Belasting op kapitaal moet omhoog

Kapitaal wordt in Nederland weinig belast, in tegenstelling tot arbeid. Dat geldt zowel voor kapitaal van grote bedrijven als van rijke individuen. Beide hebben tal van mogelijkheden om hun belastingdruk omlaag te brengen. Het gevolg: minder belastinginkomsten voor de overheid, groeiende ongelijkheid tussen kapitaalbezitters en loonafhankelijken, en toenemende invloed van kapitaalbezitters op politiek en economie.

Hoe zit het?

Vaak wordt gesteld dat kapitaal internationaal mobieler is dan arbeid en daardoor gevoeliger voor de verhoging of verlaging van belastingdruk. Het is daarom vanuit economisch oogpunt verstandiger om de lasten op kapitaal te verlagen: anders gaat het ergens anders heen, waar het voordeliger is. Alle landen zijn in deze gedachtegang meegegaan, waardoor de lasten op kapitaal overal naar beneden zijn gebracht. Ook in Nederland hebben opeenvolgende regeringen, van PvdA tot VVD, alles in het werk gesteld om het kapitaal in de watten te leggen. De winstbelasting is in stappen omlaag gebracht, de kapitaals­belasting is afgeschaft, zo ook de vermogensbelasting, de erfbelasting is verlaagd, enzovoort, enzovoort. Daardoor is de belastingdruk steeds meer verschoven van kapitaal naar arbeid.

Wat er al gebeurt

Ook Rutte III heeft de belasting op kapitaal verder verlaagd. Zo daalt de winstbelasting voor grote bedrijven. Aanvankelijk stapsgewijs van 25 naar 22,25 procent in 2021, maar vanwege het niet doorgaan van de afschaffing van de dividendbelasting voor buitenlandse aandeelhouders, zelfs naar 20,5 procent.

Wat kunnen we doen?

Winstbelasting omhoog

Het wordt tijd om de race naar beneden te keren. De winstbelasting voor grote bedrijven (vennootschapsbelasting) is in veertig jaar tijd meer dan gehalveerd: van 48 procent in 1980 naar 20,5 procent in 2021. Multinationals moeten eindelijk eens hun eerlijke deel aan belastingen gaan betalen. Zeker als je bedenkt dat deze in werkelijkheid niet meer dan een paar procent betalen. Of soms helemaal niets, zoals Shell, Philips en Akzo Nobel. Dat kunnen ze doen door gebruik te maken van de vele mogelijkheden die het Nederlandse belastingstelsel biedt om belasting te ontwijken. Een andere optie is door een afspraak te maken met de Belastingdienst, die dan ook nog eens geheim blijft. En tot slot doordat de belastinggrondslag voor de winst steeds kleiner gemaakt wordt, bijvoorbeeld met aftrekposten. Voor kleine bedrijven zijn dergelijke mogelijkheden niet weggelegd. Die betalen het volle pond. Aan dit ongelijke speelveld moet een einde worden gemaakt.

Kapitaal kan flink meer aan de schatkist bijdragen met een verhoging van de winstbelasting, het stoppen van belasting­ontwijking en geheime afspraken met de Belastingdienst, en een verruiming van de belastinggrondslag voor winst. Dat zou er wel toe kunnen leiden dat multinationals uitwijken naar andere landen. Maar zeker is dat allerminst, want het belastingklimaat is niet de enige reden dat bedrijven hier gevestigd zijn. Ook de gunstige geografische ligging, uitstekende infrastructuur en transportmogelijkheden, hoog opgeleide beroepsbevolking en kwalitatief goede gezondheidszorg spelen een belangrijke rol in de keuze voor Nederland. Mochten multinationals hun activiteiten toch naar elders verplaatsen, dan kan dat inderdaad ten koste gaan van economische groei en werkgelegenheid. Maar als je de belastingopbrengsten afzet tegen de duizenden miljarden aan kapitaal die jaarlijks door Nederland stromen, dan zijn deze nihil. Daarbij kun je je afvragen welk maatschappelijk nut wordt gediend door diegenen die grote bedrijven helpen om zo min mogelijk belasting te betalen. Deze veelal hoogopgeleide medewerkers zouden in sectoren waar momenteel grote tekorten zijn, zoals het onderwijs, de zorg, de techniek of ICT, van veel meer waarde kunnen zijn.

Voer de kapitaalsbelasting opnieuw in

Tot 2006 kende Nederland een kapitaalsbelasting. Dit was een heffing van 0,55 procent op uit te brengen aandelen. Hoewel het tarief sinds de invoering in 1976 al stapsgewijs verlaagd was van 1 naar 0,9 naar 0,55 procent, zou het blijven bestaan van de heffing ‘een slecht signaal’ afgeven, zo werd beweerd. Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië hadden de heffing immers al afgeschaft en het bedrijfsleven zag het bestaan van de kapitaalsbelasting in Nederland als een concurrentienadeel. Beleggingsinstellingen dreigden Nederland te verlaten als de kapitaalsbelasting niet werd afgeschaft. En dus gebeurde dat, overigens zonder dat er een haan naar kraaide. Wederom ging Nederland mee in de race naar beneden van de belasting op kapitaal. Zonder dat duidelijk was wat de toegevoegde waarde hiervan was voor de reële economie. Terwijl de maatregel wel zo’n 200 miljoen euro kostte. Herinvoering van een kapitaalsbelasting zou daarom het overwegen waard zijn. Mogelijk leidt dat tot wat minder investeringen, maar je geeft wel een belangrijk signaal af aan kapitaal, namelijk dat het ook gewoon belasting moet betalen.

Verhoog de erfbelasting

Zoals gezegd wordt kapitaal in Nederland nauwelijks belast. Dat geldt voor vermogens, vermogenswinsten en erfenissen. Neem de erfbelasting. Volgens premier Rutte de minst rechtvaardige van alle belastingen: ‘Je hele leven betaal je al belasting en als je per ongeluk wat overhoudt, komt het blauwe gevaar nóg een keer langs.’ Tijdens zijn eerste kabinet maakte hij dan ook meteen werk van het verlagen van de erfbelasting. Sinds 2010 worden erfenissen nog maar met gemiddeld 12 procent belast. De vraag is hoe rechtvaardig dat is, want iemand die een erfenis ontvangt heeft daar geen enkele inspanning voor hoeven leveren. Waarom zou je onverdiend inkomen niet veel zwaarder belasten? Zeker als je bedenkt dat het werkelijke tarief van de erfbelasting nog veel lager ligt, vanwege allerlei schenkingsconstructies en andere vrijstellingen. Het zijn bovendien vooral de grote erfenissen die worden ontlast. Je zou daarom nalatenschappen boven een bepaald bedrag met een oplopend tarief kunnen belasten. Kleine erfenissen worden zo ontzien en de overheid krijgt meer inkomsten binnen om allerlei belangrijke zaken mee te financieren.