publicatie

Spanning april 2009 :: Partijdige overheidsinformatie maakt Brussel ondemocratisch

Spanning, april 2009

Partijdige overheidsinformatie maakt Brussel ondemocratisch

“Kom bijeen sceptici, en vertel me je leugens”

Europa verkoopt zichzelf. Niet door goed werk te leveren, of door transparant te zijn, maar door heel veel belastinggeld uit te geven aan promotie. Het overgrote deel van die promotie zit verstopt in zelfbenoemde ‘objectieve informatie’, die vaak juist erg eenzijdig is. Zelfs op school worden kinderen en jongeren voorbereid op het Europees burgerschap zoals de Europese Commissie dat graag ziet.

Tekst: Diederik Olders Foto: European Commission - Audiovisual Service

Toen in 2005 Nederland in een referendum ‘Nee’ zei tegen de Europese Grondwet, stonden de kranten vol met verontwaardigde reacties. “Onderbuikgevoelens” kregen de schuld. Tegenstemmers waren onvoldoende geïnformeerd over de Europese Unie. Die opvatting hoor je nog steeds regelmatig. Voorbeeld. De Europese Commissie gaat € 1,8 miljoen besteden aan een publiciteitscampagne in Ierland, waar voor de tweede keer een referendum over de opvolger van de Europese Grondwet, het Verdrag van Lissabon wordt gehouden (‘nee’ was niet het goede antwoord…). Na vragen van SP-Tweede Kamerlid Harry van Bommel hierover, antwoordde Staatssecretaris voor Europese Zaken Frans Timmermans dat de campagne inderdaad gericht is op de groepen die het vaakst ‘nee’ hadden gestemd en dat het doel is hun “kennis te vergroten”.

De geesten rijp maken

Dat de Europese Commissie belastinggeld uitgeeft om de Ierse opinie te beïnvloeden, zal bij veel mensen vragen oproepen. Een overheid die eenzijdig de publieke opinie probeert te sturen, over een thema dat nog onderwerp is van een democratisch proces: is dat wel democratisch? (zie het kader). Het probleem is: dit is geen uitzondering. De Europese Commissie werkt al jaren op deze manier. Met heel veel belastinggeld worden allerlei promotiecampagnes gevoerd, met als doel de geesten in Europa rijp te maken voor het Europa zoals de Europese Commissie dat graag ziet.

In december 2008 verscheen een rapport (www.openeurope.org.uk) met de naam ‘The hard sell: EU communication policy and the campaign for hearts and minds’. Daarin wordt duidelijk dat de Europese Unie alleen al in 2008 ten minste 2,4 miljard euro uitgaf aan promotie van zichzelf en van de doelstelling van een steeds verdergaande Europese integratie. Dat is meer dan wat Coca Cola jaarlijks uitgeeft aan promotie wereldwijd, zo merken de auteurs op. De Commissie doet dat onder andere door vaak Eurofiele (lobby-)organisaties te sponsoren (zoals de European Movement, die een federaal Europa als doel heeft) en door van EU-informatie een goed-nieuwsshow te maken.

Schaamteloos

De Europese Commissie schaamt zich ook helemaal niet voor het feit dat ze partijdige informatie verspreidt over onderwerpen waar het democratisch besluitvormingsproces nog niet voltooid is. Margot Wallström is vicevoorzitter van de Europese Commissie en belast met communicatie. In 2007 was er nog op haar beginpagina te lezen: “wil het nieuwe verdrag (het Verdrag van Lissabon – red.) met enthousiasme ontvangen worden, dan zal de communicatie tussen de EU en haar burgers moeten worden verbeterd. Dat is de weg die de Commissie in 2007 is ingeslagen.” Ook in andere officiële documenten wordt schaamteloos gepraat over het overtuigen van Europese burgers van nog niet aanvaard beleid.

Ook in het onderwijs

De Europese Commissie begrijpt heel goed dat de jeugd de toekomst heeft. Daarom investeert ze nu al in de kiezers van de toekomst. Dat doet ze door docenten en leerlingen goed in de watten leggen met gratis leermateriaal, leuke uitwisselingen en hen te ‘helpen’ aan goede informatie over Europa. Op meerdere websites wordt lesmateriaal over Europa aangeboden, meestal gratis. Deze sites en het onderwijsmateriaal, en allerlei andere educatieve programma’s worden gesubsidieerd ofwel door de Europese Commissie ofwel door het Europafonds van Buitenlandse Zaken. Hieronder een paar voorbeelden van de ‘goede informatie’ waarmee Nederlandse leerlingen worden opgeleid tot brave Europeanen.

In het door het Europafonds gesubsidieerde lesboekje Hé, Europa?! worden de leerlingen getrakteerd op informatie over voedsel “Uit Europa: gezond, lekker, veilig en beschermd” en dus vooral over hoe voedsel zo veilig en beschermd is dankzij de EU.

In het educatief project EU100 spelen leerlingen een Europaspel en denken ze na over wat de EU eigenlijk is. Ook leren ze the Lisbon song, waarin het verdrag van Lissabon wordt ‘uitgelegd’. Op de muziek van The times they are a’changing van Bob Dylan wordt onder andere gezongen:

Come gather you sceptics

and tell me your lies.

You don’t understand

what you do criticise.

You cling to the past,

while you know it can’t last

and the borders are rapidly fading.

So you’d better tune in

or you’ll sink like a stone

cause the old Europe is changing

Op Europaeducatief.nl vind je, aanbevolen voor havo en vwo: Eurofabels - Brochure waarin allerlei hardnekkige misverstanden over Europa en de Europese Unie worden weerlegd. De tekst is geïllustreerd met cartoons. Prijs: Gratis. In 24 pagina’s worden 35 stellingen over Europa ‘weerlegd’. De stellingen zijn zo geformuleerd dat het gemakkelijk is ze te weerleggen. De vraag is dan ook of er wel bronnen te noemen zijn voor de ‘misverstanden’. De grappige cartoons van Gerrit de Jager zetten de Eurocritici weg als zeurpieten; er glijdt iemand uit en een norse vrouw zegt: ‘dat komt door Europa’. Alle 35 weerlegde stellingen zijn Europa-kritisch. In een onpartijdig boekje had een weerlegging niet misstaan van echt bestaande Eurofiele fabels als: bij een ‘nee’ tegen de Europese grondwet gaat in Nederland het licht uit (ik zal wel een bron geven: toenmalig minister Brinkhorst in De Telegraaf, 10 mei 2005).

In Europa in 12 lessen van het publicatiebureau van de EU (gratis) staat volgens de omslagtekst: “Wat is het nut van de Europese Unie? (…) Welke voordelen heeft zij haar burgers al gebracht?” En inderdaad: alleen de voordelen komen aan bod. Maar ook: “De stelsels voor de sociale zekerheid zijn echter aan modernisering toe, om ze duurzamer te maken”. En: “De publieke opinie winnen voor de Europese integratie is nog steeds de grootste uitdaging waarvoor de Europese instellingen zich gesteld zien.”

Het debat volgens Brussel

De Europese Unie wilde, na het ‘debacle’ in 2005, naar eigen zeggen het debat aangaan met de Europese burger onder de noemer ‘Plan D voor democratie’. De voorbeelden in dit artikel – en er is nog veel meer – laten zien hoe Brussel dat debat wil voeren: willens en wetens partijdig communiceren, met een budget en een organisatie waar andere deelnemers aan het debat niet aan kunnen tippen. Het is de naam ‘democratie’ niet waard.

Binnenkort publiceert het Wetenschappelijk Bureau van de SP een rapport waarin dieper wordt ingegaan op de manieren waarop de Europese Unie de jeugd ‘informeert’.

Wat is propaganda?

Een bekende definitie is: Propaganda is de opzettelijke, systematische poging om overtuigingen te beïnvloeden, meningvorming te manipuleren en gedrag te sturen, zodanig dat gedrag ontstaat dat het doel van de propagandist bevordert. (Garth S.J. and Victoria O’Donnell, Propaganda and Persuasion, 4th ed., Thousand Oaks, CA: SAGE Publications, 2006). Op basis hiervan zou je alle beïnvloeding door de overheid als propaganda kunnen beschouwen. Daar valt dan bijvoorbeeld ook onder een postbus 51-spotje dat mensen probeert af te houden van rijden onder invloed. Nu kun je twijfels hebben over hoe effectief zo een overheidscampagne is, en kun je beargumenteren dat belastinggeld beter besteed kan worden. Maar dat is wat anders dan het propaganda te noemen. Want ‘propaganda’ heeft – terecht – een negatieve bijklank gekregen.

Onderdrukkende regimes hebben, zeker in de twintigste eeuw, propaganda ingezet om ook macht uit te oefenen over wat grote groepen mensen vinden en denken. Voor zoiets is in een democratie geen ruimte. Daar vinden we het belangrijk dat mensen hun democratische rechten kunnen uitoefenen op basis van zo volledig mogelijk informatie; en dus niet alleen de informatie die de staat voor ons uitkiest. De ervaringen van de Tweede Wereldoorlog leidden in Nederland dan ook tot de oprichting in 1946 van de Commissie-Van Heuven Goedhart, die nadacht over de vraag hoe overheidspropaganda voorkomen kon worden. Behalve bij ‘waarlijk nationale belangen’ is overheidspropaganda over controversiële onderwerpen uit den boze, was de conclusie. In 1984 (!) vond de commissie-Van der Voet dat beïnvloeding door de overheid best mocht, maar onder strikte voorwaarden – ‘principia’. Een belangrijke voorwaarde, die nog steeds geldt, is dat beïnvloeding alleen mag bij niet-controversieel beleid. Doet de overheid dat toch, dan moet de communicatie in redelijke verhouding staan tot “de mogelijkheden van andere spelers in het maatschappelijk krachtenveld” (Jacq. Wallage, In dienst van de democratie. Het rapport van de Commissie Toekomst Overheidscommunicatie, Den Haag 2001).

Voor beïnvloeding door de Europese Unie zijn geen regels zoals in Nederland. De praktijk wijst ook uit dat de EU zich weinig zorgen maakt over redelijke verhoudingen in de communicatie over Europa. Dat betekent dat een belangrijke veronderstellingen voor een gezonde democratie door Brussel volledig aan de kant is geschoven.