Tribune 7/2010 :: Linksvoor :: Jan Marijnissen in gesprek met Witte Hoogendijk

Tribune, juli 2010

Keet in de catering

Werknemers aan de winnende hand

Keet in de catering

In 2005 besteedde Heineken in Zoeterwoude de afdeling catering uit aan Albron en prompt zaten de werknemers met een enorme loonsvermindering. Onder leiding van John Roest kwamen de catering-medewerkers in verzet. En dat zou weleens verstrekkende gevolgen kunnen hebben...

John Roest, Foto: Bart Mühl

Het is oktober 2003 als bij John Roest in Leiden een brief op de mat valt. Afzender: de directie van Heineken. De brief maakt melding van ‘een daling van de bierconsumptie’ die ‘niet van tijdelijke aard’ zou zijn. En daarom ‘ontkomen wij er dus niet aan om efficiënter en effectiever te gaan werken’. Vervolgens: ‘Onderzoek heeft uitgewezen dat gespecialiseerde bedrijven catering- en hospitality kwalitatief hoogwaardig(er) kunnen aanbieden tegen lagere kosten.’

John Roest (45) werkt op dat moment al achttien jaar in het bedrijfsrestaurant van Heineken in Zoeterwoude. Hij heeft geen goed gevoel over de brief. Roest en een aantal collega’s hadden de directie om opheldering gevraagd over geruchten die al enige tijd de ronde deden. Geruchten over mogelijke uitbesteding van hun werk aan een ander bedrijf. Maar ondanks het feit dat de directie in haar brief spreekt van ‘een investering in de toekomst van u en uw collega’s’, worden Roest en de zijnen er niet minder ongerust op. “We hadden het goed bij Heineken en vielen onder de cao van dat bedrijf. Als ons werk uitbesteed zou worden, zou de veel slechtere catering-cao op ons van toepassing zijn. Wij vreesden een fikse teruggang in loon, omdat we wisten wat de trend was in andere sectoren zoals de beveiligings- en schoonmaakbranche.”

Dat bange vermoeden werd anderhalf jaar later bevestigd, toen Heineken zijn cateringsafdeling afstootte naar Albron Catering. Dat leek de centrale ondernemingsraad een goed idee, omdat Albron als een sociaal bedrijf werd gezien. Al snel kwam de aap uit de mouw. De ‘investering in de toekomst’ waarvan Heineken had gesproken, bleek vooral te bestaan uit een salaristeruggang van vijftig tot zeventig (!) procent. John Roest: “Bij Heineken werkte ik in vijfploegendienst en verdiende ik 46.000 euro bruto per jaar. Bij Albron werd dat ineens 18.000 euro bruto. Als je een gezin hebt en alleenverdiener bent, kom je dan gewoon niet meer rond.”

Heineken en Albron vergissen zich, aldus de advocaat-generaal

Wat er gebeurd was, was het volgende. Heineken had de circa vijftig cateringmedewerkers al eerder ondergebracht in een zogenaamde Personeels-BV, en vervolgens gedetacheerd bij Heineken. Officieel stonden ze dus bij die Personeels-BV op de loonlijst en niet meer bij Heineken zelf. Daarna werden ze overgenomen door Albron Catering. Zo kwamen John Roest en zijn collega’s in dienst van Albron, terwijl ze tegelijkertijd bij Heineken in Zoeterwoude werkzaam bleven. De clou? Hetzelfde werk voor veel minder geld plus een uitgeklede pensioenregeling, minder verlofdagen en reiskosten, bovendien exit ploegentoeslag en winstdeling. Volgens de directies van Heineken en Albron was dat mogelijk, omdat de cateringmedewerkers vóór de overname niet in dienst waren bij Heineken. Wel betaalde de bierbrouwer compensatie uit, maar het eenmalige bedrag van een maandsalaris per gewerkt jaar woog bij lange na niet op tegen de inkomstenderving over de hele linie.

Sommige medewerkers hielden het voor gezien en gingen weg. Maar niet John Roest en enkele collega’s. Roest: “Wij vonden dat het niet deugde, dat het gewoon onrechtvaardig was. We wilden dat Albron ons betaalde volgens ons oude contract bij Heineken. En dus besloten we de gang naar de rechter te maken. Wel tekenden we het contract met Albron, omdat we geen keus hadden. Maar we tekenden onder voorbehoud, omdat we goede hoop hadden dat we in het gelijk gesteld zouden worden door de rechter.”

Dat bleek een juiste inschatting, want een jaar later oordeelt de kantonrechter in Utrecht dat Albron Catering de groep werknemers gewoon moet betalen volgens het oude contract en dit nota bene met terugwerkende kracht. En dat is een veelbetekenende uitspraak die wellicht menig ander uitbestedings- of overnameproces in een heel ander daglicht zal stellen. En dus gaat cateraar Albron in hoger beroep. De rechtbank in Amsterdam ziet de verstrekkende gevolgen die een uitspraak in deze kwestie kan hebben en besluit advies te vragen aan het Europees Hof. En die boog zich op 6 mei jongstleden over de zaak. De advocaat van de EU gaf al aan dat de groep van John Roest in zijn recht stond en dat de Personeels-BV die Heineken in het leven had geroepen niet gezien mag worden als een uitzendbureau. Opvallende opmerking van de EU-advocaat: “Als ik advocaat was bij een kantoor dan zou ik direct alle grote bedrijven in Europa oproepen om een dergelijke constructie op te tuigen, want dan wordt uitbesteden wel heel erg makkelijk.” Volgens hem wil Heineken met genoemde constructie de wet omzeilen.

Op 3 juni deed de advocaat-generaal van het Europees Hof de langverwachte uitspraak. Volgens hem vergissen Albron en Heineken zich, als ze stellen dat de cateringmedewerkers niet langer onder de arbeidsvoorwaarden van Heineken vallen op het moment dat hun afdeling door Albron wordt overgenomen. De advocaat-generaal bestrijdt dat de zogenaamde Wet Overgang Onderneming (WOO) niet van toepassing zou zijn. Ook al stonden de werknemers tijdens de overname niet op de loonlijst van Heineken maar op die van de Personeels-BV van hetzelfde bedrijf. Kortom: Albron moet alsnog betalen conform de Heineken-cao. Komend najaar volgt de definitieve uitspraak van het Europees Hof. Maar FNV Bondgenoten, dat namens de cateringmedewerkers procedeert, stelt: ‘de conclusie van de advocaat-generaal is meestal een goede indicatie voor de uitkomst van de uitspraak’.

“Alle uitbestedingen bij Heineken liggen inmiddels stil”

En dus is de overwinning voor John Roest en zijn collega’s een stuk dichterbij gekomen. Het zou een overwinning kunnen zijn met verstrekkende gevolgen. Want als het Hof de uitspraak van de advocaat-generaal overneemt, is het in de toekomst wellicht gedaan met soortgelijke constructies waarbij werknemers in geval van overnames slechtere arbeidsvoorwaarden voor hun kiezen krijgen. John Roest beseft dat maar al te goed: “Nederland heeft altijd voorop willen lopen als het gaat om flexibele arbeid. Stel je voor: als het Europees Hof zou oordelen dat er juridisch niks mis is met de manier waarop wij in Nederland zijn behandeld, neem dan maar van mij aan dat alle multinationals in Europa zo’n constructie gaan opzetten. Een goed teken vond ik dat na de zitting een delegatie van de Europese Commissie naar ons toekwam en zei: ‘Wij willen jullie namens de EU bedanken dat jullie deze zaak hebben aangespannen. Daar zijn we heel blij mee en het zal ons helpen om het gat in de wet te dichten’. Het gaat hier dus om heel belangrijke jurisprudentie. Je merkt nu al dat zowel werkgevers als vakbonden iets hebben van: ‘Zeg, wacht eens even; er is daar iets gaande.’ Alle uitbestedingen bij Heineken liggen inmiddels stil.”

Na bijna zeven jaar is het succes bij het Europees Hof niet het enige wat onder de streep staat. Want Roest en zijn collega’s kregen heel wat te verduren. Zo deed de Heineken-directie bij de politie aangifte tegen de makers van de website www.bierkater.nl waarop de cateringmedewerkers op niet mis te verstane wijze hun visie op de perikelen geven. Bedreigend en intimiderend, vond de directie. Ook weinig gecharmeerd was de bierbrouwer van de lovende brief die de cateringmedewerkers stuurden aan Grolsch-bestuursvoorzitter Troch. Dat gebeurde nadat Grolsch een veer op de hoed had gekregen voor zijn bedrijfsvoering personeelsbeleid. ‘Met grote jaloezie’ hebben wij daarvan kennis genomen, schreven Roest en de zijnen. ‘Een stoot onder de gordel’, oordeelde Heineken. Ondertussen was de sfeer op de Zoeterwoudse werkvloer allang verpest door de knagende onzekerheid en zorgen over de toekomst. Dat wordt onder de nieuwe werkgever niet bepaald beter. Want ook Albron is niet blij met kritiek. Begin dit jaar wordt Roest op non-actief gesteld naar aanleiding van uitspraken die hij onder meer in het Leidsch Dagblad en Misset Horeca had gedaan. “Ik moest ondertekenen dat ik niet meer met de pers zou praten en dat ik niet meer voor mijn collega’s zou opkomen. Ik zeg: ‘Dat doe ik niet.’ Toen werd ik vier maanden op non-actief gesteld”, vertelt Roest. Maar op 31 mei stelde het kantongerecht Utrecht Albron in het ongelijk en kon Roest weer aan de slag. Ook een ontslagprocedure werd ingezet, maar ditmaal stak de rechtbank in Leiden daar een stokje voor. Inmiddels heeft Albron dit advies gerespecteerd, van verdere juridische procedures afgezien en John Roest weer welkom geheten.

“Mijn gevoel voor rechtvaardigheid stond al die tijd voorop”

Hoeveel lef en doorzettingsvermogen moet je hebben om dat allemaal te doorstaan? FNV Bondgenoten en de Horecabond FNV, waarvan Roest kaderlid is, ondersteunden de cateringmedewerkers weliswaar in de juridische procedures, maar toch...: je moet het allemaal maar durven en aankunnen. Roest: “Toen het zeven jaar geleden allemaal begon, zeiden sommige collega’s tegen me: ‘John, kijk uit, want je wordt de kop van jut.’ Naar aanleiding van onze brief aan Grolsch zei een manager van Heineken zelfs tegen me: ‘Denk eraan, als we een splinter bij je vinden, dan hebben we een stok om mee te slaan.’ Maar bij mij en mijn collega’s stond het gevoel voor rechtvaardigheid al die tijd voorop. Wij waren ervan overtuigd dat we in ons recht stonden en dat we zouden winnen.”

Johan van de Kamp en John Roest (achter Jan Marijnissen) tijdens het XVII SP-congres

Foto: Bas Stoffelsen

Met genoegen kijkt Roest terug op het SP-Congres op 24 april, waar hij samen met catering-collega Johan van de Kamp op het podium geïnterviewd werd door Jan Marijnissen. “Daardoor kregen we landelijke aandacht. Jan sprak bovendien over ‘de werkende armen’ als nieuwe onderklasse. Flexibilisering en liberalisering hebben in de catering geleid tot urenvermindering, functieverlaging en nog veel meer ellende. Er zijn mensen die in vijf jaar tijd drie keer een loonsverlaging hebben moeten slikken, of van 40 naar 28 werkuren per week gingen. Elke keer krijgen medewerkers een zogenaamde vaststellingsovereenkomst voorgelegd voor minder uren, functieverlaging of een afbouwregeling. Die moeten ze tekenen, anders wordt er ontslag aangevraagd. Terwijl ze daarvóór al niet veel verdienden! Het zou mooi zijn als we met ons optreden al die jaren de werknemers in bijvoorbeeld de catering, de schoonmaak en de beveiliging hoop kunnen geven zodat ze beseffen dat het niet allemaal zo hóéft te zijn; dat je naar de rechter kunt stappen als het moet. Er zijn namelijk nog genoeg mensen die dat niet eens weten. Ondanks alle ellende is míjn vertrouwen in de rechterlijke macht in ieder geval weer terug.”