publicatie

Tribune 4/2010 :: De Griekse tragedie

Tribune, april 2010

Actueel

De Griekse tragedie

Slikken of stikken. Dat lijkt een treffende omschrijving als het gaat om de redding van Griekenland, dat kampt met een steeds hoger oplopend begrotingstekort. Daardoor kan het land steeds moeilijker geld lenen op de kapitaalmarkt, waardoor uiteindelijk de waarde van de euro onder druk kan komen te staan. De Europese landen hebben nu gekozen voor noodhulp via het IMF. SP-Kamerlid Ewout Irrgang: “Niets doen kan leiden tot verdere escalatie.”

Tekst Rob Janssen Illustratie Arend van Dam

“Laten we eerlijk zijn: de Griekse overheid heeft ons drie keer belazerd.” Ewout Irrgang laat er geen gras over groeien. Het SP-Kamerlid kaartte de Griekse fratsen met overheidsfinanciën vier jaar geleden al aan. Het land zou inkomsten uit onder meer illegale prostitutie, smokkel en witwassen meetellen in het bruto nationaal product. “Eerst spiegelde Griekenland ons voor dat het financieringstekort kleiner was dan drie procent, zodat het land kon toetreden tot de euro. In 2006 heb ik aan minister Bos gevraagd om naar aanleiding van dat gesjoemel toch eens bij de Grieken in de boeken te gaan kijken. Nooit meer iets van gehoord. En nu blijkt het Griekse tekort niet zes, maar twaalf procent te zijn. Erg geloofwaardig is het land dus niet”, aldus Irrgang.

Binnenkort loopt een deel van de leningen aan Griekenland af, terwijl het tekort veel hoger is – daar moeten dus nieuwe leningen voor worden aangegaan. Door het gebrek aan vertrouwen in de Griekse staatsfinanciën vragen beleggers enorme rentes om het risico af te dekken. En dat is voor de lange termijn onbetaalbaar voor de Grieken.

Geloofwaardig of niet; feit is dat niet alleen de Grieken maar ook de andere eurolanden nu met een groot probleem zitten. ‘Want niet alleen Griekenland staat voor duivelse dilemma’s. De hele Europese Unie kan Griekenland steunen, wat mogelijk geld kost. Maar niets doen en de Grieken aan hun lot overlaten kan leiden tot verdere escalatie van de situatie waardoor de euro onder steeds grotere druk kan komen te staan.

De Griekse regering heeft er in ieder geval voor gekozen om iets te doen aan de gigantische schuldenlast. Belastingverhoging en accijnsverhoging op tabak en brandstof behoren tot de maatregelen, net als het bezuinigen op ambtenaren en het verhogen van de pensioenleeftijd. Dat leidde tot massale protesten en stakingen. Ook hier stelt men zich de vraag: wie betaalt de crisis? Irrgang: “De huidige sociaal-democratische regering moet het puin ruimen dat de vorige conservatieve regering heeft achtergelaten. Daarbij legt ze wel de rekening neer bij de gewone mensen. Ik vind dat een deel van die rekening ook bij degenen moet worden gelegd die profiteren van het geringe vertrouwen in de Griekse economie. Dat zijn onder meer de beleggers die torenhoge rentes op Griekse staatsobligaties krijgen. Een dergelijke herstructurering van schulden is niet eenvoudig, want het land bevindt zich momenteel bepaald niet in de positie om zoiets te doen. Maar Griekenland zou daarbij geholpen moeten worden.”

“Nóg meer macht van Europa is voorkomen”

Onlangs stemde de Tweede Kamer – met steun van de SP – in met noodhulp voor Griekenland via het Internationaal Monetair Fonds (IMF), waarna de eurolanden eventueel aanvullende leningen kunnen verstrekken.

Ewout Irrgang is blij met het feit dat het IMF het voortouw neemt. Volgens de SP’er was het scenario ‘die Grieken zoeken het maar uit’ geen optie. “Om te beginnen is het IMF ervoor in het leven geroepen om dergelijke financiële hulp te bieden. Kijk, de gewone man in Griekenland wordt er niet beter van als we niks doen. Verder is het zeker niet uitgesloten dat, als Griekenland in een acute betalingscrisis blijft, er via landen als Italië, Spanje en Portugal een kettingreactie ontstaat en er een nieuwe algehele financiële crisis ontstaat die gevolgen kan hebben voor de waarde van de euro.”

Wat bij Irrgangs afweging zeker ook meespeelde was het feit dat Frankrijk, de Europese Centrale Bank en de Europese Commissie ervoor pleitten om de eurolanden zelf in de geldbuidel te laten tasten. “Dat had een puur politieke achtergrond en een heel verkeerde ook”, analyseert Irrgang. “Frankrijk en de Europese Commissie waren erop uit om de Griekse crisis te gebruiken om de invloed van de EU te vergroten. Hun voorstel zou in feite een stap richting een zogenaamde Europese Politieke Unie zijn geweest; een federaal Europa, waarin de lidstaten nog meer bevoegdheden aan Brussel afstaan. Uiteindelijk heeft Duitsland dat weten te voorkomen – met steun van Nederland.”

Maar ligt het gevaar niet op de loer dat het IMF in ruil voor steun allerlei liberaliseringseisen stelt? Immers: het liberaliseren en privatiseren van overheidsdiensten en –bedrijven behoort tot de corebusiness van het IMF. Irrgang: “De IMF-interventie is inderdaad niet zonder risico. Er ligt een taak om goed in de gaten houden dat het fonds zich beperkt tot het op orde helpen brengen van de Griekse financiën. Maar let wel: als de EU het voortouw had genomen in de steun aan Griekenland, in plaats van het IMF, was het gevaar van een grote uitverkoop ook aanwezig geweest.”

Het is een scenario waarvoor menig euro-scepticus gewaarschuwd heeft; ook de SP was tegen de Europese monetaire gelijkschakeling met de euro. Inmiddels is duidelijk: het euro-stabiliteitspact heeft niet kunnen zorgen voor stabiliteit. Griekenland kan niet meer op eigen houtje zijn valuta beïnvloeden – vroeger een probaat middel om tijdelijk de export te stimuleren. En wanbeleid in één euroland maakt de euro voor álle eurolanden zwakker. Iedereen zit aan iedereen vast, alles kleeft aan elkaar. Nu het zover is gekomen, is het kiezen uit twee kwaden. Niets doen is nog erger. Een duivels dilemma, zoals in de klassieke Griekse tragedies.