publicatie

Spanning april 2010 :: Zekerheid in crisistijd

Spanning, april 2010

Zekerheid in crisistijd

De SP laat zien dat we in tijden van economische crisis niet hoeven te bezuinigen op sociale zekerheid, maar mensen juist nu meer zekerheid moeten bieden.

Tekst: Emile Roemer en Ronald van Raak, (resp. voorzitter en secretaris van de commissie voor het SP-verkiezingsprogramma)

In tijden van economische voorspoed riepen politici om het hardst dat we moesten bezuinigen. Op de publieke sector (voorzieningen konden we beter overlaten aan de markt) en op de sociale zekerheid (mensen moesten meer hun eigen verantwoordelijkheid nemen). Alleen door te bezuinigen konden we ons voorbereiden op slechte tijden. Nu zijn die slechte tijden aangebroken. Bankiers hebben ons spaargeld vergokt. Bestuurders hebben onze publieke voorzieningen verkocht. En politici hebben het allemaal laten gebeuren. Maar opnieuw klinkt dezelfde roep, om meer marktwerking in de publieke sector en minder regelingen voor sociale zekerheid. Of het met de economie nu goed gaat of slecht, het lijkt wel of we altijd moeten bezuinigen.

Sociale zekerheid is geen overbodige luxe waar je ongestraft op kunt bezuinigen. Juist in tijden van economische crisis moet de overheid mensen zekerheid bieden. Het is ongeloofwaardig dat politici die tientallen miljarden euro hebben uitgegeven om commerciële banken te redden, nu niet in staat zouden zijn om werklozen, zieken en ouderen bij te staan. Het is pervers dat bankiers elkaar weer hogere bonussen geven dan ooit, bestuurders zichzelf tonnen aan vergoedingen toekennen en politici weigeren hun riante vergoedingen te verlagen. Het is nog erger dat ondertussen medewerkers van de thuiszorg niet kunnen rondkomen, postbodes voortaan per stukgoed worden betaald en schoonmakers weken moeten staken voor een paar dubbeltjes extra.

Een beter Nederland voor minder geld. Dat is de beste samenvatting van ons verkiezingsprogramma. De SP wil de komende vier jaar voor 14 miljard euro bezuinigen op overbodige uitgaven en voor 6 miljard euro de lasten verhogen voor de mensen die dat het beste kunnen betalen. Daarnaast willen we 10 miljard euro investeren. In zorg en onderwijs, veiligheid en sociale zekerheid. Daarmee verlagen we het begrotingstekort van 6,3 procent in 2010 tot 1,25 procent in 2015. Met ons programma bieden we drie keer zekerheid. De mensen die de afgelopen jaren het meest hebben geprofiteerd, laten we het eerst en het meest betalen. De overheid gaat niet bezuinigen, maar verantwoordelijkheid nemen voor onze publieke voorzieningen. In plaats van korten gaan we investeren in mensen die onze hulp nodig hebben.

Zekerheid 1: We gaan de rekening eerlijk verdelen

Bijna alle politieke partijen – van VVD tot GroenLinks – leggen de rekening van de crisis bij de slachtoffers. Bij de ouderen (verhoging van de AOWleeftijd) en de werklozen (beperking van de WW). Onder de ideologische noemer van ‘moderniseren’, ‘flexibiliseren’ en ‘participeren’ worden sociale verworvenheden die we in de vorige eeuw na veel sociale strijd hebben opgebouwd, zonder omkijken weer afgebroken. Maar wanneer ‘moderniseren’ we onze economie? Waar blijven de maatregelen om te voorkomen dat we onszelf in een nieuwe crisis storten? Wanneer ‘flexibiliseren’ we de topinkomens? Waarom kunnen die alleen maar omhoog, maar niet omlaag? Wanneer gaan de rijken weer ‘participeren’? En meer evenredig meebetalen aan onze samenleving?

De SP laat de mensen die de afgelopen jaren het meest hebben geprofiteerd nu het meest betalen. Na jaren van belastingverlagingen kunnen we van de mensen aan de top best wat meer vragen. In de inkomstenbelasting is het toptarief de afgelopen tijd verlaagd van 72 procent naar 52 procent. Wij willen een nieuw toptarief invoeren van 65 procent voor het bedrag dat mensen boven de 150.000 euro verdienen. Ook bedrijven vragen we een extra bijdrage te leveren. De winstbelasting (vennootschapsbelasting) is de afgelopen jaren verlaagd van 48 procent naar 25,5 procent. Die verhogen we naar 30 procent. De banken die miljarden belastinggeld hebben gekregen maken alweer winsten. Via een bankenheffing moeten ze een deel van de schade die ze hebben aangericht terugbetalen.

Bezuinigen kan ook door rijken minder te subsidiëren. De hypotheekrenteaftrek kost elk jaar ongeveer 12 miljard euro. Het meeste geld gaat naar de mensen met de duurste woningen, omdat die het meeste kunnen aftrekken. Voor iedereen met een hypotheekschuld tot 350.000 euro gaan we de hypotheekrenteaftrek garanderen. Daarboven gaan we de aftrek beperken. Politici moeten ook laten zien dat ze zelf de broekriem kunnen aanhalen. We beperken de topinkomens in de (semi)publieke sector. Niemand mag hier meer verdienen dan de minister-president. Ook maken we een einde aan de bijzondere sociale voorzieningen voor politici. In plaats van de royale wachtgeldregelingen brengen we oud-politici gewoon onder bij de WW, de ziektewet en de arbeidsongeschiktheidswet.

Zekerheid 2: We gaan investeren in de publieke sector

De SP heeft de afgelopen jaren onderzoek gedaan onder tienduizenden onderwijzers en politieagenten en medewerkers van zorg- en welzijnsinstellingen. En overal hoorden we hetzelfde verhaal. In de publieke sector zijn meer managers gekomen en dat heeft geleid tot meer bureaucratie. Medewerkers worden vaker gecontroleerd, maar hebben ondertussen minder mogelijkheden om hun werk goed te doen. Veel publieke instellingen zijn vervreemd van hun publieke taak. Woningcorporaties worden niet meer afgerekend op de huizen die ze bouwen, maar op de winst die ze maken. Veel publieke diensten zijn verzelfstandigd, zoals het spoorvervoer, of verkocht, zoals de busbedrijven. Onze grote energiebedrijven zijn zelfs verkocht aan buitenlandse overheidsbedrijven.

De SP wil de overheid weer verantwoordelijk maken voor dat wat van ons allemaal is. We investeren fors in het onderwijs, waar we de bemoeienis van managers verkleinen en de zeggenschap van leraren vergroten. In plaats van te bezuinigen, investeren we in de politie, in extra agenten en kleinschalige politieposten. We beperken de marktwerking in de zorg, met een inkomensafhankelijke zorgverzekering, minder bureaucratie en kleinschalige zorginstellingen. De verplichte aanbesteding van het openbaar vervoer verdwijnt en overheden kunnen weer eigen vervoersbedrijven beginnen. Gemeenten gaan samen met corporaties plannen maken voor een betere volkshuisvesting. Het rijk neemt de verantwoordelijkheid voor een duurzame energievoorziening.

Verantwoordelijkheid nemen betekent dat je problemen niet afschuift op anderen. Decennialang hebben politici toegekeken hoe de tegenstellingen in de samenleving toenamen. Hoe witte en zwarte scholen en buurten ontstonden. Politici kunnen hier niet volstaan met een beroep op eigen verantwoordelijkheid. Door te zeggen: migranten moeten zich aanpassen of wegwezen. De overheid moet mensen de mogelijkheden bieden om te integreren. Gemeenten nemen samen met scholen de verantwoordelijkheid voor gemengde scholen. Het rijk neemt samen met de corporaties de verantwoordelijkheid voor gemengde wijken. De arbeidsmarkt gaan we reguleren, zodat werknemers niet worden weggeconcurreerd en arbeidsmigranten niet worden uitgebuit.

Zekerheid 3: We gaan mensen beter beschermen

Ideologie maakt soms blind. Het neoliberalisme heeft politici van rechts tot links de ogen doen sluiten voor de werkelijkheid. De vroegere PvdA-leider Wouter Bos zei dat zijn partij te veel de Partij van de Gelijkheid was geworden en waarschuwde voor het ‘paternalisme’ van de overheid (Dit land kan zoveel beter, 2006). Femke Halsema van Groen- Links sprak haar afkeer uit over ‘toenemende staatspaternalisme’ en ‘bevoogdende staatsarrangementen’ (Vrijheid als ideaal, 2005). In haar verkiezingsprogramma ‘Echte keuzes voor de toekomst’ wil GroenLinks de sociale verzorgingsstaat inruilen voor een participatiesamenleving, met individuele ‘participatiecontracten’. De nieuwe PvdA-leider Job Cohen schuift in zijn verkiezingsprogramma ‘Iedereen telt mee’ op in onze richting, met hem lijken we te kunnen praten over aanpak van de tweedeling en opbouw van de sociale zekerheid. Maar ook Cohen laat de ouderen (verhoging AOW-leeftijd) en de jongeren (afschaffen studiebeurs) de crisis betalen.

De SP wil in tijden van economische onzekerheid de sociale zekerheid van mensen niet aantasten, maar juist vergroten. Niet de AOW-leeftijd verhogen, maar ouderen tot 65 jaar aan het werk helpen. Niet de ontslagbescherming verminderen, maar mensen aan het werk houden. Het geld van mensen moet veilig zijn, daarom gaan we onverantwoorde hypotheken verbieden en spaarbanken scheiden van zakenbanken die grote risico’s nemen. Kleine ondernemers moeten kunnen rekenen op krediet, daarom maken we een nieuwe nationale investeringsbank. Mensen moeten met een gerust hart kunnen lenen, daarom controleren we alle nieuwe financiële producten. Met een nieuwe nationaliseringswet zorgen we dat de overheid eerder kan ingrijpen bij falende banken en verzekeraars.

Zekerheid heeft niet alleen te maken met geld. Mensen die maatschappelijke misstanden melden worden vaak onfatsoenlijk behandeld. Met een instituut en een fonds gaan we klokkenluiders bijstaan in hun strijd tegen werkgevers en overheid. Frauderende bestuurders geven we de zekerheid dat ze worden aangepakt. Asielzoekers geven we noodopvang en hulp om hun plek te vinden in de samenleving. Ex-gevangenen helpen we bij hun terugkeer in de samenleving. Ouders die dat nodig hebben helpen we bij de opvoeding van hun kinderen. Mensen met een handicap laten we met eenvoudige maatregelen volwaardig deelnemen aan de samenleving. Boeren beschermen we tegen oneerlijke concurrentie. Mensen verplichten we om fatsoenlijk om te gaan met dieren.

De SP heeft de komende verkiezingscampagne een bijzondere positie. Politici van rechts zullen zeggen dat de economie bij ons in slechte handen is. Maar hoe geloofwaardig is dat uit de mond van mensen die onze economie op de rand van de afgrond hebben gebracht? Politici van links zullen zeggen dat we ouderwets blijven vasthouden aan de verzorgingsstaat. Maar hoe geloofwaardig is het om in tijden van crisis de sociale verworvenheden overboord te gooien? Ik vrees dat we de komende maanden in de politiek weinig bondgenoten zullen hebben. Maar verkiezingen gaan niet om de gunst van de bestuurders, maar om de gunst van de bevolking. De komende maanden moeten we de kiezers laten zien dat wij juist nu de zekerheid kunnen bieden die zij zo hard nodig hebben.


Kernpunten van het concept-verkiezingsprogramma SP 2011-2015

  • Mensen krijgen meer zeggenschap over dat wat van ons allemaal is. We stoppen met de uitverkoop van publieke diensten. De overheid wordt weer hoofdverantwoordelijke voor de organisatie van goede zorg en goed onderwijs, voldoende openbaar vervoer en duurzame energie.
  • We stellen paal en perk aan de topinkomens. Bestuurders in de publieke en semi-publieke sector verdienen niet meer dan de minister-president. We gaan ons ook inzetten voor een inkomensplafond in het bedrijfsleven.
  • De AOW-leeftijd blijft 65 jaar en vervroegd uittreden blijft mogelijk. Eerst moeten we mensen boven de 50 jaar aan het werk helpen. Mensen krijgen wel het recht om na hun 65e door te werken, met dezelfde rechten en plichten als andere werknemers.
  • Er wordt niet gemorreld aan de ontslagbescherming. De sollicitatieplicht wordt afhankelijk van de individuele omstandigheden en de perspectieven op werk ingevuld.
  • We maken een nieuwe nationale investeringsbank. Die gaat kredieten verstrekken aan gezonde en goed geleide bedrijven, die nu van gewone banken geen krediet kunnen krijgen.
  • Met een bankenheffing gaan banken bijdragen aan het oplossen van de schade die ze eerder hebben aangericht. Dat doen we het liefst internationaal. Maar als het moet, doen we het zelf, net als België en de Verenigde Staten.
  • Banken die staatssteun ontvangen, mogen geen bonussen betalen. Bij de overheid en bij overheidsbedrijven stoppen we eveneens met het geven van bonussen. Bij andere bedrijven worden bonussen de komende vier jaar beperkt tot 20 procent van het vaste salaris, daarna worden ze afgeschaft.
  • Het verstrekken van onverantwoord hoge hypotheken verbieden we. Zo voorkomen we wantoestanden zoals bij DSB. Provisies voor tussenpersonen verdwijnen.
  • De hypotheekrenteaftrek wordt gegarandeerd, en in de komende tien jaar gemaximeerd, tot 350.000 euro hypotheekschuld. Tegen een maximale belastingaftrek van 42 procent. Het aflossen van hypotheekschuld wordt aangemoedigd.
  • De financiële sector wordt grondig hervormd, om nieuwe ontsporingen te voorkomen. Met een nieuwe nationaliseringswet geven we de overheid de kans sneller in te grijpen bij falende banken en verzekeraars.
  • We scheiden spaar- en zakenbanken. Zo verhinderen we dat banken ooit nog gokken met het spaargeld van hun klanten. Dit doen we in Europees verband. In afwachting daarvan moeten Nederlandse banken alvast intern risicovolle en minder risicovolle activiteiten scheiden. De reserve-eisen voor banken worden scherper.
  • Nieuwe financiële producten worden voortaan vooraf gecontroleerd door de Autoriteit Financiële Markten. Die grijpt meteen in als die producten niet deugen, zoals bij woekerpolissen.
  • Aan flitskapitaal wordt in internationaal verband paal en perk gesteld. Hedgefondsen die misbruik maken van het vrije kapitaalverkeer, worden aangepakt.
  • Opkoopfondsen die bedrijven overnemen en als sprinkhanen leegeten, gaan we kortwieken. Onder andere door beperking van de renteaftrek bij de winstbelasting.
  • Met minder macht voor aandeelhouders en meer macht voor werknemers brengen we meer stabiliteit in grote ondernemingen. Werknemers van die bedrijven kunnen vierjaarlijks de helft van de leden van de Raad van Commissarissen kiezen.
  • Er komen meer juridische mogelijkheden om wanpresterende bestuurders aan te pakken. De civiele aansprakelijkheid van bestuurders wordt uitgebreid. Er komt een aparte strafrechtelijke bepaling voor financieel wanbeleid.
  • Een mondiale Financiële Autoriteit, waarin het Internationaal Monetair Fonds (IMF) opgaat, moet het financiële stelsel beter beschermen. Andere landen – buiten de G20 – krijgen daar een steviger stem in. Ook de Wereldbank wordt gedemocratiseerd.
  • De dollar werkt instabiliteit in de hand. De centrale rol van de dollar wordt overgenomen door een volwaardige internationale reservemunt, gebaseerd op de al bestaande speciale trekkingsrechten (SDR’s) van het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
  • Een systeem van meer vaste wisselkoersen helpt nieuwe chaos te voorkomen. Een Tobintaks op internationale financiële transacties zorgt ook voor meer rust. Met de opbrengst ervan helpen we extreme armoede en klimaatproblemen tegen te gaan.