Geen concurrentie tussen medewerkers

Meer dan 3 miljoen Nederlanders hebben een onzeker contract. Dat is maar liefst 37 procent van de werkenden. Dat enorme aantal verzwakt de onderhandelingspositie van de vakbeweging. De flexmedewerkers zijn veelal geen lid van de vakbond. Hun positie is vaak uiterst kwetsbaar, want zij hebben drie keer onzekerheid. Aan het begin van de week weten ze niet wanneer ze moeten werken. Aan het eind van de maand weten ze niet hoeveel, of beter gezegd hoe weinig geld er op de bankrekening bijkomt. En zij weten niet of ze over een paar maanden überhaupt nog een baan hebben. Daardoor kunnen ze nauwelijks toekomstplannen maken. Zij hebben vaak moeite om een huis te kopen, stellen het krijgen van kinderen uit en hebben dagelijks geldzorgen.

Hoe zit het?

Door de grote verschillen in arbeidskosten tussen vaste en flexmedewerkers zijn medewerkers concurrenten van elkaar geworden. Deze concurrentie staat hun eigen welvaart in de weg. Dat analyseerde Karl Marx al in het Communistisch Manifest. Dat zit zo. Met weinig banen en veel medewerkers, kun je werk krijgen door een lager loon te accepteren dan anderen. Zo zorgt concurrentie ervoor dat de lonen omlaag gaan. Ondertussen zorgt concurrentie tussen kapitalisten ervoor dat zij hun kapitaal steeds verder vergroten. Oftewel: de ongelijkheid groeit. Het vaste contract en algemeen verbindend verklaren van cao’s waren overwinningen van de vakbonden waarmee een stop op concurrentie kwam. De flexibilisering van arbeid met nul-urencontracten, tijdelijke contracten en zzp’ers leidt opnieuw tot loonconcurrentie tussen mede­werkers.

Wat er al gebeurt

Na jaren waarin de overheid flexibilisering met prijsverschillen aanwakkerde, lijken de ideeën hierover te veranderen. Er daalt een inzicht in dat onzeker werk bijdraagt aan de lage lonen. Ook is duidelijk geworden dat de flexibilisering in Nederland veel verder is gegaan dan in andere landen. De meest besproken oplossing hiervoor komt uit de koker van D66: de vaste contracten onzekerder maken en flex ietsje zekerder. Daarmee wordt het makkelijker om mensen te ontslaan. Vanaf volgend jaar wordt flexwerk iets duurder dan vast werk, doordat de WW-premie die bedrijfseigenaren moeten betalen bij onzekere contracten hoger wordt dan bij een vast contract.  Daarnaast wil de regering een bepaalde schijnconstructie (contracting) verbieden en een minimumtarief van 15 euro invoeren voor zzp’ers. Maar een belangrijk prijsverschil tussen vaste contracten en tijdelijk werk blijft overeind. Is er geen werk, dan wordt bij tijdelijke contracten niets betaalt.

Wat kunnen we doen?

Overbodige tijdelijke contracten uitbannen

Er worden telkens nieuwe constructies verzonnen, zoals nul-urencontracten, min-max-contracten, uitzendovereenkomsten, zzp, payrolling, contracting, en morgen is het weer iets anders. Allemaal constructies die feitelijk betekenen dat het risico op een wisselende hoeveelheid werk volledig bij medewerkers komt te liggen, waar dat met een vast contract bij de bedrijfs­eigenaar ligt. Bij tijdelijke constructies geldt: geen arbeid, geen loon.  Tot ver in de jaren negentig was het in de bouw echter verboden om met flexmedewerkers te werken.


En recent is in de ouderenzorg met een organizing-campagne een verbod op nul-uren­contracten afgedwongen. Het vaste contract moet weer de norm worden, waarmee het risico op een wisselende hoeveelheid werk weer bij de bedrijfseigenaar komt te liggen. Daarnaast moet een forse toeslag voor flex­medewerkers een rem zetten op het gebruik van (nieuwe) flexconstructies.

Schijnzelfstandigheid uitbannen

Een groot deel van de zzp’ers is in feite schijnzelfstandige. Zij zijn door het ontbreken van alternatieven en onderhandelingsmacht gedwongen deze constructie te aanvaarden. Denk aan de pakket- en maaltijdbezorgers en de taxichauffeurs van Uber. Er zijn verschillende oplossingen om de schijnzelfstandigheid te bestrijden. Allereerst moeten de belastingvoordelen voor zzp’ers geleidelijk worden afgebouwd in combinatie met het bieden van alternatieven voor een pensioen- en arbeidsongeschiktheidsverzekering. Daardoor wordt een belangrijk deel van het prijsverschil ongedaan gemaakt. Daarnaast moet er wettelijk een scherper onderscheid worden gemaakt tussen een medewerker en een zzp’er. In Californië is in een nieuwe wet bepaald dat zzp’ers niet kunnen worden ingezet op de hoofd­activiteit van een bedrijf. Daardoor wordt het bijvoorbeeld voor Uber onmogelijk om zzp’ers als chauffeur te laten werken.

Arbeidsmigratie reguleren

De verschillen in sociale zekerheidspremie moeten ongedaan worden gemaakt door in het land van tewerkstelling voor iedereen dezelfde premies verplicht te stellen. Daarnaast moet de arbeidsmigratie gereguleerd worden door middel van tijdelijke vergunningen, gekoppeld aan de volgende voorwaarden: in de sector moeten minimaal 50 vacatures op duizend banen minimaal 5 weken openstaan, in de sector is maximaal 20 procent van de medewerkers arbeidsmigrant en de loongroei moet de afgelopen drie jaar boven de indexatie liggen.