publicatie

Tribune 12/2008 :: Reportage :: Een dagje met wethouder Karin Walters

Tribune, december 2008

REPORTAGE

‘Goed voor mensen zorgen is leuker dan alleen hard optreden’

Een dagje met wethouder Karin Walters

O jee, een SP-er, zo’n soft type dat geld over de balk gaat smijten! Hilversumse ambtenaren hielden aanvankelijk wel even de adem in. Maar wethouder Karin Walters geeft het minimabeleid nuchter en praktisch vorm. “Armoede kun je becijferen.”

Tekst Maja Haanskorf Foto’s Rob Voss

Ze past als een vis in het water in het Hilversumse stadhuis. Wethouder Karin Walters (42) en de architectuur van Dudok zijn allebei van het type no-nonsense. Wanneer ze buiten poseert voor de fotograaf, past haar rijzige gestalte perfect bij de lange, rechte lijnen van het gebouw achter haar. Haar werkkamer ademt warmte, door donkerrode en crème-tinten. Aan de muren hangen vrolijke tekeningen, gemaakt door gehandicapten. “Ik heb speciaal voor jou opgeruimd”, zal ze aan het eind van de middag zeggen. “Die stapels documenten wegwerken, dat vind ik echt een crime”, ze wijst naar haar bureau. Afgezien van die papiertroep bewaakt de wethouder van Financiën, Sociale Zaken en P&O voortdurend het overzicht. “Ik ben behoorlijk zakelijk en ik houd ervan dat het goed loopt, dat iedereen weet waar hij aan toe is.” Daarin lijkt ze prima te slagen. Of ze nu een vergadering voorzit, met ambtenaren een project evalueert of luistert naar een voorstel over schuldverlichting. De sfeer is constructief, afspraken zijn duidelijk en bovenal: haar luide en gulle lach vult met regelmaat de ruimte.

“Wilt u dat ook even noteren?”

Tijdens een werklunch in het gebouw van de Gooi- en Vechtstreek buigen zeven gemeenten zich over het reïntegratiebeleid. Afkortingen, namen, getallen en jargon vliegen over tafel. Karin luistert, stelt vragen, kent iedereen bij naam. Ze zorgt ervoor dat ieder punt wordt afgesloten met een afspraak of plan van aanpak. Als ze keurig op tijd afsluit, bedankt een van de aanwezigen haar voor haar inspirerend voorzitterschap. Of ik dat wil noteren? Luide lach van Karin.

Als we teruglopen naar het gemeentehuis vraag ik haar of het van het begin af aan zo ontspannen is geweest. Ze had immers totaal geen politieke ervaring. “Nou, ambtenaren moesten wel aan mij wennen, toen ik hier tweeënhalf jaar geleden begon. Mijn voorganger was een CDA-er en die voerde een vrij streng beleid. Zo was er geld over van het minimabeleid door gebrekkige communicatie. Het idee was toch een beetje: oh jee, een SP-er, zo’n soft type dat geld over de balk gaat smijten.” En dat is niet zo? “Nee, de SP is ook voorstander van het handhaven van regels en is ook tegen fraude. Maar als SP-er ben je wel alerter op een aantal zaken, zoals armoedebestrijding en de thuiszorg. Dat laatste zit niet in mijn portefeuille, maar ik laat wel mijn mening horen.”

“Mensen moeten weten waar ze recht op hebben”

Karin ‘doet’ zowel Financiën als Sociale Zaken, een combinatie die haar goed ligt. “Ik ben een echte bèta, die van cijfertjes houd. Dingen uitrekenen, bijvoorbeeld in cijfers laten zien wat armoede precies is, doe ik graag. Dat is hier een nieuwe kijk op de zaak, want op Sociale Zaken zitten vooral alfa’s. Een cijfermatige aanpak, zoals van het Nibud, is heel duidelijk. Ik verwerk het ook in presentaties, zoals laatst voor een groep ouderen. Die weten niet goed hoe het kan dat ze met hun geld niet uitkomen. Met cijfers maak ik inzichtelijk dat het logisch is dat ze tekortkomen. Daarmee is het bespreekbaar. En kun je kijken wat je eraan kunt doen. Dat is toch mijn drijfveer: wat kan ik doen om problemen op te lossen en hoe zorg ik ervoor dat zoveel mogelijk mensen weten waar ze recht op hebben. Want dat schort er vaak aan. Daarom heb ik vooral heel sterk ingezet op communicatie. Dat is nodig om een goed minimabeleid te kunnen voeren. Zo staat er nu meteen op de eerste pagina van www.hilversum.nl een knop met de titel ‘Bereken uw recht’. Daar kun je zien waar je met een minimuminkomen recht op hebt.”

“Dagelijks in mijn kloffie op de fiets”

Intussen staan we voor het stadhuis, waar haar fiets prijkt. “Ja”, lacht ze, “ik heb net zo’n fiets als SP-wethouder Hilde van der Molen in Haarlem. Daar heb ik hem ook gekocht, want ik wilde ook zo’n rode met een mand voorop. Is weleens lachen hier in Hilversum, want het heeft natuurlijk totaal geen status, dagelijks in mijn kloffie op de fiets. Al kan ik ook de ‘Gooische Vrouw’ uithangen. Dan ga ik helemaal opgetut naar een receptie.” Karin kijkt op haar horloge. Zeker, we zijn op tijd voor een evaluatie van de dag voor minima, waartoe ze het inititatief heeft genomen en die dit jaar voor de tweede maal is georganiseerd. Daarna moet ze snel even naar de school van haar middelste kind, een tienminutengesprek over zijn rapport. Dat kan net voordat ze een gesprek over schuldhulpverlening heeft. Er komt ook nog iemand op haar spreekuur en ’s avonds wacht de vergadering van de gemeenteraad. Hoe doe je dat met drie kinderen van dertien, elf en negen? “Ach, ik woon vlakbij en ze zijn groot genoeg om zelf naar school te gaan. Ik begin ’s ochtends tegen half tien en mijn man werkt vanuit huis. Hij is informaticus, net als ik. Verder probeer ik iedere avond thuis te eten en op vrijdag tijd te maken voor de boodschappen.” Evengoed is het wel haar zwaarste baan tot nu toe, want iedere week gaan er zo vier avonden op aan werk. “Twee avonden stukken lezen en dan zijn er de fractievergaderig en de gemeenteraadsvergadering. Nee, voor sporten is geen tijd, maar ik lees nog wel de kinderen voor.”

Een dikke acht

Op haar kamer wachten twee ambtenaren en de adviseur van het ‘Programma Rondkomen 2008’. De laatste steekt meteen van wal met de opmerking dat deelnemers de dag voor de minima het cijfer 8,1 hebben gegeven, plus een applaus voor de wethouder. Karin straalt. De opkomst was zo groot, dat er twee dagen zijn georganiseerd. “Dat zegt iets over de communicatie”, menen de aanwezigen. Karin heeft alle deelnemers met een persoonlijke brief uitgenodigd. “Het is een feestelijke dag”, legt ze uit. “We ontvangen iedereen in de Burgerzaal, waar ze normaal nooit komen. Er is koffie, een lunch en na afloop een borrel. Het gaat erom dat mensen serieus worden genomen, dat ze zich gehoord voelen. Vorig jaar stond de vraag centraal wat de gemeente kon doen om het beleid voor minima te verbeteren. Daar zijn 148 tips uitgekomen, waarvan er 90 door de gemeente zijn opgepakt en uitgevoerd. Van het vereenvoudigen van allerlei formulieren tot het invoeren van gratis busvervoer voor houders van een WMO-pas en voor 65-plussers. Dat laatste is een experiment dat nog moet worden geëalueerd. Dit jaar ging het vooral over wat mensen zelf konden doen. In werkgroepjes gaven deelnemers elkaar tips, variërend van hoe energie te besparen tot het ruilen van je huis tijdens vakanties.” In het overleg wordt besloten een tipwijzer te maken met de beste tips en die aan te vullen met andere nuttige zaken. In 2009 moet het Platform Rondkomen vorm krijgen. Vanuit andere gemeenten blijkt belangstelling te bestaan voor de ‘Hilversumse aanpak’. Daar is iedereen duidelijk trots op.

“Hapklare brokken”

Het overleg verloopt vlot. “Iedereen vindt het leuker om zo goed mogelijk voor mensen te zorgen dan om alleen hard op te treden”, meent Karin. “Je ziet hoe enthousiast iedereen is.” Je moet het wel kunnen, een groep mensen zo aansturen dat dingen gaan zoals je wilt en dat iedereen het ook naar zijn zin heeft. “Dat heb ik wel meegenomen uit mijn vorige banen, als adviseur informatica bij KPN en XS4ALL. Ik ben concreet, praat helder en draai er niet omheen. Dat werkt goed, mensen stellen het op prijs. Ik heb geen zin om over visies te praten, ik ben meer van: deze regelingen moeten zo en zo veranderen en daarover communiceren we op deze manier. Ik zet doelstellingen uit en die gaan we dan stapje voor stapje bereiken, een soort hapklare brokken waarmee je aan de slag kunt. Als wethouder doe je maar weinig zelf, daar heb je geen tijd voor. Je moet zorgen dat anderen snappen wat je wilt en het dan ook uitvoeren. Je moet hen inspireren. Dan gaan mensen met je meedenken en groeit het vertrouwen. Het scheelde ook dat ons SP-groepje vlak voor mijn start als wethouder een rapport had uitgebracht over de bijzondere bijstand. Aan den lijve had ik gemerkt hoeveel mensen niet wisten waar ze recht op hebben. Dus ik kon meteen met concrete maatregelen beginnen.”

“Als wethouder kun je meer”

Het uitzetten van beleid vindt ze een van de leukste kanten van haar werk. “Als wethouder kun je meer dan als raadslid. Over ieder thema zit je rond de tafel. Ik kan hier mijn ideeën kwijt en ik kan een heel ambtenarenapparaat aan het werk zetten. Het is toch fantastisch dat we nu twee keer zoveel minina bereiken als in 2005. De uitgaven zijn daardoor natuurlijk ook toegenomen, van een miljoen in 2005 tot twee miljoen in 2009. Het college heeft met de uitbreiding van de begroting ingestemd.” Vooral in de raad is het genieten, als een discussiestuk van haar ‘zonder debat’ wordt aangenomen. “Dan denk ik: zo, weer een stukje werk af. Ik houd ervan het goed voor te bereiden en duidelijk uit te leggen. Intussen vertrouwen ze me al zozeer, dat het vaak is: als Karin het zegt zal het wel kloppen.” Pietje Precies, rechtdoorzee, de boel in de gaten houden. Levert dat niet soms een probleem op? Ze moet er even over denken, zegt dan: “Sommigen vinden me weleens een irritante controlefreak. Als ik denk dat iets niet goed loopt, bemoei ik me ermee, maar anders kan ik goed delegeren hoor. En soms denk ik ook weleens: nou dat kan wel iets minder, ik overdrijf, ben te precies. Vooral op communicatie let ik erg. Zo lees ik alle persberichten, dat praktische werk vind ik ook gewoon leuk.”

“Ze vinden het wel stoer”

De middag loopt ten einde. Straks vergadert de raad verder over de begroting. Ook dat is leuk, want het is een uitdaging om voorstellen te verdedigen. Uitdagingen waren er genoeg, toen ze zonder politieke ervaring wethouder werd. “We hadden nooit verwacht dat we uit het niets met vier mensen in de raad kwamen. En toen vroeg de PvdA ons in het college. Na elkaar twee weken te hebben aangekeken, dacht ik: zo’n kans laat je niet lopen, zeker niet met deze portefeuille. Het engste vind ik nog de gesprekken voor televisie. Je weet nooit wat ze gaan vragen.” Toch is het al zo gewoon, dat haar kinderen van klasgenootjes horen dat hun moeder op tv was. “Eerst keken we met z’n allen”, lacht Karin. “Dat is eraf, maar ze vinden het wel stoer, dat hun moeder wethouder is.”