publicatie

Spanning april 2009 :: Niet de agenda van Europa volgen, maar zelf agenderen

Spanning, april 2009

“Niet de agenda van Europa volgen, maar zelf agenderen ”

De campagne voor de verkiezingen van het Europese Parlement is begonnen. Lijsttrekker Dennis de Jong en buitenland- en Europawoord- voerder van de SP-Tweede Kamerfractie Harry van Bommel zijn van plan om na de verkiezingen intensief te gaan samenwerken. Zodat Europa weer zichtbaarder wordt in Nederland. Van Bommel en De Jong praten over ambtenaren, minder Brussel en de campagne.

Tekst: Diederik Olders Foto: Bas Stoffelsen

Na de vraag wat volgens hen de belangrijkste thema’s van de campagne zullen worden, barsten ze los. Dennis de Jong: “Crisis, crisis en crisis. Daar zal het over gaan.”

Harry van Bommel: “De crisis, en dus ook over werk-gelegenheid. Al zouden wij dat wel willen, ik denk niet dat de discussie zal gaan over het Verdrag van Lissabon en het niet gehouden referendum. Daar moeten we realistisch in zijn.”

Dennis: “Wat je wel krijgt is een debat over de Eurozone. Oorspronkelijk was het verhaal: dankzij de Euro hebben we geen crisis, of hebben we minder last van de crisis dan we anders gehad zouden hebben. En nu zie je het ene na het andere artikel verschijnen over de problemen die zitten ingebakken in de Eurozone.”

Harry: “De euro bestaat. We zitten erin en het zou heel onverstandig zijn om er nu eenzijdig uit te stappen. Dat gaat je ook heel veel geld kosten. De vraag is: is gegarandeerd dat de euro een succes wordt of blijft? Dat is niet gegarandeerd. In deze periode zullen wij ook merken hoe de economieën met elkaar verknoopt zijn; of de hardheid van de euro bijvoorbeeld bedreigd kan worden door landen die hun economie minder op orde hebben dan landen als Nederland.”

Dennis: “Waar wij als SP in de campagne verder mee te maken zullen krijgen is dat we gelijkgeschakeld zullen worden met de anti-Europahouding van vooral de PVV. Ten onrechte.”

Harry: “Want de verschillen zijn evident. De PVV is anti-EU en wij zijn EU-kritisch. Wij stellen vragen, hebben twijfel aan de richting van Europa en de werking van Europa. De PVV zegt: opheffen van het Europees Parlement, geen lidstaten meer erbij, lidstaten eruit zelfs, Turkije mag er in geen duizend jaar bij. Maar verder accepteren ze het neoliberale karakter van Europa. Wij zeggen: het is vooral dat neoliberale karakter van Europa wat ons niet bevalt. De marktwerking is doorgeslagen; Brussel probeert met die marktwerking nu ook de publieke sector te bereiken. Wij vinden wel dat de uitbreiding te snel is gegaan maar hebben daar geen principiële bezwaren tegen.”

Dennis: “Juist omdat de campagne over de crisis zal gaan, komt een ander verschil met de PVV duidelijk naar voren. Wilders wil nou net wél die marktwerking, en níét opkomen voor sociale rechten. Als je op de PVV stemt dan weet je gewoon: voor mijn rechten als ik ontslagen word, heb ik op de verkeerde partij gestemd. En dat zullen we heel goed duidelijk moeten maken.”

Europa één stem?

De campagneboodschap van de SP is: ‘Nederland wil minder Brussel’. Zowel Dennis de Jong als Harry van Bommel hebben zich druk gemaakt over de schendingen van mensenrechten in het Midden-Oostenconflict. En hebben gepleit voor een steviger standpunt van Europa.

Toch méér Brussel?

Harry: “Nee, dat is een pleidooi voor een Brussel dat zich houdt aan zijn eigen spelregels. Er ís een verdrag tussen Europa en Israël. Alleen dat verdrag wordt niet naar de letter nageleefd. In artikel 2 van dat verdrag staat dat als er sprake is van mensenrechtenschendingen door een van de partijen, het verdrag eventueel opgeschort moet worden. Brussel houdt zich dus niet aan zijn eigen spelregels. Dus niet méér Brussel, maar béter Brussel.”

Dennis: “Het associatieverdrag met Israël is nou net een punt waar het Europees Parlement mogelijk wat zou kunnen doen. Maar verder, dat hele buitenlandse beleid, daar doen Europarlementariërs wel allemaal uitspraken over, maar ze hebben er absoluut geen invloed op. Ze vinden vaak niks leuker dan de commissie-Buitenland van het parlement – want dat is chic. Dus je ziet wel allerlei resoluties langskomen, maar het Europees Parlement gaat daar niet over. Ik ben zelf niet van plan om veel tijd te verliezen met onderwerpen waar wij er toch niet toe doen.”

Harry: “We kunnen wel wensen dat Europa met één stem spreekt, maar in de praktijk blijkt dat gewoon niet te kunnen. Charles de Gaulle heeft eens gezegd: Frankrijk heeft geen vrienden, slechts belangen. Dat geldt voor alle landen. Wie zegt dat Europa met één mond móét spreken, treedt automatisch in de soevereiniteit van landen; dan zullen landen hun stem in internationale organisaties, NAVO, VN, OVSE moeten afstaan aan een EU-stem. Ik vind dat Nederland het recht heeft al dan niet een bepaalde lijn te steunen.”

Dennis: “Het is mijn ervaring als ambtenaar bij Buitenlandse Zaken dat we steeds met andere ambtenaren uit andere lidstaten over details van het buitenlandbeleid tot overeenstemming probeerden komen. Nadeel daarvan is dat we niet kunnen praten met landen buiten Europa, waar we veel mee zouden kunnen bereiken – landen als Noorwegen of opkomende economieën als India en Brazilië. Wij zitten allemaal met die 27 Europese landen in zaaltjes. Dat is niet efficiënt en ook niet effectief. En dat komt alleen maar omdat er over Europa zo’n politieke saus is heengegooid van ‘wij moeten eigenlijk op den duur één land zijn’. Daar passen wij voor.”

Bureaucratisch Europa

Dennis de Jong heeft als ambtenaar ook in Brussel gewerkt. En gezien hoe de vele wetten en regels Europa in gestuurd worden. Komen er echt zoveel regels uit Brussel?

Harry: “Als het gaat om nationale wetgeving is er zelfs een cijfer van 80 procent genoemd. Een meerderheid van de wetten die wij nationaal aannemen heeft duidelijk te maken met Europese besluiten. Het is niet voor niks dat er in Brussel voor de commissie meer dan 20.000 ambtenaren werken. Dan wordt wel eens gezegd: dat is weinig want Amsterdam heeft er ook 20.000. Maar die Brusselse 20.000 zijn allemaal beleidsambtenaren. In Amsterdam tellen we de vuilnismannen en de conducteurs op de tram ook mee.”

Dennis: “Harry is nog aardig voor de commissie, want behalve die 20.000 in Brussel heb je over lidstaten verspreid allerlei agentschappen en bureaus die weer op onderdelen actief zijn. Als je die er ook bijtelt kom je gemakkelijk op 120.000 ambtenaren. Maar terug naar die 20.000 in Brussel; het is een ongelofelijke bureaucratische brij. Je hebt de gewone ambtelijke ruzies; die heb je in Nederland ook tussen verschillende ministeries, maar daardoorheen lopen de nationaliteiten, daar proberen ambtenaren ook nog een beetje rekening me te houden. En dan heb je nog de politiek erdoorheen. Want anders dan bij ons volgt de commissie het Franse systeem. Commissarissen, dat zijn politici en die hebben kabinetten. De mensen in die kabinetten zijn voor een groot deel politiek benoemd. Dus er lopen drie soorten debatten door elkaar, nog voordat de commissie tot een voorstel komt. Het is inefficiënt en veel te veel naar binnen gericht. De commissie is niet naar de maatschappij gericht, niet naar de mensen gericht. Ik vind dat dit ook voor de Europarlementariërs geldt en de SP wil dat anders doen.”

Harry: “Met de nieuwe fractie willen we, nóg meer dan met de vorige, van het begin af aan intensief contact onderhouden zodat we echt weten wat er in Brussel speelt en andersom.”

Dennis: “Ik weet niet of ik iedere keer een hele week naar Straatsburg ga. Ze houden dat allemaal bij in Brussel en Straatsburg; hoeveel je gestemd hebt. En dan is het idee: als een parlementariër niet gestemd heeft, heeft-ie gefaald. Ik vind: als wij het slechtst scoren op die lijst, dan zijn we het best bezig want dan hebben we ons gericht op dingen die er écht toe doen. Ik wil niet verzuipen door in zo veel mogelijk commissies te gaan zitten. Veel Europarlementariërs hebben een droom: ik word rapporteur. Dat hoor je dan in de pers: er is een rapporteur, een Nederlander, en die heeft een rapport uitgebracht en dat leidt tot een resolutie. Maar dan ga je dus helemaal mee met de agenda van Brussel. En dat moeten we niet doen. Dat doet overigens niets af aan het mooie succes van Erik Meijer – het tegenhouden van een Europees verbod op openbaar vervoerbedrijven in overheidshanden – dat hij via een rapporteurschap binnenhaalde.”

Harry: “Dat komt omdat Erik erin geslaagd is om op een beleidsterrein onderzoek te gaan doen wat voor ons als SP altijd van enorm belang is geweest. De combinatie van enerzijds marktwerking en anderzijds openbaar vervoer. Het zal niet gemakkelijk zijn om nog zo’n beleidsterrein te vinden. Erik heeft dat uitstekend gedaan. Wij moeten, vergelijkbaar met dat rapporteurschap, zelf onderzoek doen. Niet de agenda van Europa volgen, maar zélf agenderen. Zoals wij ook altijd doen in de afdelingen. Afdelingen hebben altijd onderzoek gedaan in de gemeente waar ze actief zijn, hebben daar vervolgens een rapport over geschreven, daar mensen over gehoord en dat naar buiten gebracht om op die manier politieke druk uit te oefenen.”

Dennis: “We moeten de SP-manier van politiek voeren ook in Brussel doorvoeren. Kijk, we kunnen Europa bijvoorbeeld zichtbaarder maken voor Nederland door als Europarlementariër aan debatten in de Tweede Kamer te gaan meedoen – dat kan namelijk in bepaalde gevallen. Maar je bent natuurlijk pas echt zichtbaar als je net als andere SP-leden, mee gaat buurten in de buurten. Erik Meijer en Kartika Liotard zijn al verschillende keren wezen buurten; dat ga ik ook doen. Gewoon met mensen op straat praten, in de wijken horen wat er gaande is. Zo word je anders dan al die andere Europarlementariërs. Ik ga me niet verstoppen in bureaucratisch Brussel.”

Andere koers

Het gesprek eindigt met de vraag: wat verandert er als de SP samen met onze linkse vrienden in Europa een meerderheid zou vormen?

Harry: “Dan denk ik dat met succes de dienstenrichtlijn gedemonteerd wordt, en dat het accent ligt op het bestrijden van het neoliberale karakter van Europa. Wat Erik heeft gedaan voor het openbaar vervoer, maar dan op andere terreinen. Het publieke domein van de lidstaten wordt georganiseerd in de vorm van nationale arrangementen. Wat je ziet is dat Brussel probeert op allerlei terreinen vat te krijgen. Met meer kracht op links kunnen wij daar beter weerwerk tegen leveren.”

Dennis: “Een voorbeeld daarvan: Eurocommissaris mededinging Neelie Kroes had met een rapport willen komen – ze houdt het even onder de pet, zo vlak voor de verkiezingen – om te verbieden dat de Nederlandse overheid bepaalde vormen van steun geeft aan de publieke omroep. Zij is gewoon onze publieke omroep aan het ondermijnen. Dat is precies die bemoeizucht waar Harry het over heeft. Wat zeker gaat veranderen als wij met een gezond links parlement zitten, is de macht van het gelobby in Brussel. 12.000 mensen die zichzelf voor het grootste deel niet bekendmaken, lobbyen achter de schermen bij al die rechtse parlementariërs. Tot op het niveau dat zij het rapport van die parlementariër schrijven, zodat de werkgeversbelangen veilig zijn; dat gaat vervolgens door het parlement heen en wordt dan meestal nog aangenomen ook. Dus als wij een grote linkse meerderheid hebben dan zijn die mensen werkloos.”