publicatie

Spanning, september 2008 :: Column - Het magische denken in de economie

Spanning, september 2008

Het magische denken in de economie

Van ondernemers, handelaren en bankiers wordt gedacht dat zij rationeel handelen. Maar wat moet je dan denken over opmerkingen als: “De AEX heeft de magische grens van 400 gepasseerd”, of “de beursbarometer sloot onder de psychologisch belangrijke grens van 400”? Er is immers helemaal geen objectieve reden zo’n getal belangrijk te vinden.

De huidige kredietcrisis laat zien hoeveel irrationaliteit er is. De nervositeit weerspiegelt wel een objectieve werkelijkheid: de economische ontwikkeling is erg ongewis geworden. De onvoorspelbaarheid is fundamenteel en staat haaks op de gedachte dat ‘de markt’ efficiënt werkt als je maar de ‘juiste’ voorwaarden voor het functioneren van de markt schept. Het is geen theorie maar een bezweringsformule. Het komt neer op: als je het maar goed doet, dan komt het wel goed.

De vraag is echter of je wel in staat bent de ‘juiste’ voorwaarden tot stand te brengen en in stand te houden. Marktwerking heeft invloed op voorwaarden; het is een kunst voor ondernemingen om de voorwaarden in hun voordeel te manipuleren. Het aantal interacties tussen martkpartijen, voorwaarden en omstandigheden is niet te overzien. Ze doorkruisen voortdurend voorspellingen. Wat rationeel is voor de ene partij kan ongelukkig uitwerken voor de totale gemeenschap. Denk maar aan het vlucht-gedrag van een groep mensen bij gevaar. Het kan leiden tot een blokkade van de uitgang. Zo is ook de kredietcrisis ontstaan vanuit een opeenstapeling van individuele slimmigheden van bankiers en beleggers.

In de afgelopen tijd ben ik bezweringsformules regelmatig tegen gekomen bij mijn onderzoek naar aanbestedingen. Op mijn rapport ‘Komt de bus wel zo?’ is gereageerd dat het gaat om een ‘leerproces’. De overheid moet leren het goed te doen – het ligt dus niet aan de marktwerking dat dingen verkeerd gaan. In mijn rapport liet ik echter zien dat de marktwerking tot calculerend gedrag leidt bij beide marktpartijen (overheid en commercieel bedrijf) en dat dit de betrouwbaarheid van het openbaar vervoer heeft ondermijnd. Het gebrek aan betrouwbaarheid ziet men ook in de zorg opduiken. En dat is geen wonder, want de klant is slechts van belang voor zover het bedrijfsbelang met hem of haar gediend wordt. Er wordt bijvoorbeeld steeds bezuinigd op reservecapa-citeit. Dit zuinige, economisch aandoende gebruik van beschikbare middelen gaat ten koste van de gebruikszekerheid voor klanten en zet werknemers onder zware druk. De overheid kan wel eisen stellen aan de betrouwbaarheid, maar staat met lege handen als de betrokken onderneming zich op overmacht kan beroepen na een te rooskleurige offerte.

Bezweringsformules van het soort ‘als je het maar goed doet, dan komt het wel goed’ komt men regelmatig in de politiek tegen, linkse kringen inbegrepen. De formule leidt de aandacht af van de concrete discussie over wat zinvol is, en suggereert dat dan ook automatisch een goed resultaat tot stand zal worden gebracht. Maar zo mechanisch zit de wereld niet in elkaar. Sterker zelfs. Als een activiteit goede resultaten oplevert, moet men bewijzen dat het één uit het ander voortvloeit en niet uit andere factoren die meespelen. En omgekeerd, als een activiteit geen goede resultaten oplevert, betekent dit niet automatisch dat verkeerd is gehandeld. Het kan ook aan ongekende of niet beheersbare omstan-digheden liggen. De beste kaartspeler verliest wel eens een potje van een leek die gewoon veel betere kaarten had. Activisten kunnen hiervan leren dat te allen tijde kritisch gekeken moet worden naar de verhouding tussen de oorzaken en hun vermeende gevolgen. Dát, en niet het uiten van bezweringsformules als je ongelijk lijkt te krijgen, is rationeel handelen.

Nico Schouten

Is medewerker van het wetenschappelijk bureau van de SP en ondermeer auteur van het rapport ‘Komt de bus wel zo? Aanbesteding een slecht idee.’