Tribune 07/2007 :: De blauwe vlag met de gele sterren in de praktijk

Tribune, juli 2007

Reportage

Nietmachines hebben ze niet in Straatsburg

De blauwe vlag met de gele sterren in de praktijk

De Tribune trok een aantal dagen op met Kartika Liotard, lid van het Europees Parlement namens de SP. Een verhaal over de geldverslindende maandelijkse verhuizing van dat parlement van Brussel naar Straatsburg, achterdeuren en achterkamers, het gebrek aan debat en het grote verschil tussen anti en kritisch.

Tekst: Eric Slot Foto's: Roel Visser

Elke maand weer verhuizen de 785 leden van het Europees Parlement met hun medewerkers en een groot aantal ambtenaren plus kopieerpapier, inktcartridges en zelfs nietmachines van Brussel naar Straatsburg, de officiële zetel van het Europees Parlement. Daar vinden de maandelijkse zittingen van het Europees Parlement plaats, daar wordt gestemd. Na vier dagen worden de kisten en koffers weer gepakt en keert men terug naar Brussel, waar de Raad van Ministers en de Europese Commissie zitten. Kosten van deze maandelijkse verhuizing: jaarlijks een half miljard euro – naar schatting. Wie het gaat berekenen, komt vermoedelijk op een nog hoger bedrag uit. Weggegooid belastinggeld, vindt de SP (evenals alle andere Nederlandse politieke partijen). Nog afgezien van de overige geldverspilling: een kantoor te Brussel van een miljard euro dat elke maand een week vrijwel leeg staat en een kantoor van nog eens een miljard euro te Straatsburg dat elke maand drie weken gehéél leeg staat. Kartika Liotard (36) zit sinds juni 2004 namens de SP in het Europees Parlement en heeft dus al zo’n 360 uur in de trein gezeten, alleen om in Straatsburg te stemmen. Vijf uur heen, vijf uur terug. Drie werkweken per jaar in de trein. Fractievoorzitter Erik Meijer reed in acht jaar al 960 uur heen en weer, 120 werkdagen. Ook hij ziet het Europees Parlement liever in één stad gevestigd – en wel in Brussel.

“Er lopen in Brussel en Straatsburg 15.000 geregistreerde lobbyisten rond: negentien per Europarlementariër!”

Voorlopig zullen Liotard en Meijer echter moeten blijven reizen: Frankrijk houdt, óók onder Nicolas Sarkozy, vast aan standplaats Straatsburg, desnoods per veto. Dus wéér Straatsburg, wéér vier nachten in een ketenhotel. “Maar,” zo stelt Liotard nadrukkelijk als we haar vlak voor de zoveelste verhuizing in Brussel spreken, “er zijn veel belangrijker punten. De beslissingen die we als parlement in Straatsburg nemen, zijn hamerstukken. Het Europees Parlement debatteert niet. Dat is echt een veel groter probleem dan die verhuizing.”

“Het werkt hier nu eenmaal anders dan in Den Haag. Er lopen in Brussel en Straatsburg 15.000 geregistreerde lobbyisten rond! Dat is,” ze pakt er een rekenmachine bij, “op elke Europarlementariër 19,1 lobbyisten. Alleen voor subsidie aan een kerk in Roemenië lopen er hier al ettelijke rond. Daar komt nog een onbekend aantal ongeregistreerde lobbyisten bij. Lobbyisten voor de tabaksindustrie, voor de frisdrankindustrie, voor de... – noem maar op! Vijfentachtig procent van die lobbyisten werkt voor het bedrijfsleven, slechts 15 procent voor organisaties als de European Group on Animal Welfare, waarin bijvoorbeeld ook de Nederlandse Dierenbescherming is vertegenwoordigd. Die andere 85 procent heeft érg veel macht. Dan wordt het heel erg lastig om,” ze tikt op het rapport dat voor haar op het bureau ligt, “het kankerverwekkende stofje aspartaam uit lightfrisdranken te krijgen.”

Ze springt op, want ze hoort de verhuizers aankomen. Het is vrijdag, de vrijdag in de maand dat ze haar kist moet klaarzetten voor de verhuizing naar Straatsburg. Een legergroene kist, het lijkt dan ook wel een militaire operatie. Zelf zal ze aanstaande maandag in alle vroegte afreizen, nu al worden haar kist en de kisten van alle andere parlementsleden in een van de tien tot vijftien vrachtwagens geladen die nodig zijn om alles te vervoeren. 785 kisten, voornamelijk gevuld met papier. Plus nog eens de kisten van honderden medewerkers en ambtenaren.

Snel gooit Liotard nog enkele paperassen in haar kist, waaronder het rapport over aspartaam. De stof is 180 keer zoeter dan suiker, maar bevat nauwelijks calorieën. Ideale zoetstof, dus. Er lijkt echter ook een nadeel aan het nuttigen van grote hoeveelheden aspartaam te kleven: volgens verschillende wetenschappelijke onderzoeken is het kankerverwekkend. Als ze terugkomt, vervolgt ze: “Maar het Europees Parlement is wel de politieke arena om dat stofje uit die lightfrisdranken te krijgen. Nog niet iedereen is zich ervan bewust, maar 75 procent van alle wetten en regels waar we ons in Nederland aan hebben te houden, komt uit Brussel. Daar wordt bepaald of we een kankerverwekkend stofje drinken of niet.”

Om er in één adem aan toe te voegen: “De SP is dan ook niet anti-Europa. We zijn kritisch ten opzichte van de EU. Dat is een groot verschil.” Het klinkt als een verzuchting, want het beeld dat de SP tegen de EU zou zijn is sterk. ‘Wat vind je van het anti-EU-standpunt van de SP?’, vroeg Volkskrant Magazine een week of wat geleden aan prominent partijlid Derk Sauer. ‘De SP is niet tegen de EU’, zei Sauer maar weer eens. ‘Ik ben erg pro-Europees. Zestig jaar geen oorlog.’ Liotard vult aan: “Sommige problemen moet je wel in Europees verband aanpakken, wil je ze oplossen. Milieu is zo’n probleem, rivieren stoppen nu eenmaal niet bij de grenzen. Maar de EU heeft wel de sterke neiging om álles naar zich toe te trekken.”

Een half miljoen burgers ondersteunden een actie tegen de verhuizingen; de kwestie werd geagendeerd, maar niet behandeld

Vijftien vrachtwagens, dat is 13.500 kilometer per verhuizing en 162.000 kilometer per jaar. Alsof dat zo goed is voor het milieu. Maar de vraag is: rijden ze van Brussel naar Straatsburg of andersom? Een verschil dat er toe doet. Op 19 maart 1958 kwam het Europees Parlement voor het eerst bijeen: in het Franse Straatsburg, dicht bij de Duitse grens. Niet zonder reden. Frankrijk en Duitsland waren tussen 1870 en 1945 drie keer met elkaar in oorlog geweest en Straatsburg stond voor het oude, verscheurde Europa: dan weer eens was Straatsburg Duits, dan weer Frans. Dus moest de stad aan de rivier de Ill ook het symbool worden van het nieuwe, verenigde Europa. Dus kwam daar het Europees Parlement. Maar in 1958 telde de EU nog maar een paar landen en het Europees Parlement slechts 142 leden. Met één verhuiswagen te doen. Inmiddels telt de EU 27 landen en 785 parlementsleden. Die parlementsleden willen bovendien steeds vaker in Brussel zijn, omdat daar de Europese Commissie zetelt (het dagelijks bestuur van de EU) en omdat daar de vakministers van de aangesloten landen zich met enige regelmaat treffen in de Raad van Ministers. Kortom, in Brussel worden zaken gedaan. “Als parlement moet je bij de Commissie en de Raad kunnen inbreken”, aldus Liotard. En dus werd Brussel in de loop van de jaren meer en meer de standplaats, ten koste van Straatsburg, en groeide de colonne verhuiswagens aan tot vijftien. De kosten stegen navenant.

Om een einde te maken aan deze maandelijkse verhuizing startte het liberale parlementslid Cecilia Malmström uit Zweden een jaar geleden een online handtekeningenactie. Binnen een maand zetten een half miljoen EU-burgers hun handtekening en inmiddels hebben meer dan een miljoen mensen getekend. Sympathieke actie, maar ontoereikend. Om Brussel de permanente zetel van het Europees Parlement te maken, is een verdragswijziging nodig – en wel een wijziging van het verdrag dat tijdens de Europese top van Edinburgh in 1992 werd gesloten en waarin onder meer werd bepaald dat Straatsburg de officiële zetel van het Europees Parlement blijft. Het zijn derhalve de regeringsleiders die hierover beslissen. Daarom droeg het Europees Parlement in 2006 de voorzitter van het parlement op de kwestie te agenderen voor de Europese top in juni dat jaar. Het punt kwam inderdaad op de agenda, maar werd niet eens aangesneden. Als de toenmalige voorzitter van het Europees Parlement, de Spanjaard Josep Borrell, het zou hebben aangesneden, dán zou premier Jan Peter Balkenende hem hebben gesteund. Maar ja, Josep Borrell sneed het niet aan. Balkenende daarover: “Je zult het juiste moment moeten kiezen. Je kunt het wel roepen, maar daar schiet je niet veel mee op.”

Terwijl 785 kisten met papier worden ingeladen, leest Liotard de stukken – die staan namelijk ook op haar laptop

Intussen stapelen de verhuizers in Brussel de ene na de andere kist op karren en rollen die de lift in. Naar beneden gaat het, naar de parkeergarage. Daar zien we tot onze verbazing dat ook pallets met kopieerpapier en inktcartridges worden ingeladen. Hebben ze geen kopieerpapier en inktcartridges in Straatsburg? Nietmachines hebben ze daar in ieder geval niet. Althans, die verdwijnen voortdurend – en dus worden die ook heen en weer gesleept.

Tegen negen uur ’s avonds zet de eerste van de vijftien verhuiswagens zich in beweging, een file op zich. Dan is het nog vijf, zes uur rijden naar Straatsburg; Terwijl de verhuizers in het weekeinde alle kisten op de juiste plekken zetten, leest Kartika Liotard de stukken over aspartaam nog eens – want die staan ook gewoon op haar laptop. Wat zit er eigenlijk in ons eten en drinken? Het is een vraag die zij en fractiemedewerkers als Koen Roovers en Thomas Gijselaers stellen. Meer bepaald: kloppen de claims van de industrie op verpakkingen? Zit erin wat erop staat? Staat alles erop wat erin zit? Het is mooi als ergens nul procent vet inzit, maar als er bij wijze van spreken 100 procent suiker in zit, is het nóg slecht voor de gezondheid. En is halvarine echt goed voor je hersenen, zoals Blue Band stelt?

Zo wordt het maandag, de maandelijkse maandag waarop Liotard naar Straatsburg moet. Ze neemt de trein, dan kan ze van de reistijd nog deels werktijd maken. In haar koffer zitten onder meer de tekst van de wetsvoorstellen van de Europese Commissie waarover aan het eind van deze week in het Europees Parlement wordt gestemd. Het wetsvoorstel over de uitwisseling tussen landen van gegevens uit strafregisters, bijvoorbeeld. Een voorstel waar de SP-fractie tegen zal stemmen. Maar er wordt niet alleen maar tégen gestemd; en er worden ook successen behaald. Zo wilde de Europese Unie de gemeentelijke openbaarvervoerbedrijven ‘opruimen’ (om het in de woorden van Erik Meijer te zeggen). De SP verzette zich daartegen, jarenlang en met succes: afgelopen mei besloot het Europees Parlement dat de gemeentelijke vervoerbedrijven toch mogen blijven bestaan.

Eerder dit jaar boekte Liotard succes met de actie ‘Ho, niet zo! Stop de Dienstenrichtlijn!’ De dienstenrichtlijn uit 2004 van voormalig Eurocommissaris Frits Bolkestein bepaalde dat al het dienstenverkeer in Europa zou worden geliberaliseerd, inclusief gezondheidszorg, milieu en onderwijs. De dienstenrichtlijn houdt in dat bedrijven uit heel Europa in alle landen van Europa – dus ook in Nederland – hun diensten mogen aanbieden, waarbij die bedrijven zich alleen hoeven te houden aan de regels en wetten van het land waarin ze zijn gevestigd. Dat leverde een nieuw woord op: oorsprongslandbeginsel. De SP in het Europees Parlement verzette zich tegen de dienstenrichtlijn van Bolkestein. Op één punt kreeg de fractie haar zin: de gezondheidszorg werd eruit geschrapt. Of het een blijvend succes is, moet echter nog blijken. VVD’er Toine Manders probeert de zorg via de achterdeur toch weer de dienstrichtlijn binnen te smokkelen. Het is afwachten of hem dat lukt. Zoals het ook nog maar de vraag is of de gemeentelijke vervoerbedrijven zullen overleven. Er zijn namelijk nogal wat achterdeuren in Brussel. Zo neemt, ondanks het feit dat er een stop zou komen op het gesleep met dieren, het aantal diertransporten de laatste jaren toch weer toe. Een direct gevolg van exportsubsidies. Kartika Liotard: “Na 25 jaar strijd zijn we wat dit betreft weer terug bij af. Om dezelfde reden, subsidies, worden afgeschreven melkkoeien van hot naar her gesleept. Verwerk ze dan ter plekke.”

Er is nog veel goed werk te doen in Brussel, en voorlopig ook in Straatsburg

Als ze tegen de middag in Straatsburg arriveert, neemt ze op haar werkkamer de agenda van de komende week door. In vier dagen wordt een groot aantal wetsvoorstellen behandeld. Over de sluiting van een wapenhandelsverdrag, de rol van de vrouw in gezin en samenleving, het consumentenvertrouwen in een digitale omgeving, het uitwisselen van gegevens uit het strafregister tussen lidstaten. Dat laatste is een van die onderwerpen waarover Brussel – pardon: Straatsburg – volgens de SP nu juist niet zou moeten beslissen.

Liotard: “Het wetsvoorstel levert een soort Europese verklaring van goed gedrag op, waarin tal van gegevens uit strafregisters zijn opgenomen. Maar wat strafbaar is in het ene land is dat niet in het andere land, zoals abortus of softdrugs. Dus moet er harmonisatie plaatsvinden: wat komt er wel en wat komt er niet in. Maar harmonisatie betekent veelal harmonisatie op het laagste niveau, dus inclusief abortus en drugs – en dat willen we niet. De Europese Commissie grijpt bovendien dit onderwerp aan om het hele strafrecht naar zich toe te trekken – en dat willen we al helemaal niet. Om het ingewikkeld te maken: de verbetering van het milieu is een zaak van Europa, maar de strafmaat voor milieudelicten is een zaak van nationaal niveau. Wat nationaal beter kan worden geregeld, moet nationaal worden geregeld.”

Van een parlementair debat over wetsvoorstellen blijkt later die week inderdaad geen sprake. Het is donderdag, de donderdag in de maand waarop wordt gestemd en de donderdag waarop de kisten en koffers weer worden gepakt. ’s Ochtends worden nog de laatste stemverklaringen voorgelezen. Letterlijk voorgelezen. ’s Middags wordt er gestemd. Maar over meer dan 90 procent van alle wetsvoorstellen die de Europese Commissie indient, is in parlementaire commissies al voor de stemming overeenstemming bereikt. Vandaag is dat percentage zelfs 100 procent: er wordt in het geheel niet gedebatteerd, alleen maar gestemd. Bij achterdeuren horen tenslotte achterkamers. Het voorstel over de rol van de vrouw in het gezin en de samenleving wordt afgestemd – over die rol gaat de EU niet, oordeelt het Europees Parlement. Tot vreugd van Kartika Liotard. Het voorstel over het strafregister wordt wel aangenomen, zoals ze al vreesde. Er is nog veel goed werk te doen in Brussel, en voorlopig ook in Straatsburg. Ze zal haar koffer volgende maand weer pakken. Met tegenzin én met plezier.

Inhoud