publicatie

Spanning september 2012 :: CPB: doorgerekend of dol gerekend?

Spanning, september 2012 CPB: doorgerekend of dol gerekend?

Tekst: Hans van Heijningen

Sinds 1986 rekent het Centraal Planbureau (CPB) de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen door. Aanvankelijk door middel van een globale toets, maar in de loop van de jaren steeds uitgebreider. De afgelopen maanden hadden 60 mede-werkers van het CPB en 20 van het Planbureau voor de leefomgeving het daar druk mee. Ook de SP laat haar verkiezingsprogramma al tien jaar doorrekenen door het CPB. Bij de laatste verkiezingen bedankten alleen de PvdD en de DPK van Hero Brinkman voor die eer.

Doorrekeningen: de avond voor de verkiezingen ging Maarten van Rossem in het programma ‘1 voor de verkiezingen’ vol op het orgel. ‘Als ik de afgelopen weken iets achterlijks mee heb gemaakt, is het wel de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s door het CPB. En als ik het woord achterlijk gebruik, dan is dat geen mening maar dan is dat wetenschappelijk onderbouwd. De CPB-modellen zijn pure fictie, deels ideologisch gestuurd en te manipuleren door mensen die de vooronderstellingen van de modellen kennen’, aldus het media-orakel en lijstduwer van de PvdA. De huidige nummer 1 van die partij, Diederik Samsom, schreef in de zomer van 2006 voor het NRC Handelsblad overigens het artikel ‘Stop dictatuur Centraal Planbureau’.

In de discussie over het CPB drukken SP-vertegenwoordigers zich een stuk genuanceerder uit. Zo geeft Ewout Irrgang aan dat er binnen de SP ook dit jaar discussie is geweest over de vraag of het programma aan het CPB voorgelegd wordt. Arnold Merkies, die deze maand geïnstalleerd wordt als nieuw Kamerlid van de SP: ‘Op zich is het fijn dat er een beetje gekeken wordt naar de consequenties van voorgesteld beleid, maar bij de manier waarop dat gebeurt kun je de nodige vraagtekens zetten.’

Dan de belangrijkste resultaten van de CPB-doorrekeningen. Alle partijen blijven voor 2013 binnen de 3%-norm, die door Brussel voor het begrotingstekort is vastgesteld. Op dat vlak krijgt geen van de deelnemende partijen een onvoldoende. Wat betreft de overige resultaten: ‘CPB-cijfers slecht nieuws voor de PvdA’ (openingskop NRC 27 augustus); bij de SP zit je het beste qua koopkracht; en, de VVD is banenkampioen. Bij de SP in 2040 250 duizend banen eraf, bij de VVD 250 duizend banen erbij, luidde de CPB-conclusie. Het verschil tussen SP en VVD is een half miljoen banen. Dat werd vervolgens het mantra van VVD-voorman Rutte, werkgeversvoorzitters Wientjes en Biesheuvel en de krant van wakker Nederland, De Telegraaf.

Het verschil van een half miljoen banen – ook al hebben we het over 28 jaar – dat hakt erin. Een goede reden om eens nader te kijken waarom de SP zo slecht is voor de werkgelegenheid en de VVD het zo goed doet op dit vlak. Het antwoord blijkt verrassend simpel: wie inkomensverschillen verkleint vernietigt banen, wie de uitkeringen afschaft of drastisch verlaagt schept banen, zo luidt de veronderstelling binnen de klassieke economie. Niet alleen SP’ers maar ook meer gematigde sociaal-democraten hebben daar problemen mee; ook voormalig FNV-voorzitter Agnes Jongerius vindt dat het CPB in dit opzicht van verkeerde veronderstellingen uitgaat.

Als het aan de SP ligt maken we nogal wat regelingen (waaronder de ziektekostenverzekering) inkomensafhankelijk. Dat leidt er in de logica van het CPB toe dat hoger betaalden minder gaan werken; een boete op een hoog inkomen doet de werklust namelijk verminderen. Ze gaan lekker op de bank zitten vanwege de belasting op succes.

Nee, dan de VVD. Die maakt de arbeidsmarkt flexibel, verlaagt en verkort de uitkeringen en de uitkeringsduur, zodat al die niet productieve medeburgers eindelijk van de bank af komen en de handen uit de mouwen steken. Wie honger heeft of zijn huur niet kan betalen, gaat namelijk echt wel aan het werk en wie wil werken vindt werk. Zo word je werkgelegenheidskampioen. Emile Roemer heeft het in dit verband terecht over pulpbanen waar je er een paar van nodig hebt om rond te kunnen komen. Nog los van de vraag of die pulpbanen er in 2040 echt komen. Want net als de meeste deskundigen heeft ook het CPB in 2008 via de media moeten vernemen dat het financiële systeem in de VS en later Europa op instorten stond. Het kan gebeuren dat je niet weet wat er morgen gaat gebeuren, maar om vervolgens te claimen dat je 28 jaar vooruit kunt kijken...

Dan een ander argument dat korte metten maakt met het liberale uitgangspunt: hoe ongelijker de inkomensverschillen, des te beter de economische perspectieven. Uit tal van onderzoeken blijkt dat kleine inkomensverschillen een gunstig effect hebben op de volksgezondheid, tot minder criminaliteit leiden en tot meer vertrouwen in elkaar en in de politiek (prof. Herman Werfhorst, hoogleraar sociologie UvA). Het kan zijn dat we op die manier niet alleen beter maar ook goedkoper uit zijn, maar met dat soort verhalen kan het CPB helemaal niks want ze passen niet in de gangbare modellen van de klassieke economie. Nee, investeringen om sociale achterstanden en inkomensongelijkheid te verkleinen zijn kosten; baten als meer veiligheid, minder criminaliteit en lagere medische kosten blijven buiten beschouwing. Met zo’n scheidsrechter heb je geen tegenstander nodig, lijkt mij een logische conclusie voor wie een voorstander is van eerlijk delen.