publicatie

Spanning september 2012 :: Wat willen jullie nu eigenlijk wel met ‘Brussel’?

Spanning, september 2012

Dennis de Jong (midden) en zijn fractiemedewerkers in Brussel Wat willen jullie nu eigenlijk wel met ‘Brussel’?

Tekst: Dennis de Jong Foto: Suzanne van de Kerk

Veel mensen in Nederland delen de kritiek van de SP op de Brusselse bemoeizucht en op het neoliberale beleid van de afgelopen 25 jaar. Toch hoorde je tijdens de verkiezingscampagne ook nogal eens de vraag opkomen hoe wij als SP de Europese samenwerking wél vorm zouden willen geven. Ook het grote verlies van de PVV die een puur anti-Europese campagne voerde, laat zien dat het door de kiezer niet wordt gewaardeerd, als je alleen maar kritiek levert. Mensen willen oplossingen en een duidelijke richting: kortom, wat wil de SP nu eigenlijk wél met Brussel?

Het eerste antwoord op die vraag is natuurlijk dat we een complete breuk willen met het beleid van het kabinet Rutte-Verhagen. Rutte is erin geslaagd zowel vrijwel alle Europese lidstaten op de kast te jagen, als zich te vervreemden van de eigen bevolking. Iedereen herinnert zich nog hoe neerbuigend minister De Jager over Grieken sprak: ‘die hebben er een potje van gemaakt, ze moeten gewoon wat harder werken en wat minder hoge looneisen stellen’. Met dat soort uitspraken maak je geen vrienden. Het is waar, de Grieken hadden met de boekhouding geknoeid en er zijn rijke Grieken die liever hun geld op Zwitserse bankrekeningen stallen dan in eigen land belasting betalen. Tegelijkertijd lijden heel wat mensen armoede, is meer dan de helft van de jongeren werkloos, is het midden- en kleinbedrijf ingestort, en wordt de kwaliteit van onderwijs en zorg door alle bezuinigingsmaatregelen teruggebracht tot het niveau van een ontwikkelingsland. Als je ziet dat dit het gevolg is van het Europese beleid tegenover Griekenland, dan mag je wel een toontje lager zingen, ook als je De Jager heet. Ook in Centraal- en Oost-Europa hebben Rutte c.s. weinig vrienden gemaakt. Doordat ze afhankelijk waren van de steun van Wilders, hebben ze nooit afstand genomen van diens discriminatoire uitspraken over Polen en andere Oost-Europeanen die niet alleen onze baantjes af zouden pikken, maar ook nog eens dronken over straat zouden zwerven en veel overlast zouden veroorzaken. Als je de burgers van andere lidstaten beledigt en discrimineert, dan krijg je daarvoor vroeg of laat de rekening gepresenteerd. Als dan Nederlandse belangen in het geding zijn, bijvoorbeeld als het gaat om het behoud van de €1 miljard per jaar die Nederland als korting krijgt op de afdracht aan de Europese Unie, dan hoef je niet op steun van Zuid- en Oost-Europa te rekenen.

Tegelijkertijd heeft Rutte niet alleen de Tweede Kamer maar de hele Nederlandse bevolking voortdurend om de tuin geleid. Denk maar aan de hulp voor Griekenland, Portugal en Ierland. Het zou hier volgens Rutte gaan om een goede investering, want je kreeg op de rekening van die landen een vette rente en op den duur zouden de leningen netjes worden afbetaald. Inmiddels zijn de rentepercentages verlaagd, want van een kale kip kun je niet plukken, en moeten we nog maar zien of we het geld echt terugkrijgen. Belangrijker nog: het ging eigenlijk helemaal niet om hulp aan die landen. Het ging erom dat de banken die veel staatsobligaties uit de zwakke eurolanden in het bezit hadden, netjes zouden worden afbetaald. Via de Akropolis rechtstreeks naar de kluizen van de banken. Dat zou het ware verhaal zijn geweest.

Nog zo’n ‘misverstand’: de afspraken over economisch bestuur zouden helemaal geen effect hebben op Nederland, die waren gericht op de zwakke eurolanden. Maar eerder dit jaar waren Rutte en De Jager er als de kippen bij om erop te wijzen dat als het begrotingstekort in 2013 boven de 3% zou uitkomen, al is het maar een beetje, er onmiddellijk door Brussel zou worden ingegrepen. Hoezo, geen effect op Nederland?

Kortom, het kabinet Rutte is er in twee jaar in geslaagd om overal in Europa ruzie te maken en tegelijkertijd de Nederlandse burgers stelselmatig een rad voor ogen te draaien. Dat is slecht voor Nederland en funest voor het vertrouwen dat mensen in politici kunnen hebben. Zo willen we het als SP in ieder geval niet.

Wat we ook niet willen, is aan de leiband lopen van ‘Brussel’. De SP heeft maling aan eurocraten en aan de lobbyisten van grote bedrijven en speculanten. Mensen die in Brussel rondlopen om alleen maar meer macht te krijgen ten koste van de lidstaten, zijn niet onze vrienden. En de grote bedrijven en speculanten die Brussel jarenlang in hun greep hebben gehad al helemaal niet. Tegelijkertijd voelen we ons wel verbonden met de burgers in Europa. Emile Roemer is hoogstpersoonlijk naar Griekenland gegaan om zijn solidariteit te tonen richting de gewone Grieken. Europa is ons continent en we dulden niet dat er de armoede alleen maar toeneemt en de rijken zich blijven verrijken ten koste van de gewone werknemers, de kleine zelfstandigen, of de zieken en mensen met een beperking.

Bij Europa denkt de SP liever niet aan de eurocraten in Brussel. Voor ons tellen in de eerste plaats de gewone mensen, overal in Europa. Hun menselijke waardigheid en gelijkwaardigheid, daar gaan we voor, met hen zijn we solidair. Dat is helemaal in overeenstemming met onze beginselen uit ‘Heel de Mens’.

Dus willen we als SP een goed beeld krijgen van de problemen die burgers uit de lidstaten op dit moment hebben. Als we zien dat het huidige afbraakbeleid in Zuid-Europa alleen maar leidt tot een krimpende economie en daarmee tot mensonterende toestanden, dan gaat de SP in gesprek. Met onze zusterpartijen, met de vakbeweging en met het armoedenetwerk. Dan willen we van hen direct horen hoe zij denken dat de situatie in hun land kan verbeteren.

Gelukkig heeft de Europese Centrale Bank onlangs besloten tot grootschalige opkoop van staatsobligaties, als dat nodig is om de rente beheersbaar te houden. Dat is iets waar de SP al jaren om heeft gevraagd: geen kleine stapjes onder voorwaarden die de landen steeds verder de put in drukken, maar de garantie dat er een paar jaar rust komt. Dat de speculanten eventjes niets kunnen verdienen aan de oplopende rentes: als ze weten dat er een plafond is aan de rente, verliezen ze hun interesse. Zij zijn immers vooral geïnteresseerd in gokken en als al vaststaat dat je de hoofdprijs nooit kunt krijgen, haken ze af. Overigens blijft het vreemd dat de ECB aan niemand verantwoording hoeft af te leggen: ze nemen ingrijpende politieke besluiten, maar geen democratische instelling die ze controleert. Ook dat wil de SP veranderen: je kunt dit soort beslissingen niet overlaten aan bankiers onder leiding van een van de ex-voormannen van Goldman Sachs, Draghi.

De tijd die met de maatregelen van de ECB wordt gewonnen, moeten we gebruiken om samen met de betrokken landen te werken aan goed bestuur: het einde van vriendjespolitiek en in plaats daarvan belastinginning naar draagkracht. Daarnaast moeten we, net als in Nederland, een investeringsprogramma opzetten. Het onderwijs niet afbreken maar opbouwen. Nieuwe, innovatieve bedrijvigheid stimuleren, bijvoorbeeld via de ontwikkeling van zonne- en windenergie. Het geld daarvoor is er al: ieder jaar heeft de Europese Unie miljarden tot haar beschikking voor steun aan minder goed ontwikkelde regio’s. Laten we die dan ook gericht inzetten en daarmee Zuid-Europa weer een push geven.

Het grote verschil in benadering tussen de SP en de andere politieke partijen is dat wij meer geloven in samenwerking dan in dictaten uit Brussel. Liever met alle belanghebbenden uit andere lidstaten rond de tafel zitten en kijken wat het beste is, dan eurocraten vragen met hun neoliberale achtergrond een plan op te stellen en dit op te leggen. We weten dan wat ervan terecht komt: bezuinigen, want een kleine overheid is het ideaal, en afbraak van lonen en sociale voorzieningen. De SP kiest voor sociaal. Brussel moet sociale rechten juist helpen versterken in plaats van ze af te breken. Daarom pleiten we ook voor een minimumloon, overal in Europa, gekoppeld aan de lokale koopkracht. Daarom willen we ook een einde aan de mensenhandel en uitbuiting via koppelbazen van werknemers en schijnzelfstandigen uit andere lidstaten. Gelijk loon voor gelijk werk, dat is ons motto. Op dit ogenblik wordt dat nog tegengewerkt door de eurocraten: die spelen werknemers liever tegen elkaar uit en zijn blij met de loonsverlagingen in Zuid-Europa, want die kunnen op termijn ook in andere lidstaten tot loonsverlaging leiden. Onlangs werd bekend dat ze zelfs een zesdaagse werkweek willen opleggen. Hun waanidee is dat we daarmee de Chinezen, Brazilianen en Indiërs op de wereldmarkt kunnen verslaan. Op lonen kunnen we die concurrentiestrijd echter nooit winnen. Beter is het te investeren in onderwijs en onderzoek. Dat vraagt om een stimulerende, actieve en dus niet noodzakelijkerwijs kleine overheid.

Voor de SP is Europa een gegeven. Europese landen zijn onze samenwerkingspartners. Met hen willen we in gesprek. Men hen willen we een sociaal Europa mogelijk maken. Brusselse neoliberale eurocraten laten we liever rechts liggen. Pas als het lukt om overal in Europa bondgenoten te vinden voor onze sociale ideeën, dan mogen de eurocraten doen waar ze ook voor zijn ingehuurd: onze afspraken op papier zetten en eventueel kijken of we ze goed uitvoeren. Jammer voor de Brusselse lobbyisten van grote bedrijven en speculanten, want daarvoor zullen steeds meer deuren gesloten blijven. Voor de vakbonden, de MKB-organisaties, en alle non-gouvernementele organisaties die het algemeen belang voorop stellen, gaan die wagenwijd open. Zo’n Brussel wordt weer menselijk en dat is precies wat we wél willen.