Tribune 07/2007 :: Clusterbommen: het gevaarlijkst als de oorlog voorbij is

Tribune, juli 2007

Actueel

Clusterbommen: het gevaarlijkst als de oorlog voorbij is

Clusterbommen hebben de afgelopen dertig jaar voor meer dan 100.000 burgerdoden gezorgd. Vandaar dat er wereldwijd gewerkt wordt aan een verbod. Op initiatief van SP-Kamerlid Krista van Velzen hield de Tweede Kamer eind juni een hoorzitting over nut en noodzaak van clusterbommen. “Het is het slechtst ontworpen wapen dat ik ooit heb gezien.”

Tekst: Patrick Arink Foto: Joost van den Broek / Hollandse Hoogte

Een clusterbom bestaat uit een container die gevuld is met een groot aantal kleine bommetjes. Deze containers worden vanuit vliegtuigen afgeworpen, of via artillerie afgeschoten. In de lucht breekt de container open en komen de kleine bommetjes vrij. Doordat de bommen over een groot gebied verspreid worden, raken ze vrijwel nooit alleen militaire doelen. Bovendien hebben clusterbommen als nadeel dat een gedeelte van de bommen niet ontploft. Deze niet ontplofte bommen werken als een soort landmijn. De geringste aanraking kan ervoor zorgen dat een bom alsnog ontploft. Het zijn met name burgers die door clusterbommen om het leven komen. De laagste schattingen gaan uit van (inmiddels) 2800 slachtoffers in Afghanistan, 5.500 in Irak, 300 in Kosovo en 900 in Libanon. Generaal b.d. Frank van Kappen, adviseur van de Navo, betoogde tijdens de hoorzitting in de Tweede Kamer echter dat dat geen argumenten zijn om clusterbommen te verbieden. “Wapens zijn altijd erg, want ze zijn allemaal bedoeld om te doden. Clusterbommen zijn verschrikkelijke wapens, maar het zijn wel wapens met militair nut. Je gebruikt clusterbommen als je veel militaire doelen bij elkaar hebt staan. Ze zijn bedoeld om grote groepen militairen te doden.” Dat er bij het gebruik van clusterbommen ook burgerslachtoffers vallen, is volgens Van Kappen onvermijdelijk. “Je zult altijd burgerslachtoffers hebben. Altijd. Schone oorlogen bestaan niet. Je zult ook altijd onontplofte munitie hebben. Dat is niet alleen zo met clusterbommen, maar met alle bommen.”

Het nadeel van clusterbommen is echter dat het percentage niet ontplofte bommen zo groot is. “Tussen de 5 en 25 procent van alle clustermunitie ontploft niet”, stelt de Britse wapenspecialist Colin King. Hij werkte twintig jaar voor de Britse Explosieven Opruimings Dienst en geldt als expert op het gebied van mijnen en clusterbommen. “Clusterbommen hebben een slechte reputatie en dat is volkomen terecht. Het zijn de slechtst ontworpen wapens die ik ooit gezien heb. Clusterbommen werken te vaak niet zoals ze bedoeld zijn. Het is moeilijk te voorspellen of ze afgaan of niet. Ik ben net terug uit Afghanistan. Daar heb ik plekken gezien waar bijna 100 procent van de clustermunitie gefaald heeft.”

Explosieven-opruimer Kapetanovic verloor een groot deel van zijn armen en benen

Wapenfabrikanten beweren dat moderne clusterbommen een stuk betrouwbaarder zijn, maar King hecht geen waarde aan de onderzoeken waar wapenfabrikanten mee zwaaien. “Die onderzoeken zijn onder de meest ideale omstandigheden gedaan. Neem de oorlog vorig jaar in Libanon. Israël heeft in het conflict met Hezbollah 4,4 miljoen stuks moderne clustermunitie afgeschoten. Naar schatting liggen er in het zuiden van Libanon ongeveer een miljoen niet ontplofte clusterbommen. Het is en het blijft een onbetrouwbaar wapen.”

Hoe verraderlijk clusterbommen zijn, weet ook Branislav Kapetanovic. Hij werkte jarenlang voor de Explosieven Opruimings Dienst in Servië. Tot hij op een dag wat gras opzij schoof om een niet ontplofte clusterbom beter te kunnen bekijken. De clusterbom ontplofte en Branislav verloor een groot deel van zijn armen en benen. Maandenlang balanceerde Branislav op het randje van de dood. Er waren vier jaar revalidatie en twintig operaties voor nodig eer Branislav het ziekenhuis mocht verlaten. Sindsdien zet hij zich in voor een verbod op het wapen dat zijn leven verwoestte: de clusterbom. “Eigenlijk doe ik nu niets anders dan voor mijn ongeluk”, zegt hij. “Ik heb altijd gestreden tegen de clusterbom, alleen doe ik dat nu op een andere manier.”

Tijdens de Kosovo-oorlog in 1999 bombardeerden Navo-straaljagers uit de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Nederland ruim twee maanden lang doelen in Servië. Die bombardementen moesten ervoor zorgen dat het Servische leger zich terugtrok uit Kosovo. Er werden duizenden clusterbommen afgeworpen, waarvan vele niet ontploften. “We waren iedere dag bezig om clusterbommen te ruimen”, vertelt Branislav Kapetanovic. “Ik denk dat ik zelf in totaal meer dan 2.000 niet ontplofte clusterbommen vernietigd heb.”

Een gebeurtenis die grote indruk maakte op Branislav, was het bombardement op Nis. In plaats van het plaatselijke vliegveld, troffen de Navo-bommenwerpers de stad zelf. Honderden clusterbommen ontploften midden in de stad. “Ik was in Nis toen het gebeurde”, vertelt Branislav. “Ik zag hoe de bommen op het ziekenhuis, op de markt en in een buitenwijk terechtkwamen. Met tientallen doden en gewonden tot gevolg.” Samen met zijn collega’s ging hij meteen aan het werk. “We moesten de onontplofte bommen meteen ruimen, voor er nog meer onschuldige slachtoffers zouden vallen. We moesten letterlijk over de lijken heen springen om bommen onschadelijk te maken. Dat beeld zal ik mijn leven lang nooit vergeten.”

De oorlog is voorbij, maar er blijven slachtoffers vallen

Na 78 dagen bombarderen trok het Servische leger zich terug uit Kosovo en stopten de aanvallen. Maar Servië kampt tot op de dag van vandaag met de gevolgen. “Ondanks onze inspanningen liggen er nog steeds duizenden onontplofte clusterbommen in Servië. Nog steeds vallen daardoor slachtoffers.” Anderhalf jaar na het einde van de Kosovo-oorlog maakte een clusterbom een einde aan het werk van Branislav. “Ik heb geluk gehad dat ik het overleefd heb. Onderweg naar het ziekenhuis kreeg ik een hartstilstand, maar de dokters hebben me weer tot leven kunnen wekken.” Leven met zijn handicaps valt niet mee. “Ik blijf het moeilijk vinden om me aan te passen. Er zijn zo veel dingen die ik nu niet meer kan. Ik moest ook leren omgaan met de manier waarop mensen naar mij kijken, maar ik doe mijn best om er het beste van te maken.”

Toch ziet Branislav zichzelf niet als slachtoffer. “Ik was een militair en deed mijn werk. Maar de meeste slachtoffers van clusterbommen zijn burgers, kinderen vaak.” Om die reden zet hij zich in voor een wereldwijde ban op clusterbommen. “Als je één keer een stedelijk gebied hebt gezien dat getroffen is door clusterbommen, weet je dat er geen geldig excuus is om deze wapens nog langer te gebruiken.”

Minister Middelkoop van Defensie heeft in antwoord op een brief van SP-Kamerlid Krista van Velzen een voorlopig moratorium op het gebruik van clusterbommen door het Nederlandse leger aangekondigd. Branislav is daar blij mee: “Maar het is slechts een eerste stap. Ik ben ervan overtuigd dat Nederland uiteindelijk een totaal verbod op clusterbommen zal afkondigen.”

Ook SP-Kamerlid Van Velzen vindt dat een moratorium niet ver genoeg gaat. “We moeten geen halve maatregelen nemen. Clusterbommen veroorzaken onacceptabel leed onder burgers. Ze moeten met onmiddellijke ingang verboden worden.”

Inhoud