Tribune 06/2006 :: Nederland: economie van extremen

Tribune, juni 2006

Nederland: economie van extremen

De economie trekt weer aan, meldt de regering trots. Maar aan wie hebben we die opleving te danken? Econoom en SP-Kamerlid Ewout Irrgang bevestigt de opgaande lijn, maar constateert dat Nederland slecht weet om te gaan met conjuncturele hoogte- of dieptepunten. ‘Economisch gezien is ons land manisch-depressief.’

Tekst: Rob JanssenFoto's: Suzanne v/d Kerk

‘Ja, de economische opleving is een feit,’ stelt Ewout Irrgang onomwonden. ‘Eindelijk. We hebben een aantal magere jaren gehad en nu zie je dat de zaak weer in de lift zit. Op de wereldmarkt is al langer sprake van een stijgende lijn. Sinds kort is dat ook in Europa zo. Meer landen gingen meer produceren. Stijgende lonen leidden tot meer consumptie, bedrijven maakten hogere winsten. Je zag die ontwikkeling al, toen het nog niet zo goed ging: 2005 was ook al een goed jaar voor bedrijven. Maar nu zie je eigenlijk voor het eerst, dat consumenten ervan gaan profiteren.’

Betekent dat nu, dat het kabinet Balkenende gelijk krijgt? Immers: de kritiek op het sociaal-economische beleid werd steevast gepareerd met de voorspelling dat de mensen op den duur ervan zouden profiteren. Geconfronteerd met die vraag kan Irrgang een glimlach niet onderdrukken. ‘Het is wel grappig. Toen het economisch tegenzat, zei het kabinet: ‘Dat komt niet door ons, maar door ontwikkelingen op de wereldmarkt.’ Nu het weer goed gaat, klopt men zich daarvoor op de borst. Zo van: ‘Dit komt natuurlijk wél door ons’. Onzin natuurlijk. Het is gewoon een conjunctureel herstel, dat eerst wereldwijd heeft ingezet en nu ook in ons land merkbaar is.’

Ons kabinet maakte de crisis dieper

Maar heeft de regering dan eigenlijk wel invloed op het economische reilen en zeilen van Nederland? Irrgang: ‘Jazeker wel. Vergeleken bij andere Europese landen is met Nederland zelfs iets heel vreemds aan de hand.’ Het Kamerlid pakt een balpen en tekent een golvende lijn op een A4-tje. ‘Kijk, dit is een simpel model van de economische conjunctuur in een land over een periode van pakweg twintig jaar. In de toppen van de lijn heb je hoogconjunctuur; daalt hij, dan heb je economische recessie. Typisch voor Nederland is, dat deze lijn veel hogere toppen heeft dan in andere landen. Hetzelfde geldt voor de dalen. Met andere woorden: zowel de economische groei als de recessie is in ons land veel sterker dan elders. Economisch gezien is Nederland zo'n beetje het manisch-depressieve jongetje van de Europese klas. Zo zag je eind jaren 90, dat de bomen de hemel in groeiden in ons land. De crisis daarna was des te rampzaliger. Hoe dat kwam? Heel simpel: ons kabinet maakte die crisis dieper, door in 2003 en 2004 extreem veel te bezuinigen. Daardoor hadden de mensen beduidend minder te besteden. En wat zie je gebeuren nu er sprake is van een opleving? Zalm gaat ineens fiscale kadootjes uitdelen. Net als in 2001. Toen waren er ook verkiezingen in zicht, ja.’

Zalm zorgt voor economische onrust om de rechtse agenda doorgevoerd te krijgen

Maar wat maakt het per saldo nou uit: een economie met diepere dalen en hogere toppen? De economische golflijn van elk land doorkruist vroeg of laat toch altijd de nul-lijn? Irrgang: ‘Dat maakt heel veel uit. Al te sterke fluctuaties leiden tot onzekerheid in de economie. Ga maar na voor jezelf: als je van de ene extreme situatie in de andere terecht komt, dan voelt dat niet goed. Ieder mens is gebaat bij zekerheid. Dat geldt ook voor de economie. En let wel: het is minister Zalm die voor die economische onrust zorgt; puur en alleen om zijn eigen rechtse agenda doorgevoerd te krijgen. Zo werd bijvoorbeeld het beeld geschapen van een miljoen WAO ers als een enorme rem op de economie, terwijl dat aantal a) niet klopte, en b) op dat moment al dalende was. Nog zoiets: de ontslagbescherming. Daar moet het mes in, opdat meer nieuwe mensen kunnen worden aangenomen. Maar de feiten wijzen anders uit. Nederland heeft nota bene een lagere werkloosheid dan de Verenigde Staten. En in Scandinavische landen is gebleken dat een lagere ontslagbescherming niet tot minder werkloosheid leidt& Kortom: als je heel goed naar de feiten kijkt, dan prik je zo door die rechtse retoriek heen.’

Op de vraag, of dat niet een beetje een zuur verhaal is nu het eindelijk weer bergopwaarts gaat met onze economie, reageert hij geïrriteerd. ‘Ik zuur? Hou toch op! Ik ben juist een optimist! Ik heb de laatste jaren altijd gezegd, dat ons land er feitelijk veel beter voor stond dan gezegd werd. Ik heb de fabeltjes over te hoge overheidsuitgaven en te hoge belastingdruk altijd ontkracht. Met pure feiten welteverstaan. En het wordt door rapporten van de Verenigde Naties en andere instituten bevestigd: in de Scandinavische landen met de hoogste belastingdruk, de hoogste overheidsuitgaven en de meest gelijke inkomensverdeling kun je het prettigste leven.’ En wat is het antwoord van rechts daar dan op? ‘Daar heeft rechts helemaal geen antwoord op.’

Inhoud