publicatie

Tribune 02/2004:

Tribune 20 februari 2004

‘Internet is

Power to the people!’

Adam Curry over weblogs, nieuwe manieren van communiceren en revolutie in de media

’Jan krijgt wat over zich heen hoor, als hij zich zo bloot geeft,’ voorspelde internetpionier Adam Curry. Toch was hij het, die Jan Marijnissen overhaalde een weblog bij te houden.

Tekst Johan van den Hout en Herman Beekers

Foto Herman Beekers

‘Ik ben sinds 1985 online en vanaf 1987 op het internet. Eerst met e-mail en nieuwsbrieven, meer was er nog niet. Toen hoorde ik van een club waarvan het wel héél gaaf zou zijn als je daar bij hoorde, met echt intelligente mensen die leuk bezig waren met iets heel bijzonders. En dat was ‘Internet’. Ik zette daar allerlei showbiz-nieuwtjes op die ik tóch al maakte voor de radio.’

Adam Curry is bij het grote publiek vooral bekend als discjockey van Veronica waar hij jarenlang met Jeroen van Inkel programma’s maakte. Maar Curry is daarnaast vooral ook internetpionier. Als één van de eerste online-Nederlanders stond hij aan het geboortebed van internet. ‘Techniek vind ik geweldig, ik wil precies weten hoe die dingen werken. En het lukt me ook aardig daar wat mee te doen, ik heb er gevoel voor. In Amerika heb ik een aantal grote bedrijven naar het Internet gebracht. Fantastisch werk! Ook de beursgang begeleiden was fascinerend, maar na een paar jaar zag ik mezelf alleen nog maar bezig met cijfertjes en kwartaalrapporten. Toen ging het niet meer om de inhoud, het was niet meer creatief, en dan houdt het voor mij op’.

Zo’n vier jaar geleden kwamen Adam Curry en Patricia Paay weer terug naar Nederland na een jarenlang verblijf in Amerika. ‘We waren daar echt helemaal klaar, we vonden het niet meer leuk. New Jersey is geen plek voor onze dochter om op te groeien. De sfeer in die suburbs is vreselijk, totaal prestatiegericht. Kinderen worden er van zwemles naar balletles gesleept en naar de volgende club of cursus en weer terug, ouders werken meer dan full-time omdat de buurman net een nieuwe BMW heeft gekocht en dat moeten zij dan ook. Vreselijk. Klap op de vuurpijl was nog wel hoe Patricia daar werd behandeld. Op een gegeven moment komt er een moeder van een klasgenootje van mijn dochtertje aan de deur. Of Patricia, als ze haar kind op school kwam ophalen, voortaan niet meer van die strakke kleren aan wilde trekken! Daar word je toch gek van. Als het om sex gaat is Amerika sowieso het meest onderdrukte land dat ik ken: je mag niks zien, niks laten zien, niks horen en niks zeggen, maar ondertussen… Toen wisten we zeker: we gaan weg hier, we zijn er helemaal klaar mee.’

’Nadelen aan Internet? Ik ben ze nog niet tegengekomen’

In Nederland stortte Adam Curry zich in het experiment breedbandtelevisie via internet. Nog geen jaar later was het bedrijf echter failliet: ‘Wat goed was aan dat experiment was dat we een stevig plan hadden. Samen met Veronica zouden we dat in drie jaar opbouwen, dat was de overeenkomst. En ik weet zeker, als we dat vol hadden gehouden, dan zouden we écht iets hebben neergezet. Nu hebben al veel meer mensen kabel of ADSL dan toen we begonnen. Maar ja, Veronica hield er plotseling mee op. Toch hebben we in die tijd veel geleerd. We waren gewoon te vroeg, dat is het risico van voorop lopen.’

‘We kunnen een hoop dingen goed doen in Nederland, maar het probleem is hoe de media bestuurd worden. Iedereen heeft zo z’n lijntjes en contacten, ook de SP. Dat is geen manier om informatie te verspreiden naar burgers. Het kan beter, en het is belangrijk dat dat ook geprobeerd wordt. Ik vind het mooi om te zien hoe mensen beginnen te experimenteren met nieuwe manieren van communicatie. Vooral op weblogs, want daar kunnen dus echt verhalen verteld worden die je anders nooit zou horen. De media in Nederland zijn een bijzonder geval: veel kranten zijn in handen van één uitgever, de Telegraaf wordt gerund door het Koninklijk Huis en Conny Breukhoven (Vanessa) hoeft maar te bellen of ze staat weer in één of ander blad. Ik sta regelmatig in de krant en als ik dat dan lees zie ik dat er tachtig procent gewoon niet van klopt. Wat moet ik dan denken van het artikel dat ernaast staat, wat klopt dáár dan van? Ook hoe Pim Fortuyn hier in de media kwam als xenofobe racist, dat klopt gewoon niet. Maar iedereen schreef elkaar na, en voor je het wist stond het in de New York Times, toch een kwaliteitskrant zou je zeggen. Daar stonden dus dingen in die gewoon feitelijk onjuist waren. Toen heb ik het artikel The Big Lie geschreven en op mijn weblog gezet. Dat werd gelezen, opgepikt, doorgestuurd en uiteindelijk stond ook dát in de New York Times. Zo kan het dus ook.’

Misschien zitten er ook wel nadelen aan internet, maar volgens mij valt dat allemaal wel mee. Online gokken bijvoorbeeld, ik begrijp niet hoe mensen dat durven, gokken op internet met een tegenpartij die je helemaal niet kent. Dat zijn mensen die ziek zijn, en als ze dat niet online kunnen doen ze het wel in een van de honderden illegale casino’s in Amsterdam. Dan is gokziekte het probleem, niet het feit dat dat op internet gebeurt. En ik vind het fantastisch dat er naast al het andere ook pornosites zijn, waar wethouders dan naar kunnen kijken. Vinden ze in Amsterdam niet goed, maar toch is het mooi dat het kan. Bij www.lapaay.com (het online cosmeticabedrijf van Patricia Paay) zitten vijf mensen die dag en nacht werk hebben door internet, da’s toch prachtig. Voorheen zou het volkomen ondenkbaar zijn dat je het als klein cosmeticamerk zou opnemen tegen Revlon of Avon of dat soort multinationals. En via Internet kan dat wel. In hun winkels hoef je met La Paay niet binnen te komen, maar via internet verkopen we gewoon aan iedereen. Power to the people is dat! Het is macht, ook voor de consument, want die kan nu veel meer dan ooit vergelijkingen maken, je bent niet meer afhankelijk van één winkel of leverancier, je hebt de hele wereld in huis. Het zou mij dan ook niet verbazen als er op een gegeven moment in Den Haag geluiden opduiken om dat internet te proberen in te dammen.’

‘Internet creëert nieuwe structuren in organisaties en nieuwe manier van denken’

‘Internet gaat ook gevolgen hebben voor de manier waarop organisaties in elkaar zitten, ook politieke partijen zullen dat merken. Normaal zijn de communicatielijnen erg lang. Je kunt lid worden van een partij en dan heb je wat te zeggen over de kandidatenlijsten en indirect over wie er in de Kamer komt en nog indirecte over wat voor regering we krijgen. Maar die organisatiestructuren zullen veranderen. Je ziet nu al dat nieuwe bedrijven onder invloed van Internet, e-mail, weblogs, sms, instant messaging enzo een heel andere manier van werken hebben dan traditionele bedrijven. Ik had in Amerika een bedrijf met vierhonderd man in dienst waar iedereen met elkaar communiceerde, dat heb je dan niet meer onder controle. Dat zoek ik ook niet, controle gaat altijd gepaard met leugens en bedrog. Je creëert zo nieuwe manieren van denken. We hebben ook een e-mail-vrije vrijdag ingevoerd om de gewoon geworden manier van doen te verbreken. We wilden ook de week afsluiten met een gezellig Nederlands borreltje, maar in Amerika leverde dat meteen weer problemen op met de verzekering.’

‘Een weblog lijkt op een online forum, zonder het nadeel dat je eigen inbreng ondersneeuwt. En omdat het zo lijkt op iets wat al bestaat, zal het ook zeker meer vaart nemen. Dat zie je altijd op internet, variaties op een thema doen het altijd goed. Ook de presentatie van informatie zal veranderen: wat zeg je, wat schrijf je, wat biedt je aan op video... Je wilt reacties krijgen, er moet iets op gezegd worden, en dat doel maakt ook dat de manier waarop je je informatie aanbiedt anders wordt. Het is niet langer eenrichtingsverkeer, ik vertel je wat en jij luistert. Nee, je vraagt om respons, je gaat een gesprek aan.’

‘Als Jan een weblog start, los ik ook mijn deel van de afspraak in en word ik lid van de SP’

‘Dé belangrijkste regel van een weblog is dat je elke dag publiceert, je moet elke dag iets schrijven, anders gaat het over. Ik ben natuurlijk van jongs af aan een broadcaster, of ik nou een plaat draai op de radio of schrijf in m’n weblog, ik zend alles uit. Dat kan trouwens ook fout gaan. Waar ik bijvoorbeeld heel erg veel spijt van heb: ik had een gesprek met Lex Harding via de I-chat en hoorde van hem dat Rob Out van Veronica was overleden. Dus schrijf ik in m’n weblog dat ik net met Lex heb zitten kletsen en dat Rob Out is overleden. Maar dat wist toen nog niemand, dat was nog niet naar buiten gebracht. Ik werd er meteen van beschuldigd dat ik voor mijn eigen kick die primeur wilde hebben. Maar ik was gewoon oprecht, ik schreef gewoon op wat ik net had gehoord. Als ik nou twintig van mijn vrienden zou hebben gebeld om te vertellen dat ik net gehoord had dat Rob was overleden, was er niets aan de hand geweest. Maar ik zet het nietsvermoedend in mijn weblog en meteen belt het ANP op: Mogen we je weblog als bron gebruiken? Oh man. Daar heb ik wel veel spijt van gehad.’

‘Ik hou niet meer bij hoeveel bezoekers op mijn weblog komen, omdat die cijfers niks zeggen. Het echte bereik komt daarin niet tot uiting. Dat zit ‘m veel meer in de inspiratie die je mensen geeft om zelf ook wat te doen met wat je schrijft en dat is niet te meten. Misschien hebben maar honderd mensen mijn verhaal ‘The Big Lie’ over Fortuyn gelezen, maar wel de juiste mensen want het lijntje ging helemaal door naar de New York Times. Aantallen zeggen dus niets over het bereik van je weblog, het gaat om de inhoud.’

'Ik kijk er echt naar uit dat Jan met z’n weblog begint, en op dat moment los ik ook mijn deel van de deal in en word ik lid van de SP. Maar hij gaat wel wat over zich heen krijgen hoor, je maakt wat los als je als bekend politicus jezelf zo bloot geeft. Dan moet het wel anders gaan dan bij die zogenaamde logs van Gerrit Zalm of Klaas de Vries, dat is saai.’

Op woensdagavond 21 januari, drie uur na het interview met Adam Curry, meldde Jan Marijnissen in een e-mailtje aan Adam Curry dat zojuist zijn weblog de lucht in was gegaan. En zonder enige verdere publiciteit waren om half elf diezelfde avond al bijna zevenduizend bezoekers langs geweest om een kijkje te nemen. Daarmee bewees Internet maar weer eens dat dit medium niet ‘méér van hetzelfde’ is, maar een fenomeen met geheel eigen mogelijkheden.

Weblog Jan Marijnissen Weblog Adam Curry Andere SP’ers met een online dagboek

Inhoud

  • Iedereen had zo zijn eigen versie bij het conflict tussen Ali Lazrak en de SP. Gedurende deze periode zocht Jan Marijnissen vooral achter de schermen naar een oplossing. Nu doet hij zijn verhaal.
  • Succesvol communistisch bestuur in de praktijk van een parlementaire democratie. Dat is te bewonderen in de Indiase deelstaat West-Bengalen, waar de CPI(M) al langer dan 25 jaar de lakens uitdeelt. Preeti Lakwijk en Ronald van Raak spraken met partijsecretaris Prakash Karat.
  • Wielrennen is een stukje cultuur, zegt tv-commentator/sportjournalist Jean Nelissen. Zijn stem, anekdotes en parate kennis geven de wielrennerij al meer dan vijfendertig jaar de heroiek en romantiek die de sport tegelijkertijd ook des volks maakt. Een interview.
  • Heeft een voormalig provinciaal-Statenlid dat in zijn nieuwe baan meer verdient dan ooit, recht op een wachtgelduitkering? Het morele antwoord is ongetwijfeld een hartgrondig 'nee'. Maar het tegenovergestelde gebeurt. Een ontboezemend verslag.
  • Adam Curry, dé Nederlandse internetpionier, trok Marijnissen over de streep om zich bloot te geven in de virtuele wereld. Johan van den Hout en Herman Beekers spraken de voormalige diskjockey in zijn Amsterdamse hoofdkwartier.
  • Column van Jan Marijnissen: Al is de leugen nog zo snel...
  • Maha Aitelberd is één van de 43.538