De revolutie van het referendum

Waarom betalen multinationals steeds minder belasting en gewone burgers steeds meer? Waarom wordt er zoveel bezuinigd op publieke voorzieningen, maar gaat er zoveel subsidie naar private bedrijven? Waarom wordt de Europese Unie steeds groter en machtiger, terwijl de meeste Nederlanders daar tegen zijn? Als de politiek zoveel besluit wat de bevolking echt niet wil, is er iets mis met de democratie. Dat concludeerde ook een staats­commissie onder leiding van Johan Remkes.

Vreemd was het wel, dat ik op ­27 september 2017 in vak ‘K’ zat: op de plek in de Tweede Kamer waar normaal gesproken de ministers zitten. Ik zat daar om een wet te verdedigen die ik zélf helemaal niet had gemaakt en die ook geen enkele kans van slagen had. Het ging om het bindend referendum, een wet die was gemaakt door Kamerleden van GroenLinks, PvdA en D66. Maar deze partijen weigerden plotseling om hun eigen wet in de Kamer te verdedigen, waarna ik besloot om dan zélf die taak maar op me te nemen.

De discussie over het referendum begon al in de jaren zeventig, toen een nieuwe generatie van progressieve intellectuelen zocht naar nieuwe manieren om invloed uit te oefenen op de politiek. Vaak waren dat de hoog opgeleide en individualistische burgers die zich steeds minder thuis voelden bij de politieke partijen of bij de vakbonden en zochten naar manieren om als individu meer invloed te kunnen uitoefenen op de politieke besluitvorming. Nu zijn het juist veel gewone mensen die enthousiast zijn geworden over het referendum.

Nederland heeft een ‘representatieve’ democratie, wat wil zeggen dat mensen hun vertegenwoordigers kiezen in het parlement, dat daarna uit hún naam de regering controleert en de wetten bepaalt. Steeds vaker merk ik echter dat mensen het vertrouwen in onze democratie hebben verloren, vooral in de buurten waar bewoners niet de beste opleidingen of hoogste inkomens hebben. Veel te vaak ook hoor ik mensen zeggen dat ze niet meer gaan stemmen, omdat ze ‘daar in politiek Den Haag’ toch niet bereid zijn om naar hén te luisteren.

Omslagfoto: Maurits Gemmink

Het referendum is juist een middel van links

Helaas hebben deze mensen maar al te vaak gelijk. Dat bleek bijvoorbeeld bij de referenda die in ons land zijn gehouden; in 2005 over de Europese Grondwet, in 2016 over het Verdrag met Oekraïne en in 2018 over de Sleepwet voor de geheime diensten. Telkens bleek dat een grote meerderheid van de Tweede Kamer het ene wenste, maar dat de bevolking het andere wilde. Deze referenda legden duidelijk de crisis bloot in onze democratie, omdat ze lieten zien dat de Kamer niet in staat is de belangen van de kiezers te ‘representeren’.

Soms zeggen mensen dat referenda een speeltje zijn van rechts, omdat nieuwe partijen als Forum voor Democratie er voor pleiten. Maar de roep om referenda kwam juist altijd van links. Al vóór de Tweede Wereldoorlog zetten de SDAP en CPN zich in voor het ‘volksinitiatief’, of de mogelijkheid voor mensen om besluiten van de politiek terug te draaien. Dat was ook precies het wetsvoorstel dat ik in september 2017 in de Kamer verdedigde, maar dat toen door PvdA en GroenLinks werd weggestemd.

De referenda die we tot nu toe hebben gehad waren ‘raadgevend’, wat betekent dat de Kamer de uitslag opzij kon leggen, wat in de praktijk ook altijd is gebeurd. Maar toch leidden die uitslagen tot ongemak bij politici, zoveel zelfs dat een grote meerderheid van de Tweede Kamer besloot om dit democratische middel af te schaffen. Maar ondertussen groeide ook de kritiek. De Kamer kreeg bovendien een flinke tik op de vingers toen de staatscommissie alsnog het voorstel deed voor een bindend referendum.

Het referendum, dat ooit begon als een speeltje van de elite, is een machtig middel geworden voor gewone mensen. Omdat het een manier is om besluiten van de politiek die niet de belangen van de mensen dienen tegen te houden. De staats­commissie ziet het bindend referendum als een middel om het vertrouwen in de democratie te herstellen. Binnenkort zal ik opnieuw een voorstel indienen voor een nieuw referendum. Dit keer zal het veel moeilijker worden voor de Tweede Kamer om deze roep om democra­tisering te negeren.

Ronald van Raak schreef onder meer over het referendum in zijn boek Het Binnenhof blijft verbazen.