publicatie

Spanning april 2009 :: Onze vrienden

Spanning, april 2009

Column

Onze vrienden

Al heel lang hoop ik dat we ooit een regering kunnen vormen van SP-PvdA-GroenLinks, zeg maar het Nijmeegse model. Wat ze in Nijmegen kunnen, moet toch ook in het land mogelijk zijn, zo redeneer ik dan. De PvdA ben ik altijd blijven zien als onze (grote) broer en GroenLinks als ons ecologische zusje. Ik heb af en toe echter ook grote twijfels en wanneer ik denk aan de ideeën over Europese politiek verandert die twijfel zelfs in onzekerheid.

De PvdA en GroenLinks waren hartstochtelijk voorstander van de Europese Grondwet. Sterker nog, in de debatten die ik mocht doen, waren zij de felste tegenstanders van ons afwijzende standpunt. Mij werd simplisme, egoïsme en nationalisme verweten. Europa zou nodig zijn om de wereld en dus ook Nederland beter te maken. Gelukkig zag de kiezer dat anders, en niet alleen onze kiezers. Een meerderheid van de PvdA-stemmers zei ook ‘nee’ tegen die Grondwet. Bij GroenLinks was dat een minderheid, maar wel een forse. Kennelijk zitten veel kiezers van deze partijen op onze lijn. Dat is dan weer geruststellend.

Ook op andere terreinen blijkt de achterban van PvdA en GroenLinks geregeld te flirten met standpunten van onze partij. De PvdA beloofde de kiezer een onderzoek naar Irak maar gaf dat bij de coalitieonderhandeling zonder slag of stoot weg. Bij een NIPO-peiling begin dit jaar wilde 74 procent van de sociaal-democratische kiezers gelukkig nog steeds dat onderzoek. De coalitie gaat door met het kopen van testtoestellen voor het gevechtsvliegtuig de JSF; 83 procent van de PvdA-leden is daar tegen, zo blijkt uit een recente peiling van het televisieprogramma Een Vandaag. Uit onderzoek van Maurice de Hond blijkt dat de PvdA ernstig verdeeld is over het verhogen van de AOW-leeftijd. Een groep van 49 procent is voorstander van verhoging naar 67 jaar, 43 procent is daar tegen.

Ook bij GroenLinks is men over dit onderwerp ernstig verdeeld. Als het dus op belangrijke onderwerpen aankomt, voelt een substantieel deel van de achterban van PvdA en GroenLinks zich beter thuis bij onze partij. Dat is niet alleen geruststellend, dat is veelbelovend.

Tot 4 juni, de datum van de verkiezingen voor het Europese Parlement, hebben we alle tijd om het debat over de Europese politiek centraal te stellen. De Europese Unie heeft de financiële en economische crisis niet kunnen afwenden. Sterker nog, de EU was er mede de oorzaak van. Het was namelijk de EU die in de toezichthoudende rol tekort schoot aangezien de Unie gebaseerd is op een bijna blind geloof in de markt. Het verhaal dat Nederland veranderd zou zijn in een soort IJsland indien we de euro niet zouden hebben gehad, is ook klinkklare nonsens. IJsland is met 300.000 inwoners net zo groot als Utrecht en zijn economie leunt zwaar, voor een derde deel, op financiële dienstverlening. Verder zijn euroloze landen als Denemarken, Zwitserland en Noorwegen, ook al is het daar koud, ook niet veranderd in IJsland. Gewoon omdat die economieën groter en veelzijdiger zijn.

Bij de komende verkiezingen hoeven wij alleen maar trouw te blijven aan onze eurokritische standpunten. We hebben de Europese Unie als samenwerkingsverband nooit afgewezen maar willen die veranderen. De EU is te bemoeizuchtig en vooral te neoliberaal. Het Verdrag van Lissabon is in essentie hetzelfde als de verworpen Grondwet. Als we die zaken in de campagne centraal kunnen stellen dan zullen we zeker steun vinden bij onze politieke vrienden van PvdA en GroenLinks. Want vrienden helpen elkaar een handje. Of niet soms?