Minimaal een fatsoenlijk bestaan

In het rijke Nederland zijn steeds meer werkende armen. Elke dag hard werken voor je geld en onder de streep in armoede leven. Dat is de realiteit voor 320.000 Nederlanders, vooral werkende zzp’ers en alleenstaanden, becijferde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Hoe zit het?

Volgens het SCP wordt armoede onder werkenden vooral veroorzaakt door te lage uurtarieven voor zzp’ers en voor mensen in loondienst die te weinig werkuren krijgen. Het aantal zzp’ers stijgt, inmiddels al tot 1,3 miljoen. Zij gaan over hun eigen tarieven. De concurrentie op de markt dwingt hen om de tarieven steeds te verlagen, zelfs tot onder de armoedegrens. Maar ook mensen in loondienst kunnen te maken krijgen met armoede: door flexibilisering. Nul-urencontracten, tijdelijke contracten en uitzendwerk geven geen verzekering van een minimaal aantal uren werk. Zo kan het gebeuren dat steeds meer mensen door de bodem van een fatsoenlijk leven zakken.

Wat kunnen we doen?

Verhoging minimumloon volgens de PvdA

Er zijn verschillende minimumloontarieven. Een op basis van een 40-urige werkweek, van een 36-urige, enzovoort. De PvdA heeft voorgesteld om ongeacht de gangbare werkweek in de betreffende sector, één minimumuurloon in te voeren: op basis van de 36-urige werkweek. Voor de grote groep mensen die nu een minimumloon op basis van 36 uur krijgen, verandert er dus niets. De PvdA verkoopt het als een verhoging van 10 procent, maar het gaat gemiddeld om slechts 4 procent. De tekst waarin dit voorstel wordt verpakt is een stuk mooier dan de inhoud. Het is weliswaar goed om te doen, de SP stelt het dan ook voor. Maar op zichzelf is het niet genoeg en bij de PvdA blijft het hierbij.

10 procent verhoging van de SP

De SP heeft voorgesteld om dit met 10 procent te verhogen: van 9,44 naar 10,38. Het grote voordeel van dit voorstel ten opzichte van het PvdA-voorstel is dat iedereen met minimumloon er geld bij krijgt. Sterker nog, een hoger minimumloon duwt de cao-loonschalen daarboven ook omhoog. Daardoor gaan vrijwel alle middenklasselonen mee omhoog. Er zijn niet alleen voordelen. De uitkeringen zijn aan het minimumloon gekoppeld. Dus als het minimumloon omhooggaat, is de overheid meer kwijt aan uitkeringen. Nu kun je betogen dat die ook weleens wat omhoog mogen. Maar hierdoor kost een verhoging van het minimumloon alleen al ˇ3 miljard extra. Nadere studie naar de berekening levert op dat vrijwel alles opgaat aan hogere AOW: de uitkering om armoede onder 65-plussers te voor­komen.

Geïnspireerd door de succesvolle campagne Fight for Fifteen in de VS, is de grootste Nederlandse vakbond FNV gestart met een campagne voor een minimumloon van ˇ14. Die eis is hoger, maar in de kern niet fundamenteel anders dan 10 procent verhoging. Waar 10 procent verhoging ˇ3 miljard kost, zal dat bij ˇ 14  uiteraard wel hoger zijn.

Leefbaar Loon berekend door Nibud, zoals Living Wage in VK

De Britse regering heeft op dit moment een minimumloon ingesteld van £7,70. Volgens velen is dit bedrag veel te laag om in het Verenigd Koninkrijk van te kunnen leven. Daarom stelt de Living Wage Foundation jaarlijks het ‘leefbaar loon’ vast. Zo’n 5000 bedrijfseigenaren betalen hun medewerkers minimaal dit bedrag. Een volledig vrijblijvend voorbeeld, met daardoor een beperkt bereik. De bedrijven die zich aansluiten zouden zonder dit initiatief mogelijk ook een hoger loon betalen dan het minimumloon. Als campagne heeft het echter wel invloed. Mede door de campagne Living Wage heeft de Britse regering het minimumloon voor 25-plussers verhoogd naar £8,20.

De definitie van het leefbaar loon is ook interessant voor Nederland: een inkomen dat minimaal nodig is voor een fatsoenlijk leven. Dat is eigenlijk wat het wettelijk minimumloon had moeten zijn. Ook in Nederland is het minimumloon niet genoeg. En van jaar tot jaar verschilt het wat minimaal nodig is voor een fatsoenlijk leven. Daarom berekent het Nibud jaarlijks onafhankelijk een leefbaar loon. De overheid gebruikt de berekening vervolgens om jaarlijks het wettelijk minimumloon vast te stellen.

Invoeren minimumtarief voor zzp’ers (gelijk aan minimumloon)

Als het over het tekortschietende minimumloon gaat, wordt vaak vergeten dat het wettelijk minimumloon al lang niet meer het daadwerkelijke minimale loon is. Veel mensen werken als zzp’er en bepalen zelf hun tarieven. Dat klinkt heel vrij, maar is voor het slechtst betaalde werk een onderwerping aan de concurrentietucht van de markt. Dat betekent steeds lagere tarieven, tot zelfs onder het minimumloon. Totdat zzp-­constructies zijn uitgebannen, kan een minimumtarief worden ingevoerd. Dat is een stop op de race naar beneden. Dit tarief moet gelijk zijn aan het wettelijk minimumloon, zodat daarop geen concurrentie ontstaat tussen zzp en loondienst.