het dan met die typisch Nederlandse zaken?

‘Neem justitie en binnenlandse zaken. Die worden onderworpen aan van meerderheidsbesluitvorming. Dat betekent dat wanneer een meerderheid in Europa zegt dat ons drugsbeleid, met de scheiding van harddrugs en softdrugs, niet mag, dat we dan een probleem hebben. Het is algemeen bekend dat er in Frankrijk over dit onderwerp heel anders gedacht wordt dan in Nederland. Terwijl het Nederlandse beleid feitelijk erg succesvol is. Toch zal ons beleid dan op de helling gaan. Het kan ook gevolgen hebben voor ons beleid inzake euthanasie en abortus. Tegelijkertijd wordt er een dienstenrichtlijn ingevoerd waardoor de dienstenmarkt wordt vrijgegeven. Daardoor kunnen bijvoorbeeld Poolse bedrijven, tegen Poolse arbeidsvoorwaarden, in Nederland gaan ondernemen. Europa wordt zo minder sociaal en minder democratisch.’

Het massale si van Spanje moet jou niet optimistisch stemmen.

‘De uitslag in Spanje moet je op z’n eigen merites beoordelen. De Spaanse premier Zapateroo heeft de kiezers misleid. Hij heeft keer op keer gezegd dat het zou getuigen van ondankbaarheid wanneer Spanje tegen de grondwet zou stemmen. Vergeet niet dat Spanje sinds het midden van de jaren tachtig netto zo’n honderd miljard euro heeft gekregen van Europa. Het land is economisch bijzonder in de lift gekomen door Europa. In Spanje heeft men niet gestemd over de grondwet die gaat over de toekomst, maar over het verleden.

En hoe gaat onze campagne er uit zien?

‘Informeren, goed informeren en oproepen om nee te zeggen. Bijna dagelijks is er wel een debat en de belangstelling is er zeker, maar mensen zijn nog niet goed geïnformeerd. Dat is ook lastig. Tot voor kort was de grondwet alleen via het internet te lezen. Nu is hij te koop voor de schandalige prijs van 25 euro. Gelukkig heeft het comité Grondwet Nee een goed leesbare samenvatting gemaakt.’

En jij denkt dat Nederland massaal deze grondwet gaat lezen?

‘Ik denk dat mensen alleen al bij het lezen van een paar artikelen veel duidelijkheid krijgen. In ieder debat noem ik artikel 41. Dat is de militaire paragraaf. Daarin staan al zoveel zaken met betrekking tot de militarisering van Europa dat iedereen zich af zal vragen wat Europa aan het doen is. Wordt dit een kopie van de NAVO? Ons is altijd voorgehouden dat Europa een economisch en een sociaal project is. Dit lijkt meer op een militair project. Ik denk dat mensen gevoelig zijn voor argumenten die duidelijk maken dat we, nadat we eerst onze munt zijn kwijtgeraakt, nu Nederland aan het kwijt­raken zijn. Ik denk oprecht dat mensen daar wakker van kunnen liggen. Maar het is nog niet te laat.’

Uiteindelijk wordt het een ja of een nee. Wat doen we met de uitslag?

‘Het is een advies van de Nederlandse kiezer aan de Tweede Kamer. De Tweede Kamer moet dit verdrag goedkeuren of afkeuren. De uitslag van dat referendum moeten wij respecteren. Ik vind het ook belangrijk om dat van te voren aan te geven. Doe je dat niet, dan zeg je eigenlijk tegen de kiezer dat men wel mag komen maar als het antwoord niet bevalt, dan volgen we het niet. Dan diskwalificeer je bij voorbaat het referendum. Ik vind het verwerpelijk dat er partijen zijn die dat nu ook doen.’

Maar jij gaat voor nee!

‘Ik denk inderdaad dat wij, als tegenstanders, dit referendum kunnen winnen.’

Harry van Bommel (1962) is lid van de SP sinds 1986. In 1990 werd hij lid van de deelraad Amsterdam Oost en voorzitter van de afdeling Amsterdam Oost. In 1994 werd Van Bommel het eerste SP-gemeenteraadslid in Amsterdam. Sinds mei 1998 is Harry van Bommel Tweede-Kamerlid voor de SP.

Tot de verkiezingen van 2002 hield hij zich hier bezig met Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Verkeer en Waterstaat, Defensie en Buitenlandse Zaken. Door de groei van de fractie van 5 naar 9 zetels kan Van Bommel zich sinds mei 2002 volledig richten op Buitenlandse Zaken. Naast het Kamerwerk is hij vaak te vinden bij demonstraties voor vrede en sociale globalisering.

Inhoud