SP Tribune 06/2005 :: Jong in de SP - Jessica Ruitenburg

Tribune, 10 juni 2005

Jessica van Ruitenburg:

‘Niet langer zeuren over imam-opleidingen’

‘Allochtone vrouwen voelen zich Rotterdammer en geen Nederlander.’ Die opmerkelijke uitspraak doet Jessica van Ruitenburg (24). In het kader van haar scriptie deed ze intensief onderzoek naar de emancipatie van Marokkaanse vrouwen in de havenstad. En koppelde haar bevindingen aan activisme in de lokale afdeling van de havenstad. Een gesprekje over de neergaande spiraal, carrièreplanning en Leefbaar Rotterdam.

‘Ik moet Leefbaar Rotterdam één ding nageven: Ze doen wat ze beloofd hebben. In de politiek is dat prijzenswaardig, vind ik. Maar of ik het eens ben met wat ze doen, is vraag twee.’ Jessica van Ruitenburg is geboren en getogen in Rotterdam. Ze zag het klimaat in de havenstad veranderen, sloeg de opkomst van Fortuyn van dichtbij gade en merkte hoe de moslimgemeenschap steeds meer in zichzelf gekeerd raakte. En besloot haar scriptie – Jessica studeert Taal- en Cultuurstudies in Utrecht – aan emancipatie van Marokkaanse vrouwen te wijden. Momenteel legt ze daar de laatste hand aan, maar conclusies kan ze al trekken. ‘Ik heb dertig vrouwen geïnterviewd en het beeld dat daaruit ontstaat, is in mijn ogen alarmerend. Want wat blijkt? De doelgroep voelt zich wél Rotterdammer, maar geen Nederlander. Dat is frappant, want vijf à tien jaar geleden leek het heel goed te gaan met met name jonge Marrokaanse vrouwen. Maar wat zie je nu? De hele jonge meiden worden steeds fundamenteler. Ze zonderen zich steeds meer af. Het algemene standpunt lijkt te zijn: We zijn hier niet meer welkom. Er is echt sprake van een neergaande spiraal.’

In haar functie als bestuurslid van de SP-afdeling Rotterdam zet Jessica zich in om die neergaande spiraal te bestrijden. ‘Kom niet aan mijn buren’ heet bijvoorbeeld de campagne waarbij de Rotterdamse kerngroep Integratie is aangesloten. ‘Ik wil niet suggereren, dat het allemaal kommer en kwel is. Sommige allochtone vrouwen tillen kleinschalige initiatieven gericht op emancipatie van de grond en dat stemt me dan toch weer optimistisch. Niettemin denk ik dat het zaak is, om nu met zoveel mogelijk migranten de dialoog aan te gaan om te kijken waar dingen samen opgepakt kunnen worden. En op welke punten samen actie gevoerd kan worden. Ik noem bijvoorbeeld de woningnood. Of de werkloosheid. Die zaken raken álle bevolkingsgroepen. Het is belangrijk dat allochtonen en autochtonen samen inzien, dat ze vaak met dezelfde problemen zitten. Je moet niet langer gaan lopen zeuren over imam-opleidingen en dergelijke. Nee; samen constructief bezig zijn. Dát is het devies.’ In haar optiek slaat Leefbaar Rotterdam de plank mis als het gaat om emancipatie en integratie van allochtone vrouwen: ‘Sociale voorzieningen zoals de vrouwenhuizen worden wegbezuinigd. Hetzelfde geldt voor Scala, een expertise-centrum dat het integratiebeleid toetst. Dat is echt de verkeerde weg.’

Wie met de SP-Kamerfractie in Den Haag belt, heeft grote kans Jessica aan de lijn te krijgen. Ze werkt daar namelijk op het secretariaat en vormt met twee collega’s het eerste aanspreekpunt van de fractie. Dat bevalt haar naar eigen zeggen erg goed. ‘Je zit heel dicht op het vuur en je maakt het reilen en zeilen in de Kamer van dichtbij mee. Maar het is soms wel erg hectisch. Mensen bellen met zeer uiteenlopende vragen. Van de Europese grondwet tot aan de WAO of AOW. Het komt erop aan om bellers met de juiste mensen in contact te brengen. Of ze door te verwijzen naar de Hulpdiensten in de lokale afdelingen. Je weet nooit van tevoren wat je op een doorsnee dag allemaal op je af krijgt. Maar dat maakt het juist zo boeiend.’

Aan carrière-planning doet ze niet. ‘Vroeger was ik daar wel mee bezig. Zat ik te denken van: Als ik mijn studie af heb, wil ik dit of dat gaan doen. Dat heb ik nu niet meer. Het loopt zoals het loopt. Vorig jaar kwam ik min of meer bij toeval terecht op de receptie van SP-hoofdkantoor in Rotterdam en een tijdje later mocht ik al beginnen in Den Haag. Zo gaat dat blijkbaar.’ Een relatie heeft ze ook niet. ‘Of het zouden mijn twee katten moeten zijn.’

Inhoud