publicatie

Spanning september 2012 :: Inleiding

Spanning, september 2012

Inleiding

Na de verkiezingen

Op 12 september mocht de Nederlandse burger voor de vijfde keer in tien jaar naar de stembus. Vervroegde verkiezingen lijken een gewoonte te worden in Nederland en daar is veel over te zeggen. Toch is er niets mis mee wanneer kiezers aan het woord gelaten worden wanneer de politiek het zelf niet meer weet. Zo werkt dat in een democratie.

De uitslag leverde niet op waar veel SP’ers op hadden gehoopt en waar de peilingen lange tijd op hadden geduid: een duidelijke overwinning. In het electorale geweld van de laatste weken van de campagne tussen VVD en PvdA bleef onze partij, in tegenstelling tot veel andere partijen, wel overeind. Dat biedt perspectief voor de toekomst.

In dit nummer staan we stil bij de uitslag van de verkiezingen en de formatie. Want nu de kiezer gesproken heeft, moet de politiek aan de slag met het resultaat. Geen eenvoudige opgave, ook omdat de formatie dit jaar anders zal verlopen dan gebruikelijk was. Voor het eerst gaan de fractievoorzitters niet eerst bij de koningin langs, maar proberen zij zelf een nieuw kabinet te formeren. Of dat lukt moet de komende tijd uitwijzen.

Hoewel er nauwelijks regels voor bestaan, kent het formatieproces wel een aantal conventies, die ook in de nieuwe opzet voor een belangrijk deel overeind zullen blijven. Historicus Alexander van Kessel schreef er samen met zijn collega Carla van Baalen een boek over: ‘De kabinetsformatie in vijftig stappen’. Spanning sprak met hem en blikte vooruit op de komende formatie.

Daarnaast staat Europarlementariër Dennis de Jong stil bij wat de SP wil met de toekomst van Europa: samenwerking in plaats van competitie en bescherming van sociale verworvenheden. Volgens socioloog Merijn Oudenampsen slaat de SP met haar Europa-verhaal de spijker op zijn kop. In plaats van alleen maar te bezuinigen moet Europa investeren in haar toekomst. Volgens Oudenampsen mag de SP dit verhaal met nog meer bravoure naar buiten brengen. Ook pleit hij voor een krachtig links tegengeluid.

Historicus Matthias van Rossum staat stil bij de nieuwe vakbeweging. Hij recenseert het boek ‘De vakbeweging vernieuwt’ dat het Wetenschappelijk Bureau voor de Vakbeweging onlangs uitgaf en concludeert dat als de vakbonden in staat zijn om hun eigen leden actiever te betrekken bij het beleid van hun organisatie, de vakbeweging een mooie toekomst tegemoet kan gaan.

In de Parels van de Parlementaire Geschiedenis behandelen we in dit nummer de invoering van de Arbeidswet uit 1919. Onder leiding van de sociaal bewogen katholieke minister Aalberse werd toen de 8-urige werkdag ingevoerd. Een verworvenheid waarvan we nu nog steeds de vruchten plukken.

Tot slot gaat Hans van Heijningen op de achterkant kritisch in op de doorrekening van het Centraal Planbureau (CPB) van de verkiezingsprogramma’s en vraagt hij zich af welke waarde hieraan gehecht moet worden.