publicatie

Tribune 02/2007 ::

Tribune, februari 2007

Actueel

‘De consumptiemaatschappij werkt verslavend: echt genoeg heb je nooit’

Steeds meer mensen raken steeds dieper in de schulden. Vanwege de gestegen woonlasten en de achtergebleven uitkeringen, maar ook door de consumptiemaatschappij die mensen stimuleert tot méér, méér, méér. Arjo Klamer, hoogleraar economie, en Ger Jaarsma, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), pleiten voor ‘consuminderen’. “De druk dat je er alleen bij hoort als je merkkleding draagt of de nieuwste videocamera bezit, moet eraf.”

Tekst Elma Verhey

Volgens de NVVK hebben vorig jaar 46.000 mensen een schuldregeling aangevraagd. Dat is een verdubbeling ten opzichte van het jaar 2001 (23.000). Ook de gemiddelde schuld nam toe van 16.000 naar 22.000 euro. Voorzitter Ger Jaarsma van de NVVK vindt de cijfers alarmerend: “Voor schuldsanering meld je je pas als het écht niet anders kan. Mensen dreigen uit hun huis te worden gezet of van het gas en licht te worden afgesloten.”

De helft van hen is afhankelijk van een bijstandsuitkering, tachtig procent heeft minder dan modaal. Vooral de gestegen woonlasten zorgen voor problemen: “De rek is er uit. Mensen hebben nauwelijks geld voor eten en kleding, laat staan voor leuke dingen.” De NVVK merkt ook dat veel mensen geen of verkeerd gebruik maken van bijvoorbeeld huur- of zorgtoeslag. “De overheid gaat ervan uit dat iedereen dat zelf moet aanvragen: de zogenaamde eigen verantwoordelijkheid. Maar lang niet iedereen kan dat aan.” Zijn organisatie pleit ervoor de gegevens van de belastingdienst te koppelen, zodat mensen in elk geval de toeslagen krijgen waar ze recht op hebben. “Maar tot nu toe ontbreekt de politieke wil,” zegt Jaarsma. “Den Haag blijft geloven in zelfredzaamheid.”

“Armoede zorgt voor een stigma, dus proberen mensen het te verbloemen”

Gestegen woonlasten of onbekendheid met toeslagen zijn niet de enige oorzaak van schulden. Bij elke ‘saneringszaak’ zitten wel schulden bij postorderbedrijven of creditcardorganisaties. “We leven in een con sumptiemaatschappij waarin je niet meetelt zonder breedbeeldtelevisie of merkkleding. Vooral bij mensen met lage inkomens is het tussen de oren gaan zitten dat je anders mislukt bent.”

Juist voor mensen met weinig geld is het moeilijk om de druk van de consumptiemaatschappij te weerstaan, zegt ook Arjo Klamer, hoogleraar Economie: “Armoede zorgt voor een stigma, dus proberen mensen het te verbloemen door voor hun kinderen tóch die hippe schoenen of dat dure mobieltje te kopen, en door nét als de buurman een breedbeeldtelevisie aan te schaffen, terwijl de oude tv het nog goed doet.” Hij verbaast zich regelmatig over het uitgavepatroon van bijvoorbeeld studenten. “Er wordt heel veel geld uitgegeven in cafés of aan vakanties, terwijl ze zich dat vaak helemaal niet kunnen veroorloven. Maar de onderlinge sociale concurrentie eist bijna dat je het breed moet laten hangen.” Daarbij komt dat door het kopen op krediet, de invoering van de euro, en het elektronische betalingsverkeer, het besef van geld verdwenen lijkt. “Steeds meer mensen hebben moeite hun huishoudboekje op orde te houden.”

Als het consuminderen een brede beweging wordt, is er een wereld gewonnen

Maar er lijkt een (kleine) kentering gaande. In Engeland en ook in Amerika bestaat een beweging die probeert te “consuminderen”, zegt Klamer. “Mensen spraken af om een jaar lang niks nieuws te kopen. Geen nieuwe kleren, geen huishoudelijke apparaten en als er iets kapot gaat, de boel repareren of tweedehands aanschaffen.” Het bleek een openbaring: “Dan pas besef je hoeveel spullen je hebt!” Maar je gaat ook inzien “dat de consumptiemaatschappij verslavend werkt. Je hebt steeds meer nodig en écht bevredigd voel je je nooit.” Zelf probeert hij ook te ‘consuminderen’: “Vooral met kinderen is dat niet zo gemakkelijk en zelf val ik ook nog weleens voor iets waarvan ik later denk: waarom heb ik dat eigenlijk gekocht!”

Ook Jaarsma signaleert dat veel mensen “genoeg hebben van de consumptiemaatschappij, van alsmaar méér, méér. Mensen raken zich bewust van de consequenties, ook voor het milieu.” Weliswaar is het vooral een voorhoede mét geld die aan consuminderen doet. Maar als het een brede maatschappelijke beweging wordt, dan zou er een wereld gewonnen zijn. “De druk dat je er alleen bij hoort als je merkkleding draagt of de nieuwste videocamera bezit, moet eraf.”

Jaarsma wil niet de indruk wekken dat hij mensen de welvaart zou willen afpakken: “Ik wil echt niet terug naar het benepen Nederland van de jaren vijftig, waarin elke cent werd omgedraaid. Maar mensen zouden zich niet in de schulden moeten steken voor overbodige dingen.” Arjo Klamer is het daar roerend mee eens. “Het zal misschien belerend klinken,” zegt hij, “maar armoede is geen kwestie van geld. Ik ken mensen met een uitkering die een zeer rijk leven hebben, en mensen die rijk zijn met een zeer armoedig leven.”

Inhoud