publicatie

Spanning februari 2010 :: “Wij liggen niet bij de PvdA onder de dekens, maar ook niet bij de SP”

Spanning, februari 2010

“Wij liggen niet bij de PvdA onder de dekens, maar ook niet bij de SP”

De PvdA was van oudsher de partner van de FNV in de Rode familie. Sinds de SP evenveel of zelfs een grotere aanhang heeft onder de leden van de FNV is er in de media nogal wat over te doen geweest. Een enkele vakbondsbestuurder beklaagde zich zelfs over de alomtegenwoordigheid van SP’ers bij manifestaties van de bond. Tijd voor een gesprek met de voorzitter van FNV Bondgenoten, Henk van der Kolk.

Henk van der Kolk zet zich in voor behoud van een goede AOW

Tekst: Sjaak van der Velden Foto: Diederik Olders

Het bericht dat de tomaten de rozen hebben vervangen kwam zeker niet fijn aan bij de vakbondstop. Die bestaat toch uit SP-haters en PvdA-aanhangers?

Henk van der Kolk: “Dat is echt onzin. De vakbeweging is politiek onafhankelijk en dat willen we zijn en blijven. Natuurlijk bestaan er oude banden met de PvdA, we hebben een gezamenlijk verleden en er bestaan persoonlijke banden. Het is echter al heel lang niet meer zo dat die band heel sterk is. Bij problemen vinden we de oplossing niet in ‘laten we Wouter Bos even bellen’. Dat blijkt ook wel als je ziet hoe moeizaam het nu gaat rond de verhoging van de AOW-leeftijd. Wij zijn daar tegen en de PvdA zit in een regering die dat voorstel heeft gedaan. Dat zie je de laatste tientallen jaren trouwens steeds vaker. Als de PvdA in de regering zit, dan ontstaat er vaak een conflict tussen regering en vakbeweging. Dat was in 1991 al zo met de aantasting van de WAO.

Neem mij persoonlijk, dan zie je dat het niet meer zo close is als vroeger tussen bond en partij. Zelf ben ik lid van de PvdA maar toen ik op de Partijraad waarschuwde voor de gevolgen van de aantasting van de AOW kreeg ik de partij niet mee.”

Maar dat verhaal over die relatie komt toch niet uit de lucht vallen?

“De banden tussen vakbeweging en PvdA zijn ook al een tijdje losser aan het worden. Nadat Wim Kok zijn ‘ideologische veren’ afschudde schoof de PvdA steeds verder op naar het politieke midden. De oude achterban verdween daardoor een beetje uit het zicht, maar het blijkt moeilijk om een nieuwe achterban onder jongeren op te bouwen.

Doordat de PvdA een ruimte liet vallen tussen zichzelf en ons lag het voor de hand dat iemand dat gat probeerde op te vullen. Dat deed de SP, ook doordat voorman Marijnissen een uitstraling heeft waarbij mensen denken ‘dat is

er een van ons’.”

Doet dat je geen pijn als PvdA’er?

“Nee, ik heb daar geen moeite mee. Dat komt omdat ik vind dat ik mijn twee petten moet kunnen scheiden. Als PvdA-lid vind ik het misschien niet leuk, maar ik zit hier namens Bondgenoten en dan tellen andere belangen. Zo vind ik trouwens ook dat het moet zijn. Er bestaan natuurlijk personele unies, maar je mag niet namens een politieke partij binnen de FNV gaan opereren. Dat accepteren we niet.

Wat ook niet kan is als een politieke partij acties of een leus van ons kaapt. Dat was bijvoorbeeld het geval toen wij in 2006 een manifestatie organiseerden onder het motto ‘Gelijk werk, gelijk loon’. De SP liet toen een vliegtuigje met diezelfde leus boven de manifestatie vliegen, dat vinden we dan niet prettig. Steun oké, maar doe dat dan niet met onze leus want dat wekt verwarring. We moeten allebei ons eigen territorium bewaken, maar we kunnen natuurlijk wel samenwerken in een actie. Dat de SP bij acties vaak manifest aanwezig is, kan ik ze niet kwalijk nemen. Wel geldt – en daar is de vakbeweging helder in – dat wij politiek ongebonden zijn, we zijn een onafhankelijke maatschappelijke organisatie. Kortom, als we de SP uitnodigen voor een actie dan nodigen we ook andere partijen uit.”

Maar hoe zit het dan met politieke voorkeuren?

“Ik zei al dat ik lid van de PvdA ben. Dat is trouwens niet altijd zo geweest, want ik kom oorspronkelijk uit de PPR en kwam toen in GroenLinks terecht. Bij GL voelde ik me thuis omdat daar het belang van het milieu in goede handen was. Tegenwoordig heeft iedere partij het milieu hoog in het vaandel staan en na het vertrek van Paul Rosenmöller ontwikkelde GL zich tot een sociaal-liberale partij. Niets mis mee, maar daar voelde ik me niet meer

bij thuis.

In de vakbeweging bestaat een breed scala aan politieke voorkeuren. Je hebt mensen die vinden dat we op basis van machtspolitiek onze eisen moeten stellen en nauwelijks compromissen moeten sluiten en je hebt aanhangers van

de visie dat de vakbeweging een soort sociale ANWB moet zijn.

Als het aan mij lag zou er een brede linkse beweging moeten zijn met verschillende vleugels. De versnippering die nu bestaat, maakt links eigenlijk zwak. Ik vind het daarom wel goed te merken dat er weer toenadering lijkt te zijn tussen SP en GroenLinks aan de ene kant en de PvdA aan de andere kant. Althans dat er geluiden klinken in die richting.”

Dus de vakbeweging moet afhankelijk van het onderwerp politieke steun zoeken?

“Ja, maar ik wil een uitzondering maken voor de PVV van Wilders. Die partij wil mensen uitsluiten en wij willen juist insluiten. Vandaar ook de commotie toen Agnes Jongerius een paar maanden geleden de uitspraak deed dat ze steun tegen de AOW-maatregel wilde zoeken bij de duvel en z’n ouwe moer, en zelfs bij Wilders. De oplossing van Wilders is de onze niet, hoewel we beseffen dat er ook onder onze leden PVV-stemmers zijn.

Wat mij betreft zou er wel een gesprek mogen komen tussen de SP en de top van de vakbeweging. We houden ons voor een deel met dezelfde onderwerpen bezig en zitten vaak op dezelfde lijn. Maar nogmaals, dat houdt niet in dat we de PvdA, dan inruilen voor de SP.

Het is allemaal heel subtiel. We willen wel kleur bekennen, maar blijven onafhankelijk. Daarom geven we ook geen stemadvies.”

Gaat de verantwoordelijkheid van de vakbeweging verder dan alleen maar werk en inkomen?

“Dat is natuurlijk wel onze kernactiviteit, maar we zijn er niet alleen voor brood en boter. We zijn ook verantwoordelijk voor het verbinden van mensen. De integratie is echt iets heel belangrijks. Dat de PVV zoveel aanhang heeft, is niet goed. De problemen waar zij het over hebben zijn echter wel reëel.

Daarom zijn we bijvoorbeeld in oud-Charlois in Rotterdam begonnen met een spreekuur voor agrarische werknemers. Op de werkplek konden we die Polen, Turken en Marokkanen haast niet bereiken, maar via zo’n spreekuur lukt dat wel. Inmiddels hebben we het spreekuur uitgebreid; zo dragen we een steentje bij aan het samenleven van al die groepen, aan de integratie.”

Dat is werken op basisniveau, maar de meeste ellende komt toch uit Brussel.

“Dat is inderdaad een punt van zorg voor ons. We denken daar veel over na, onder andere in de vorm van conferenties die we organiseren over Europa. Pasklare antwoorden hebben we echter niet. Al tientallen jaren staat alles in het teken van de vrije markt. Er mag best een sociaal Europa komen, maar dan wel binnen een vrije markt. Dat is al jaren de dominante politieke cultuur in Europa. Als vakbeweging moeten we daartegen strijden, want het vooropstellen van de vrije mededinging leidt echt tot een sociaal gat in Europa. De Europese vakbeweging moet een offensief voeren voor een sociaal Europa, maar dat staat allemaal nog in de kinderschoenen. We moeten leren goed te lobbyen in Brussel. Je kan het niet meer wegdenken dus moeten we er ons voordeel mee leren te doen.”

Daar zullen de vakbeweging en de SP elkaar ook wel tegenkomen.

“Zeker, maar wij zijn wel voor Europa, een sociaal Europa wel te verstaan. Waar we elkaar tegenkomen, zullen we bezien of we dezelfde visie hebben en ieder vanuit eigen verantwoordelijkheid onze rol kunnen spelen. We liggen niet met de PvdA onder de dekens wat sommigen daar ook over denken, maar we gaan ook niet met de SP onder de dekens.”