Tribune 06/2006 :: Iedere week sterven er kinderen

Tribune, juni 2006

‘Iedere week sterven er kinderen’

Verslag uit Darfur

Tekst: Remco van de Pas Foto’s: Médecins du Monde

Remco van de Pas werkt als arts voor Dokters van de Wereld (Médecins du Monde) in Zuid-Darfur. Hij heeft de supervisie over de lokale staf van een eerstelijn gezondheidskliniek in Kalma, dat met 100.000 bewoners de twijfelachtige eer heeft het grootste vluchtelingenkamp ter wereld te zijn. Van de Pas is 28 jaar en lid van de SP. Voor de Tribune doet hij verslag over zijn ervaringen van de afgelopen weken.‘De humanitaire wereld en de internationale gemeenschap moeten niet tevreden zijn met een half akkoord en nu hun blik (en geld) niet laten afdwalen.’

Nyala, mei 2006. De eerste regen is 's nachts gevallen en dat geeft enige verkoeling aan de hitte van deze maand. De hoge temperatuur (ongeveer 45 graden Celsius) zorgt ervoor dat het aantal patiënten in de kliniek is toegenomen. Ik drink zelf tenminste drie liter water per dag om mijn vocht aan te vullen, en ik weet zeker dat de meeste vluchtelingen dat niet halen. Hoe essentieel water is merkten we afgelopen week toen kamp Kalma drie dagen geen waterbevoorrading had. De autoriteiten lieten niet toe dat er benzine naar de waterpompen getransporteerd werd, met als argument dat de rebellen dit zouden kunnen gebruiken voor hun eigen voertuigen. Het gevolg is dat wij met allerlei kunst en vliegwerk letterlijk het water in emmers moesten aandragen om wonden te spoelen, handen te wassen en de wachtende massa wat vocht te geven. De Sphere (standaard voor voorzieningen in rampgebieden) spreekt over een absoluut minimum van 19 liter water per persoon per dag (vocht en sanitatie) en cijfers geven aan dat dit in de meeste kampen niet bereikt wordt. Cru als je ziet hoeveel flesjes mineraalwater uitgedeeld worden tijdens de talloze vergaderingen.

Sociale, geografische en etnische invloeden

Ik voel me (ik ben hier sinds 5 maanden) gewend aan Darfur en de situatie, en zie meer en meer nuances in de omgang met mensen. Darfur is een werkelijk multiculturele regio met zoveel tribes (stammen), talen en invloeden. De traditionele manier van leven verschilt per groep: nomaden, veeboeren, handelaren, stedelijke middenklasse, religieuzen. Alle groepen zijn moslim, maar de manier waarop en hoe dit beleefd wordt, varieert per tribe. Naarmate ik meer nuances zie, zie ik ook hoeveel meer nuances ik mis. De taal van veel vluchtelingen is Fur of Zaghawa. Anderen, vaak familieleden, moeten dat vertalen naar het Arabisch wat mijn vertaler weer omzet naar Engels - wat ook niet mijn eerste taal is.

Het mooie is, dat ik ondanks die beperkingen meer en meer vertrouw op non-verbale communicatie. Een groet, een handdruk of het delen van een maaltijd zorgen voor vertrouwen. Beetje bij beetje begrijp ik meer over het (familie)leven en de moeite die het kost het hoofd boven water te houden.

Droogte heeft veel mensen van hun traditionele gronden verdreven. Er wordt gevochten om waterbronnen. Sociale, geografische en etnische problemen zorgen ervoor dat dit conflict meer en meer een tribal war geworden is. De gedwongen verplaatsing van dorpen naar kampen en stad heeft gezorgd voor sociale ontwrichting. Jonge mannen lossen problemen op met geweren in plaats van te bemiddelen tussen stammen, zoals de dorpsoudsten dat vroeger deden.

Lost in translation - een vertaler komt om het leven

Deze dagen horen wij mortiergranaten inslaan in de verte, en terwijl ik hardloop vliegen gevechtshelikopters over die terugkeren van hun missie. Een bevreemdende realiteit. Er is een vredesakkoord waarvan een gedeelte van de handtekeningen zijn getekend in Abuja, Nigeria - wat zich op dit moment nog niet vertaalt in werkelijke vrede op de grond. Door de warmte, schaarste aan water en voedsel (Het World Food Program kan de komende maanden slechts een half rantsoen aan voedselpakketten uitdelen) zagen wij de afgelopen weken meer en meer serieuze ondervoeding, infecties en dehydratie. Iedere week sterven een aantal kinderen in de kliniek of in het ziekenhuis. Iets wat een aantal maanden geleden nauwelijks voorkwam.

Vandaag is de hoge officier van de VN voor humanitaire affaires, de Noor Jan Egeland, naar Kalma gekomen om de toekomstige rol van de VN in Darfur uit te leggen. Vandaag is ook de vlam in de pan geslagen. Na zijn bezoek heeft een wilde, ontevreden groep jongeren in het kamp het kantoor van de Afrikaanse Unie (AU) volledig vernield en hierbij is een Sudanese vertaler om het leven gebracht. De veiligheidssituatie in het kamp staat onder hoge druk waarmee ook de toegang van humanitaire hulp sterk belemmerd wordt.

De humanitaire wereld en de internationale gemeenschap moeten niet tevreden zijn met een half akkoord en nu hun blik (en geld) niet laten afdwalen. Het risico voor een gezondheidscrisis is levensgroot aanwezig in deze Ôovergangs’-fase. Effectieve inzet van VN troepen, ondersteuning van veiligheid, voedsel en gezondheid hebben de komende maanden prioriteit. Pas dan kan gedacht worden aan een rechtssysteem en een langzame wederopbouw die de komende generatie weer uitzicht kan bieden.

Dokters van de Wereld in Darfur

Het conflict in Sudan heeft sinds 2003 aan 300.000 mensen het leven gekost en er zijn twee miljoen mensen hun huis uitgevlucht, ongeveer een derde van de bevolking. Hun dorpen zijn aangevallen, hun families gedood, hun spullen gestolen en hun oogst vernietigd. Ze zijn ondergebracht in kampen en nederzettingen over heel Darfur, en alleen vrede kan ervoor zorgen dat ze terug kunnen naar huis en hun leven weer kunnen oppakken. Dokters van de Wereld ondersteunt in het enorme ontheemdenkamp Kalma in Zuid-Darfur een eerstelijns gezondheidskliniek. Daarnaast heeft Dokters van de Wereld een aantal mobiele klinieken in de bergachtige regio van de Jebel Mara, waar de rurale bevolking van verschillende etnische achtergronden toegang tot zorg geboden wordt.

Remco van de Pas in Darfur

Meer dan hulp alleen

Dokters van de Wereld heeft alleen al onder Franse vlag zo’n duizend artsen werkzaam over de hele wereld. De organisatie beperkt zich niet tot het verlenen van medische hulp aan kwetsbare groepen in bijvoorbeeld oorlogsgebieden of bij (natuur)rampen, maar heeft onder meer ook hulpverleningsprojecten in Nederland, die zich bezighouden met gezondheidszorg van mensen zonder papieren of mensen zonder verzekering.

Overal ter wereld probeert Dokters van de Wereld de toegang tot en het recht op gezondheidszorg te bevorderen en naar kennis en geweten te getuigen over schendingen van de mensenrechten en te strijden tegen onrecht. Dat is ook het verschil met organisaties als het Rode Kruis of Artsen zonder Grenzen. Oprichter Bernard Kouchner, de latere minister van volksgezondheid in Frankrijk en VN-afgezant voor de wederopbouw van Kosovo, werkte oorspronkelijk voor Artsen zonder Grenzen. Hij vond die organisatie echter niet voldoende politieke stelling nemen.

Nog geen vrede

Darfur is nog steeds in een crisis, die naast allerlei etnische achtergronden en militarisering vooral ook te maken heeft met een verdeling van land en inkomsten (zoals in zoveel conflicten). De humanitaire wereld doet het noodzakelijke om mensen van zorg, voedsel, onderdak en veiligheid te voorzien. Momenteel zijn we in een overgangsfase waarin gepoogd wordt het geweld te stoppen en veiligheid en terugkeer van IDPs (Internally Displaced Persons) in gang te zetten. Ondanks een vredesakkoord dat gedeeltelijk getekend is, heeft dit nog niet geleid tot vrede op de grond.

Zie voor meer informatie over het werk van Dokters van de Wereld hun website.

Inhoud