Tribune 07-08/2006 :: Nicci Gerrard en Sean French

Tribune, juli/augustus 2006

‘Onze boeken hebben ook open eindes omdat we niet geloven in absolute antwoorden, in autoriteiten of experts. ‘

Nicci Gerrard and Sean French

Het schrijversechtpaar Nicci Gerrard en Sean French, beter bekend onder de naam Nicci French, was in Nederland voor een signeersessie voor hun jongste bestseller Verloren. Eric Slot, thrillerkenner en misdaaddeskundige bij uitstek, nam de gelegenheid te baat om ze het hemd van het lijf te vragen.

Tekst: Eric Slot Foto: Suzanne van de Kerk

Ze zijn nog op hun kamer en dus vraagt de receptionist van het hotel waar het schrijversechtpaar logeert me even plaats te nemen in de lobby. In de hoek zit een oudere vrouw met een enorme, zwart-wit gestreepte pleister op haar neus. Die pleister trekt ook onmiddellijk de aandacht van Gerrard en French als ze de lobby betreden. Wat is er gebeurd? Opeens zijn ze niet langer Nicci Gerrard en Sean French, maar versmelten ze tot hun alter ego: de succesauteur Nicci French.

Buiten haar gehoorafstand blijkt de vrouw met de pleister een groot, mogelijk onoplosbaar probleem te hebben, althans in de ogen van Nicci French. ‘Ze kan niet naar een feestje, want dan moet ze die pleister verklaren. Als ze toch gaat, maar niets zegt, dan gaat het gezelschap zelf naar een verklaring zoeken. Geeft ze wel een verklaring, dan wordt ze wellicht niet geloofd. Is ze geslagen? Door wie? Haar (nieuwe) vriend? Heeft ze een neuscorrectie laten uitvoeren? Waarom, er was toch niets mis met die neus? Of toch… Coke?’

Arme vrouw. Uiteindelijk wordt besloten dat iemand – net als bij Jack Nicholson in de film Chinatown – heeft uitgehaald en een mes in haar neus heeft gestoken. Tot Nicci Gerrard zich herinnert dat haar moeder altijd een ijzeren kam met een puntig uiteinde bij zich droeg en dat puntige uiteinde dreigend onder Nicci’s neus hield als ze boos was.

French kijkt verbaasd op. ‘Zette jouw moeder je een ijzeren kam onder je neus?’ Je ziet hem denken: wat is daar in huize Gerrard allemaal nog meer gebeurd? Draagt ze nog meer geheimen met zich mee? Loop ik gevaar?

Heb ik het mis als ik veronderstel dat jullie wel vaker op deze manier een plot voor een boek verzinnen?

‘Het is een lichte obsessie,’ geeft Sean French toe. ‘Als we in een restaurant zitten, vragen we ons voortdurend af wie de overige gasten zijn en waarom ze er zijn. Hebben ze ruzie en proberen ze het zo weer goed te maken? Zijn ze wel getrouwd? Maar waarom praten ze dan zo weinig?’

Nicci Gerrard: ‘De meeste verhalen en romans die we hebben geschreven, komen voort uit dit soort conversaties. Meer nog: ze komen voort uit verschillen van mening, uit discussies. Doorgaans discussies waarin we nog geen standpunten hebben ingenomen. Mét de bepaling van onze standpunten ontstaat een plot.’

Nicci Gerrard (Worcestershire,1958) – ze is de dochter van een arts en een verpleegster – studeerde Engelse literatuur in Oxford, werkte in Sheffield met moeilijk opvoedbare kinderen en richtte in Londen als freelance-journalist een blad voor vrouwen op. Ze trouwde en kreeg twee kinderen. Getrouwd was ze niet meer toen ze Sean French (1959) ontmoette, zoon van een televisiemaker en een lerares. Ook French studeerde Engelse literatuur, zelfs in Oxford, maar hij en Gerrard ontmoetten elkaar pas toen ze voor de New Statesman werkten, een links weekblad; hij als columnist, zij als redacteur.

Sean French wilde altijd al romans schrijven, maar slaagde er niet in er eentje af te maken. De twee romans die hij later toch alleen schreef, werden geen succes. Zeer succesvol werden wel de – inmiddels tien – psychologische misdaadromans die ze samen als Nicci French schreven. De dochter van een arts en de zoon van een televisiemaker bij de BBC: samen geven ze (psychische) ziektebeelden literair vorm.

Schrijven jullie literatuur of thrillers? En wat lezen jullie zelf?

French: ‘Sommige misdaadauteurs haten literatuur, anderen – auteurs en lezers – haten thrillers. Dat hebben wij nooit begrepen. Er zijn geen typen boeken die we niet lezen, er zijn geen onderwerpen die ons niet interesseren. In elk genre vind je interessante dingen.’

‘Een deel van schrijven is lezen,’ aldus Gerrard. ‘In alles zit een onderwerp.’

Nicci French schrijft literatuur in de vorm van thrillers. French: ‘We behandelen dezelfde thema’s als de literatuur: dood, liefde, angst, hoop. We gebruiken alleen de vorm van thrillers. Die is dwingender en biedt tegelijkertijd meer vrijheden. Maar – in tegenstelling tot de traditionele misdaadromans – staat het goede bij ons niet tegenover het kwade, in die zin dat het kwade moet worden bestreden. Moralistisch zijn we zeker niet. Integendeel.’

In hun debuut Het geheugenspel (1997) wordt in de tuin van een landhuis in Shropshire het lichaam van een 16-jarige meisje opgegraven – uiteraard op een koude herfstochtend; tegenspoed kondigt zich ook in hun latere boeken steevast aan in alledaagse ‘tegenslagen’. Het is Natalie Martello, die al sinds de zomer van 1969 oftewel vijfentwintig jaar wordt vermist. Een kwart eeuw dus loopt er iemand met een gruwelijk geheim rond.

Deze debuutroman leidde al meteen tot een scheiding der geesten, beter gezegd: een scheiding der seksen. Hoofdpersoon is Jane Martello, de moeder van het vermoorde meisje. De vrouwelijke recensent van NRC Handelsblad vond Martello een ‘sympathieke heldin, stevig drinkend en ouderwets veel rokend’. De mannelijke recensent van de Volkskrant vond haar een ‘hopeloos irritant mens’, dat ‘zwaar drinkend’ en telkens huilend – al dan niet therapeutisch op de canapé van de psychiater – net zo lang wroette in de geschiedenis van haar (schoon)familie totdat alle geheimen waren ontrafeld. Van hem hoefde ze in de volgende romans niet meer terug te keren.

Het thema van Het geheugenspel was de vraag of het mogelijk is herinneringen aan traumatische gebeurtenissen die jarenlang ‘vergeten’ waren, weer naar boven te krijgen. Toen – jaren negentig – was deze discussie actueel in verband met de betwiste betrouwbaarheid van recovered memory-therapie, vooral in zaken waarin patiënten zich plots incest herinnerden. Want niets is zo onbetrouwbaar en manipuleerbaar als het geheugen.

In de wintermaanden van 1994, gezeten aan de keukentafel, gin-tonic onder handbereik, vroegen Gerrard en French zich af of het eigenlijk wel mogelijk is verborgen herinneringen op te halen, sterker: of het wel mogelijk is gebeurtenissen te verdringen. Vragen en discussies, met een plot als gevolg van botsende standpunten.

Gerrard: ‘Het was een experiment, bijna een spel – maar dan wel een serieus spel. We wilden uitvinden of het mogelijk was twee auteurs met één stem te laten spreken, ondanks de botsende standpunten.’

French: ‘Onze boeken zijn dialectisch, we denken vanuit twee polen. Het type boeken dat we schrijven, zouden we ook niet alleen kunnen schrijven.’

Die werkwijze is onveranderd gebleven – en er is meer onveranderd gebleven. Zo werd met hun debuut al meteen duidelijk dat Nicci French in het geheel niet is geïnteresseerd in de vraag wíé het heeft gedaan. Tot grote ontevredenheid van onder andere de recensent van Vrij Nederland die schreef: ‘Jammer dat de auteurs de moord het oninteressantst vinden.’ Ook Het veilige huis (1998) – het tweede boek van Nicci French – heeft de vorm van een ‘wie-heeft-het-gedaan’, maar weigert tot en met de allerlaatste pagina te onthullen om wie het gaat.

Waarom blijft het einde van Het veilige huis open? De recensenten waren daar niet blij mee.

Gerrard: ‘Waren dat soms ook weer mannen?’ French: ‘We schrijven geen Agatha Christies, waarin iedereen in het laatste hoofdstuk in de bibliotheek bij elkaar komt om te vernemen wie het heeft gedaan. Onze boeken hebben inderdaad min of meer open eindes, want het gaat ons om de reis erheen – maar die reis moet natuurlijk wel aangenaam zijn geweest voor de lezer. Ook wij zetten graag de lezer op het verkeerde been.’

Gerrard: ‘Onze boeken hebben ook open eindes omdat we niet geloven in absolute antwoorden, in autoriteiten of experts. We plaatsen onze romans in werelden waar eenvoudige antwoorden niet bestaan. Oplossingen zijn nooit hele oplossingen, geluk is slechts een gedeeltelijk geluk. Onze hoofdpersonen worden niet gered door een rechercheur, een arts, een priester of hun geliefde. Alle geloof in autoriteiten – politieke en religieuze – is geheel verdwenen. Over die moderne wereld schrijven we. Daar passen alleen open eindes bij, geen einde als bij Agatha Christie. Hoewel ik niet uitsluit dat we ooit een echte whodunit schrijven.’

French: ‘Traditionele politieromans vind ik overigens wel interessant, omdat het altijd interessant is te lezen over het gedrag van rechercheurs. Zij worden dagelijks geconfronteerd met zaken waar gewone mensen doorgaans nooit mee te maken krijgen, zoals moord en doodslag. Welk effect heeft dat op ze? Maar wij zijn vooral geïnteresseerd in de vraag wat het voor gewone mensen betekent als een probleem plots uitdraait op moord en doodslag. We zijn geïnteresseerd in gewone mensen, wier leven plotseling een dramatische wending neemt.’

In tien boeken ben ik inderdaad niet één vuurwapen tegengekomen. Omdat gewone mensen eerder met een mes te maken krijgen?

Gerrard: ‘Is dat zo?’

French: ‘Nu je het zegt, dat klopt. Ik denk dat mensen in Groot-Brittannië niet bang zijn voor vuurwapens. Wel als ze in de loop ervan kijken natuurlijk, maar niet op voorhand. Amerikanen weer wel. In Groot-Brittannië dragen agenten ook geen wapens. Ikzelf ben ook banger voor een mes dan voor een vuurwapen. Dat merk ik elke keer als ik brood snij.’

Gerrard, huiverend: ‘Ripping flesh...

Dat Gerrard en French onder de naam Nicci French en niet als Sean Gerrard zijn gaan schrijven, heeft z’n reden: de hoofdpersonen in hun boeken zijn altijd vrouwen. Doorgaans jong en modern, rennend van volle agenda naar lege koelkast en ogenschijnlijk geslaagd. Totdat… In Bezeten van mij (1999) is Alice ogenschijnlijk geslaagd. Hechte vriendenkring, lieve vriend, prachtbaan: ze begeleidt de ontwikkeling van een nieuw anticonceptiemiddel – kortom: ze is zelfstandig. Dan ontmoet ze bergbeklimmer Adam, met wie ze ‘verwoestende seks’ heeft - heel wat anders dan met haar burgerlijke echtgenoot. Tot verbazing van haar vrienden trouwt ze met hem, om te ontdekken dat ze Adams opmerking dat ze ‘altijd van hem is’ vooral letterlijk moet nemen. Dag zelfstandigheid.

Het leverde wel vijf sterren op in de Detective & Thrillergids van Vrij Nederland. Nicci French had de top bereikt. Alleen de mannelijke recensent van HP/De Tijd begreep maar niet dat Alice zich niet kon losmaken van Adam. Ga toch gewoon ‘als de sodemieter naar de politie…’

Jullie kiezen vaak voor vrouwelijke hoofdpersonen. Zijn vrouwen interessanter dan mannen?

French: ‘Toen we ons eerste boek schreven, hebben we niet tegen elkaar gezegd dat we alleen maar vrouwen als hoofdpersonages zouden nemen. Maar toegegeven, dat is wat we uiteindelijk wel doen: schrijven over de moderne vrouw in… wat is het nu? 2006! Het gaat bij ons over moderne verontrustingen en angsten, over emoties en gevoelens omtrent het moderne leven op een zekere leeftijd.’

Gerrard: ‘We schrijven over wat zich in hoofden van mensen afspeelt en niet over de tien dagen die de wereld redden. Een goddeloze wereld, vol therapieculturen, bevolkt door mensen – akkoord, doorgaans vrouwen – die zichzelf voortdurend confronteren met de vraag: wie ben ik, waar sta ik in deze wereld? Die vragen zijn op zich heel eenvoudig. Allemaal kennen we het gevoel van verliefdheid. Maar wat gebeurt er nu precies als we verliefd worden? Wat verandert dat in ons karakter? Uiteraard plaatsen wij onze personages – zoals Alice in Bezeten van mij – in situaties waarin hun wereld in duigen valt. Ik sluit overigens niet uit dat het leven van een vrouw wat dat betreft vaker een thriller ís. Vrouwen zijn zeer zeker kwetsbaarder dan mannen, maar ook sterker. Ze worden bedreigd, maar zijn ook beter in staat te overleven.’

French: ‘Kun je een onderwerp als stalking wel bekijken uit het perspectief van een man?’

Gerrard: ‘Nou… Zou die pleister van daarnet… We zagen haar tot nu toe als slachtoffer, maar is ze dat wel?’

Stalken is het thema in Onderhuids (2000). Drie vrouwen krijgen anoniem hun dood per brief aangekondigd. Enige overeenkomst tussen de drie lijkt er niet te zijn: ze wonen niet in dezelfde buurt, zijn niet even oud, mooi of rijk. Ze kennen elkaar niet eens. Maar de brief zet hun wereld wel geheel op z’n kop. Niet alleen door de bedreiging, maar ook omdat de rechercheurs die de zaak onderzoeken de levens van de drie volledig binnenstebuiten keren, met alle gevolgen van dien voor hun relaties. Zorgvuldig gekoesterde geheimen raken bekend, pleisters worden van neuzen getrokken – al dan niet zwart-wit gestreepte.

French: ‘Het is de angst van iedere vrouw.’

Gerrard: ‘Het zijn verborgen gevaren, maar geen gevaar dat uit de lucht komt vallen. Gevaar is dichtbij. Misschien verborgen, maar altijd dichtbij. Ik denk dat daarin ook het succes van onze boeken ligt: dat we dit gevaar voor lezers zichtbaar maken. Wij – Nicci en ik – leven een heel gelukkig leven, maar we zijn ons er ook van bewust dat dit leven in een seconde voorbij kan zijn, althans verwoest.’

Dat is ook weer het geval in het laatste boek: Verloren. Nina Landry – op pagina één is haar auto defect, weer zo’n alledaagse pech die méér onheil aankondigt – woont met haar zoon en puberdochter op Sandling Island, omringd door Noordzee. De vader van haar kinderen is vertrokken, maar ze heeft net een nieuwe vriend. Met hem en de kinderen wil ze op vakantie, naar Florida. Dan verdwijnt haar dochter. Weer zo’n ene seconde die een leven op de kop zet.

Verloren leest als een trein. Maar kun je je voorstellen dat recensenten na tien boeken door het concept heen kijken en verveeld raken?

Ze kijken elkaar aan. Dan willen Nicci Gerrard en Sean French wel toegeven (maar schoorvoetend) dat ze enigszins – maar ook weer niet overdreven veel – epigonen van zichzelf zijn. French: ‘Maar dit soort verhalen willen we nu eenmaal schrijven en de thriller is daarvoor een natuurlijke vorm. Dus dat blijven we voorlopig ook maar doen.’

De kracht van Verloren (in een prachtige vertaling van Irving Pardoen) ligt – zoals gewoonlijk bij Nicci French – in het redeneertalent van de hoofdpersoon. Nicci French maakt het volstrekt geloofwaardig dat Nina Landry zich niet laat afschepen met het verhaal van de politie dat pubers nu eenmaal weleens van huis weglopen - een actueel thema bovendien.

In Nederland werden tot nu meer dan 3,5 miljoen boeken van Nicci French gekocht, om uiteenlopende redenen vooral door vrouwen (vanwege vrouwelijke hoofdpersonen, maar ook omdat vrouwen domweg meer boeken lezen dan mannen – ook meer misdaadromans). Interessant zou zijn te onderzoeken wáár in Nederland die boeken over de toonbank gingen.

Ook in jullie laatste boek is er geen vertrouwen in God en ook niet in plaatsvervangende autoriteiten hier op aarde. Verkopen de boeken van Nicci French ook goed in de Bible Belt?

French: ‘Weet ik eigenlijk niet. We doen het goed in Amerika, maar…’

Gerrard: ‘Hebben jullie hier ook een Bible Belt?’

Een kleintje.

French: ‘Misschien dat we daarom wel zo’n succes hebben in Nederland.’

Inhoud