publicatie

Spanning mei 2010 :: Inleiding - Formatie

Spanning, juni 2010

Een utopie in duigen

Bestaat er een kapitalistische utopie? Kent het neoliberalisme zijn eigen profeet? Lang is gedacht van niet. Het neoliberale denken leek een uitvinding van gedegen Amerikaanse economen uit de ‘Chicago School.’ Hun economische wetten leken harde wetenschap.

In De utopie van de vrije markt maakt filosoof Hans Achterhuis, kenner van utopieën, korte metten met die pretentie. Hij beschrijft het neoliberalisme als een utopische droom, die niet onderdoet voor het utopisch denken in de Sovjet Unie. Achterhuis gaat op zoek naar de ideologische en filosofische basis onder de politiek, die in Nederland onder Lubbers en Kok een gezicht kreeg en die leidde tot de grootste ineenstorting van ons financiële systeem sinds de jaren dertig van de vorige eeuw. Hij vindt die basis in de (filosofische) roman Atlas Shrugged (1957) van Ayn Rand.

Volgens Rand is de mens een heroïsch wezen met als hoogst haalbare doel het maximaliseren van het eigen geluk. De maatschappelijke ordening die daarbij past, is de neoliberale vorm van het laissez-faire kapitalisme. Vrijheid voor het individu, een minimale overheid en hebzucht als ultieme drijfveer. Het kwaad zit volgens Rand in het altruïsme; het delen van bezit is volstrekt irrationeel.

De bijdrage die het individu aan de maatschappij levert, is geen doel op zich. De kapitalist werkt in zijn eigen belang, de bijdrage aan de samenleving is een bijeffect. Econoom Milton Friedman behoorde tot Rands trouwste aanhangers.

Achterhuis besteedt uitgebreid aandacht aan Atlas Shrugged. Deze bestseller beschrijft een fictief tijdperk met de Verenigde Staten als laatste bolwerk tegen het altruïsme. Europa gelooft niet in de vrije markt, maar ook in de VS begint het de verkeerde kant op te gaan: de vrijheid gaat ten onder aan staatsinterventies en solidariteitsdenken. In de roman krijgen vakbonden meer invloed, worden belastingen verhoogd en legt de overheid de markt aan banden. Tegelijkertijd verdwijnen grootkapitalisten op mysterieuze wijze en klappen industrieën ineen.

Gelukkig gloort er hoop. In Colorado bestaat de neoliberale ministaat ‘Atlantis’. Alles heeft er een prijs, de concurrentie is moordend. De utopisten werken vanuit Atlantis aan de vernietiging van de bestaande samenleving. Alleen met een schone lei kan het ware kapitalisme opbloeien. De afbraak van het oude moet volledig zijn, voordat de kapitalistische held John Galt de kapitalistische droom kan waarmaken.

Helaas, voor socialisten, blijft het niet bij de roman en filosofie alleen. Met steun van de Amerikaanse overheid en het bedrijfsleven kunnen Rand en de jongens van de Chigaco School hun ideeën uitvoeren. Achterhuis beschrijft in navolging van Naomi Klein hoe Chili, doelbewust, als proeftuin is ingezet voor de eerste neoliberale revolutie. Hoe, na de door de CIA en het Amerikaanse bedrijfsleven gesteunde machtsovername door Pinochet, Chili in sneltreinvaart is ontdaan van sociale zekerheid, prijsbeheersing en bescherming van de eigen industrie. De dictatuur blijkt een prettig middel om de neoliberale droom door te drukken. Friedman en zijn collega’s krijgen de kans om hun theorieën op revolutionaire manier in uit te voeren. Achterhuis schrijft: “In Chili leerden de neoliberale revolutionairen de lessen van de shocktherapie die ze later op veel plaatsen in praktijk brachten.”

Altas Shrugged is nog altijd een bestseller, met als een van haar bekendste volgelingen de oud-voorzitter van de Amerikaanse centrale bank: Alan Greenspan. Greenspan toonde zich lang een trouw volgeling van het neoliberale gedachtegoed. In 2005 nog stelde hij dat “regulering door de private sector in het algemeen een veel beter middel is gebleken om excessieve risico’s te beperken dan regulering door de overheid”. Het duurde tot 2008 totdat Greenspan tot inkeer komt. Toen erkende hij: “Ideologie is een conceptueel raamwerk voor de werkelijkheid. Ik heb er een fout in aangetroffen. Dat choqueerde me omdat ik veertig jaar of meer dacht dat ik aanzienlijk bewijs had dat het juist buitengewoon goed werkte.”

Een dergelijke zelfreflectie zien we niet bij alle vrije-marktadepten terug. In de Volkskrant van 7 mei 2010 schrijft Mark Koster over de rol van hedgefondsen tijdens de hypothekencrisis: “Een paar slimme hedgefondsmanagers (…) grepen in door extreme shortposities in te nemen. Daar is niks mis mee, sterker nog: dat is uit maatschappelijke oogpunt zelfs héél heilzaam. Dit is de onzichtbare hand die zijn verkwikkende herstelwerk doet. De vrije markt is meestal een betere onkruidbestrijder dan de overheid die deze idiotie zelf mogelijk maakte.”

Achterhuis wijst erop dat een dergelijke redenering berust op een absoluut geloof in de werking van de vrije markt. De neoliberale utopie lijkt in zijn totalitaire vorm veel op de communistische route naar de ultieme heilstaat: de breuk met het heden moet volledig zijn, de democratie is een vervelende barrière en een hoge dosis van maatschappelijke ontwrichting moet doorstaan worden alvorens de heilstaat in zicht komt. Overeenkomsten te over, met als enig verschil dat de val van het neoliberalisme twintig jaar later komt dan de val van die andere utopie. Wat rest is de fictie van Atlas Shrugged en het gelijk van Hans Achterhuis.

Hans Achterhuis, De utopie van de vrije markt, Rotterdam: Lemniscaat 2010.

319 bladzijden, ISBN 978 90 477 0257 3