publicatie

Spanning april 2010 :: SP-verkiezingsprogramma’s

Spanning, april 2010

Balans tussen idealen en realisme

SP-verkiezingsprogramma’s

Een SP-verkiezingsprogramma komt tot stand via ledenvergaderingen, regioconferenties, een programmacommisie, amendementen, debatten en congresbesluiten. Waarom al die moeite voor een tekst die maar weinig kiezers zullen lezen?

Tekst: Diederik Olders Foto: Bas Stoffelsen

Het SP-programma voor de verkiezingen van 1994, die de SP voor het eerst in de Tweede Kamer brachten, heet ‘Stem tegen, stem SP’. In de inleiding van dat programma maakt ‘kandidaat-kamerlid SP’ Jan Marijnissen snel duidelijk dat de SP geen partij van loze beloftes wil zijn: ‘Het maken van verkiezingsprogramma’s behoort tot het typisch Nederlandse ritueel dat voorafgaat aan verkiezingen. Hoewel iedereen weet dat de gedane beloften na de verkiezingen meestal snel weer worden vergeten, wordt er steevast een grote betekenis aan gehecht. Waarschijnlijk is de achtergrond dat de meeste partijen niet afgerekend willen worden op wat ze de voorafgaande periode gedaan hebben. Het doen van nieuwe beloften is dan de aangewezen weg.’

Toch moest de SP er ook aan geloven – je moet de kiezer toch uitleggen waar ze op stemmen. In ‘Stem tegen, stem SP’ was daarom vooral de analyse van de SP te lezen. Met beargumenteerde voorstellen, maar niet tot in detail uitgewerkt. Het was vooral een richtsnoer voor een eventuele Tweede Kamerfractie – overigens liet Marijnissen dat ‘eventuele’ weg en schreef hij vol zelfvertrouwen over ‘de toekomstige Tweede-Kamerfraktie’. Het programma was een soort magazine van zestien pagina’s, met foto’s en kaders. Marijnissen in de inleiding: ‘Het stuk dat nu voor u ligt is niets anders dan een nadere kennismaking met het ideeëngoed van de SP. We laten zien hoe wij de hedendaagse ontwikkelingen zien en stellen onze eigen opvattingen daar tegenover.’

Duidelijke uitgangspunten

De SP wilde toen ook al een andere politieke cultuur. Een cultuur die er niet om draait macht te krijgen om de macht, maar om de samenleving beter te maken. In het voorwoord van het programma voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1986, ‘De SP maakt er werk van’, stond het zo: ‘De Socialistiese Partij is inderdaad anders. (…) In de slag om het politieke midden vervagen uitgangspunten als sneeuw voor de zon. Het gaat alleen nog om het meedoen, in het politieke spel, en vooral natuurlijk in de komende regering. Maar regeren is meer dan alleen maar erin zitten. En als regeren vooruitzien is, dan moet je als politieke partijen duidelijke uitgangspunten hebben.’

Naarmate de partij groeide, kreeg ze steeds meer last van het label dat andere partijen graag op ons plakten: de partij die overal tegen is. Dat had de SP een beetje over zichzelf afgeroepen met de verkiezingsleus ‘Stem tegen’. En het was in zoverre wel terecht, dat de SP de enige partij was die consequent kritiek leverde op het neoliberale beleid dat met de jaren tot politieke norm was verheven. Toch moest dat beeld doorbroken worden, want de SP had wel degelijk alternatieve voorstellen. De partij wilde dolgraag laten zien dát ze de voorstellen had, en dat deze haalbaar en realistisch waren. Vandaar dat SP-verkiezingsprogramma’s in de loop der tijd meer gingen lijken op andere partijprogramma’s. Maar alleen in vorm; de wijze les dat je je visie niet moet verdunnen om mee te mogen doen werd nog steeds ter harte genomen. De analyse en duidelijkheid over de uitgangspunten bleven dus een belangrijke rol spelen in de teksten. In het ‘actieprogramma’ voor de verkiezingen van 2002 (en meteen voor die van 2003, omdat het kabinet met de LPF het maar zo kort volhield) met de titel ‘Eerste weg links’, valt te lezen: ‘Dit actieprogramma, waarmee de Socialistische Partij (SP) in 2002 naar de kiezers wil, is een radicale én realistische keuze voor sociale wederopbouw, voor eerlijker delen van de welvaart en voor ecologie boven economie.’

Haalbaar

Radicaal én realistisch; heel anders maar wel haalbaar. Dat was de boodschap van verkiezingsprogramma’s van de SP sinds 1998. Ook al had het programma van dat jaar nog ‘Tegengas!’ als titel. Was de financiële paragraaf in 1994 nog een kader met 12 punten; in 1998 kreeg de financiële verantwoording een eigen hoofdstuk, met als titel: ‘En wie gaat dat betalen?’ De boodschap was hier: het is realistisch wat wij willen. Het antwoord op de vraag ‘En wie gaat dat betalen?’ luidde: ‘Wijzelf, de samenleving als zodanig. Dat kan als we het goed aanpakken en afrekenen met de absurde opvatting dat het rijkste land van de wereld geen geld zou hebben om een aantal doodnormale zaken te betalen, die horen bij een beschaafde samenleving.’

Sinds 2002 laat de SP het verkiezingsprogramma ook doorrekenen door het Centraal Planbureau (CPB). Altijd een discussiepunt, want wat is daarvan nou de waarde? Het goedkeuringsstempel van het CPB speelde een steeds grotere rol; een partij die serieus genomen wilde worden, moest met bewijs komen dat het land niet failliet gaat als zij aan de macht komt. Aan de andere kant: het CPB werkt met rekenmodellen waar kritiek op mogelijk is. Een beroemde eigenschap van de CPB-modellen is dat er alleen naar de kosten van onderwijs wordt gekeken, en niet naar de opbrengsten ervan op de langere termijn. Dat maakt investeren in onderwijs ten onrechte een dure hobby.

De boodschap dat de SP ook financieel haalbare voorstellen heeft, kwam heel sterk naar voren in het verkiezingsprogramma van 2006. De titel daarvan was namelijk: ‘Een beter Nederland voor hetzelfde geld’. In het hoofdstuk over financieel beleid valt te lezen: ‘Nederlanders hechten veel waarde aan economische groei, maar ook aan een eerlijke verdeling van onze rijkdom. We willen onze publieke sector en sociale zekerheid graag in stand houden. En dat kan ook. Een veel socialer beleid is mogelijk, voor hetzelfde geld.’

Nadeel van die moeite om realistisch te zijn en haalbare voorstellen te formuleren, is dat er soms geen financiële ruimte is om voor te stellen wat de SP écht wil. Tijdens de discussie in de partij over het huidige conceptverkiezingsprogramma – ‘Een beter Nederland voor minder geld’ – bleek al dat veel leden moeite hadden met de keuze om het eigen risico in de zorg niet te verhogen. De SP is er altijd tegen geweest dat mensen als ze zorg nodig hebben iets moeten betalen, terwijl mensen die geen zorg nodig hebben dat niet hoeven. Eigen risico, no-claimkorting, eigen bijdrage; allemaal vormen van niet-solidaire bekostiging, die de SP wil afschaffen. Nu er bezuinigd moet worden – vandaar de titel van het programma – koos de programmacommissie in eerste instantie ervoor om niet het eigen risico nu af te schaffen, maar pas op termijn, en intussen stijging wel tegen te gaan. Socialer dan andere partijen, die het eigen risico willen verhogen, maar wel aangepast aan de financiële situatie waarin Nederland nu zit. Na kritiek van leden heeft de programmacommissie besloten om toch op te nemen dat het eigen risico afgeschaft wordt. Het moet wel bekostigd worden; niets is gratis. Ronald van Raak, coördinator van de programmacommissie van de SP: “Onze leden wezen er bij de regioconferenties terecht op dat de solidariteit tussen zieke en gezonde mensen beter tot zijn recht komt als het eigen risico wordt afgeschaft, en we de kosten helemaal via de premies opbrengen.” Voor deze wijziging in het SP-programma wordt volgens Van Raak geen cent extra uitgegeven. “We gaan niet meer kosten maken, maar de gemaakte kosten eerlijker verdelen.”

AOW-leeftijd

Bij de standpunten over de verhoging van de AOW-leeftijd was de programmacommissie juist idealistischer dan sommige leden. In de laatste conceptversie van het SP-verkiezingsprogramma staat:

‘De AOW-leeftijd blijft 65 jaar en vervroegd uittreden blijft mogelijk. Mensen krijgen wel het recht om na hun 65e door te werken, met dezelfde rechten en plichten als andere werknemers. We moeten mensen tot 65 jaar aan het werk helpen en aan het werk houden.’

Door het tot nu toe tamelijk krachteloze verzet van de vakbonden tegen de voorstellen van het gevallen kabinet-Balkenende hebben veel mensen in Nederland de conclusie getrokken dat het een gelopen race is; de AOW-leeftijd wordt toch wel verhoogd. Ook onder de SP’ers zijn mensen te vinden die vinden dat we realistisch moeten zijn over de haalbaarheid van dit standpunt. Een partij als de PvdA is op dit punt ten opzichte van de vorige verkiezingen gedraaid. In 2006 stond in hun verkiezingsprogramma dat de AOW-leeftijd niet verhoogd zou worden. In de periode daarna leek het of de PvdA dit punt onder druk van het CDA had laten varen. Maar in het verkiezingsprogramma dat deze maand verscheen, bleek dat de PvdA het nu zelf ook wil.

Volgens Ronald van Raak vond de programmacommissie dat ‘realistisch zijn’ op dit punt niet op zijn plaats was: “Er zijn heel veel mensen in Nederland die de verhoging van de AOW-leeftijd niet willen. Ook bij de achterban van partijen die pleiten voor verhoging. Wij vinden dat de kiezer de kans moet krijgen zich hierover uit te spreken.”

De SP maakt in het programma een duidelijke keuze:

‘Wij laten de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.

Alleen dan kunnen we de veroorzakers de crisis laten betalen.

(…)

Wij bieden mensen sociale zekerheid.

Alleen dan kan het vertrouwen in elkaar worden hersteld.’

Met die inzet zou een draai op ons AOW-standpunt niet alleen ongeloofwaardig overkomen, maar ook ongeloofwaardig zijn. En het is weer niet realistisch om te denken dat je dan als partij het vertrouwen van de kiezers krijgt.

Strijd

Bij het schrijven van dit artikel is nog niet bekend wat het eindresultaat zal zijn. Wat wordt het AOW-standpunt? Eigen risico in de zorg of niet? Het zeventiende congres eind april gaat erover wat uiteindelijk in het verkiezingsprogramma komt en wat niet. Het belang van een verkiezingsprogramma moet niet overschat worden; hoeveel mensen lezen het nou eigenlijk? Sommigen zijn dan ook verbaasd dat er zoveel moeite in wordt gestoken om het te maken, te bediscussiëren, te amenderen. Aan de andere kant: politiek is een strijd tussen idealen en de harde realiteit. Je moet je voldoende aanpassen aan die ongewenste realiteit om deze te kunnen veranderen. Maar niet te veel aanpassen, want het idealisme van nu kan het realisme van de toekomst worden. Puur idealisme is krachteloos, puur realisme ook. Een verkiezingsprogramma is de weerslag op papier van deze strijd. Zo bezien is het helemaal niet gek dat de discussie hierover soms hoog oploopt. Als die strijd niet meer gevoerd zou worden binnen de SP, zouden we ons pas echt zorgen moeten gaan maken.