publicatie

Spanning februari 2010 :: Vakbeweging in beweging

Spanning, februari 2010

Vakbeweging in beweging

Al enkele jaren probeert de vakbeweging de werknemers in de schoonmaak te organiseren. Het is een sector met een lage organisatiegraad en de werkomstandigheden zijn soms flink onder de maat. Waar vakbonden zwak zijn, zijn de arbeidsomstandigheden meestal slecht. Het omgekeerde is ook vaak waar. Waar sterke vakbonden bestaan, zijn de lonen meestal hoger dan in andere sectoren, en ook de arbeidsomstandigheden zijn daar over het algemeen beter.

Toen het socialisme ontstond kwamen de eerste socialisten al gauw tot het inzicht dat maatschappijverandering alleen kon plaatsvinden als ook de grootste klasse zich daarvoor zou inzetten. Die klasse, de arbeidersklasse, had namelijk zoveel potentiële macht om door stakingen het maatschappelijke leven stil te leggen dat zij de eigenaars zo konden onteigenen. Het onteigenen van de eigenaars, het breken van de macht van het kapitaal, was volgens socialisten de weg naar een betere wereld.

Onafhankelijk van die socialisten waren arbeiders zelf al begonnen zich te organiseren in vakbonden, organisaties die tot doel hebben om de belangen van hun leden te behartigen op het gebied van lonen en arbeidsomstandigheden. Ze streden voor hoger loon, korter werken, prettigere werkomstandig-heden, maar ook voor betere sociale wetgeving. Het lag dan ook voor de hand dat vakbewegingen en socialistische groepen elkaar ontmoetten. Voor socialisten was de vakbeweging immers de plek waar ze aansluiting vonden bij de arbeidersklasse die de wereld zou verbeteren. Omgekeerd konden vakbondsleden de socialisten gebruiken in hun dagelijkse strijd voor verbetering.

In deze Spanning gaan we uitgebreid in op de relatie tussen vakbonden en socialisten. Jan Marijnissen en Paul Ulenbelt vertellen hun eigen geschiedenis met de vakbeweging. Hoe socialisten daar in de jaren zeventig mee omgingen, maar vooral ook hoe SP’ers van nu zich in kunnen zetten voor de vakbeweging zonder daarmee in conflict te raken. Sjaak van der Velden geeft aan de hand van de geschiedenis een aantal voorbeelden van hoe het niet moet, hoe in het verleden linkse partijen vakbonden wel eens voor hun karretje spanden en zo de bond te gronde hielpen.

Het voortbestaan van de vakbeweging wordt al tientallen jaren bedreigd. Rechtse politici en opiniemakers roepen al sinds de economische crisis van de jaren zeventig dat het afgelopen moet zijn met de macht van de bonden, en veel ondernemers roeren diezelfde trom. Bijna niemand maakt het echter zo bont als Margaret Thatcher in Engeland presteerde. Tiny Kox beschrijft hoe zij en haar conservatieve partij midden jaren tachtig doelbewust de mijnwerkersbond in de val lokten.

Een positiever geluid horen we van de vakbondsbestuurders Stam en Schellenberg. Door strijd valt de vakbeweging zeker te redden, maar dan moet het polderen wat naar de achtergrond. Henk van der Kolk, voorzitter van FNV Bondgenoten, steekt de SP een hand toe. Hij zou het een goed idee vinden als de SP eens met de top van de vakbond zou overleggen.

Tuur Elzinga en Dennis de Jong gaan in op het internationale karakter van de vakbeweging. Het kapitaal is internationaal georganiseerd, wat betekent dat de vakbeweging ook veel meer op de internationale strijd in zal moeten zetten.

Ron Meyer, organizer bij FNV Bondgenoten en raadslid in Heerlen, laat zien hoe het moderne werk van de vakbeweging erg lijkt op hoe de SP werkt. Naar de mensen, door de mensen.

Ronald van Raak begint de nieuwe reeks Het Rijke Rooie Leven met commentaar op een van de bekendste stakingsprenten uit de Nederlandse geschiedenis.