publicatie

Tribune 2/2010 :: De zorgfabriek: Productie draaien in de zorg

Tribune, februari 2010

De zorgfabriek

Productie draaien in de zorg

Zijn de gevolgen van de toenemende bureaucratie in de zorg in zestien minuten samen te vatten? Menig politicus zal er moeite mee hebben, maar in de documentaire ‘De Zorgfabriek’ gebeurt het haarfijn en zonder al te veel woorden. Is dit nu onze zorg?

Tekst: Renske Leijten

De veel bekeken documentaire ‘De zorgfabriek’ ging afgelopen najaar in première op het documentairefestival IDFA en is kort daarna uitgezonden op tv. In zestien minuten wordt de kijker meegenomen in de dagelijkse praktijk van een Hilversums verzorgingshuis. De tv-uitzending trok 216 duizend kijkers en wordt nog vaak bekeken bij Uitzending Gemist. ‘De zorgfabriek’ begon als afstudeerproject van Kim Brand (22), die daarmee haar opleiding audiovisuele media aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht afrondde. In zestien minuten trekt een gemiddelde dag uit een Hilversums wooncentrum voor ouderen voorbij. “Proost, op uw gezondheid”, zegt een bewoner in het slotstuk. Grappig, maar ook onthutsend. Is dit nu onze zorg?

Ze kon niet anders dan deze documentaire maken, zegt ze. “Ik liep al een tijdje met het idee rond en zag precies voor me hoe ik het wilde maken. De reacties van mensen die werken in de zorg, zijn steevast: ‘Goed dat dit nu eens in beeld wordt gebracht.’ Het is voor hen de dagelijkse praktijk, waar ze weinig aan kunnen veranderen. Zelfs de manager die meewerkte in de documentaire is een gevangene van dit systeem. Toen ik vijftien was, ben ik als weekend- en vakantiehulp in dit verzorgingshuis gaan werken. Mijn moeder werkte er ook. Ik hielp mee in de huiskamer van de zogenaamde ‘meerzorgafdeling’, kopjes koffie inschenken en zo. Al snel ging ik meer dingen doen, zoals de krant voorlezen, koekjes bakken of naar buiten met de bewoners. Ik had erg veel plezier in mijn werk en kon het goed vinden met de bewoners en de medewerkers. In de jaren dat ik er werkte heb ik gezien hoe diverse veranderingen ten koste gingen van het personeel en daarmee van de bewoners. Voorbeelden? We werkten altijd met een vaste groep verzorgenden. Op een gegeven moment moest iedereen in het hele huis en later ook op andere locaties inzetbaar zijn. Dat is waarschijnlijk efficiënter in te plannen. Maar veel verzorgenden die vervolgens op de meerzorgafdeling kwamen, kenden de mensen niet. Dus alles wordt nauwkeurig geregistreerd en in dossiers vastgelegd. Langzaam maar zeker werden mensen nummers en dat zie je letterlijk terug in de film. Daarna werd een registratiesysteem ingevoerd, dat werkt met een soort van pieper waarmee de verzorgenden bij iedere kamer kunnen inloggen en uitloggen. Plaatsen en tijden worden dan via een computer vastgelegd.

“Hard maar geen klaagzang”

De bewoners begrepen daar niets van.”

Was er dan geen protest tegen die piepsystemen? “Er werd in het begin wel over gemopperd, maar we konden er niets tegen doen. Het was nodig voor de registratie. Zo wordt duidelijk hoeveel zorg iemand krijgt en hoe efficiënt de zorg wordt uitgevoerd. Het voelde niet prettig om zo te moeten werken en er zijn mensen die daarom zijn vertrokken. Inmiddels is het geaccepteerd. Wat moet je anders?”

De jonge Utrechtse documentairemaakster wilde aanvankelijk haar eindopdracht helemaal niet over de zorg maken. “Toen ik aan de hogeschool begon, moest ik op een bepaald moment stoppen met het werk in het wooncentrum. Ik heb er nog weleens gefilmd, maar dacht echt dat ik er wel klaar mee was.

Toch kwam het weer ter sprake bij de voorbereiding op het eindexamen. Een van de docenten reageerde meteen toen ik over de zorg in het wooncentrum sprak. En ik merkte dat ik veel positieve reacties kreeg toen ik het op papier ging zetten. Door al die reacties ging het leven en ben ik naar de instelling gestapt met de vraag of ze wilden meewerken. Dat was heel spannend, maar ze begrepen mijn bedoelingen meteen.”

Het is een kritische film, alleen al door de titel. Het is toch niet overal zo in de zorg? “Ja, de titel is hard, dat klopt. Maar toch is de film bewust geen klaagzang geworden. Wat je ziet is een zuivere registratie van het werkproces. Er is alleen maar vanuit de gang gefilmd en zoveel mogelijk vanuit de verzorgenden. Door de gestileerde aanpak voel je als het ware de afstand die de nieuwe werkwijze schept tussen verzorgenden en bewoners. Ik heb lange tijd getwijfeld over de titel, maar niemand wist uiteindelijk een betere te verzinnen. En de meest gehoorde reactie is: ‘Ja, het is tegenwoordig net een fabriek.’

Mijn oordeel is bewust niet expliciet. Bij Nova of Netwerk krijgt zo’n onderwerp meteen een stempel: ‘schandalig’, of andere krachttermen. Dat wilde ik niet. Ik wilde het niet vertellen, maar laten voelen. Door een specifiek gebruik van camera, muziek en sounddesign heb ik wel degelijk het systeem willen aanklagen. Maar let op: het ligt niet aan het personeel of de leiding. Die doen hun uiterste best om een zware taak goed te volbrengen. Ik wilde hen geen seconde de schuld geven van dit systeem. Dit is iets wat we als maatschappij met elkaar bedacht hebben.

Stills uit ‘De Zorgfabriek’ van Kim Brand

Probleem is ook dat ouderen te weinig gezien worden, ze worden onder één noemer geschaard. Als ik met de mensen in het huis praat, geniet ik. De mensen hebben veel kennis en levenservaring. Ik heb zulke mooie verhalen van ze gehoord over vroeger. Dat is heel waardevol en soms ook leerzaam. Waarom wordt er niet meer gekeken naar de waarde van deze mensen en hun ervaring? Iemand die goed kan zingen, krijgt niet meer de kans om dat te doen. Er is geen tijd meer voor. Ouderen staan in dienst van het systeem. Dat vind ik een heel groot probleem.

Wat mij zo ontzettend verbaast, is dat het systeem niet meer uitgaat van wat mensen willen en nog kunnen. Als je dat als basis neemt, kom je tot heel andere zorg. Ik vind het ook erg om te zien dat familie vaak zo weinig omkijkt naar hun ouders of grootouders. Sommige mensen krijgen echt maar eens per maand bezoek. Dan is personeel dat enkel binnen komt rennen, zoef-zoef bezig is en weer uitklokt, geen echte aanvulling voor sociaal contact.”

Je hebt een prijs gewonnen, de première was op het internationale documentairefestival IDFA, de documentaire is al uitgezonden op tv: een flitsende start als documentairemaker. Maar de lat voor de volgende film ligt wel hoog. Weet je al wat je nu gaat doen? “Ik wil nu een heel andere film gaan maken. Over de initiatierituelen van vrouwen in Afrika. Daarna? Tja, het thema ouderenzorg heeft me nog wel even te pakken. Dankzij het IDFA gaat ‘De Zorgfabriek’ inmiddels naar internationale festivals, onder andere in Moskou en mogelijk Korea. Ik ben heel benieuwd hoe daar wordt gereageerd. Ik ga als vervolg met Human waarschijnlijk een paar documentaires maken over hoe het óók kan in de ouderenzorg. Maar ik heb ook nog andere ideeën liggen, dus ik zie het wel.

Wat ik ook zal maken, mijn documentaires zullen altijd maatschappelijke thema’s hebben. Maar ik heb een hekel aan het opgeheven vingertje. Dat is niet meer van deze tijd. Ik wil de kijker via beeld en geluid iets laten voelen, maar wel zijn eigen oordeel laten vellen.”

De Zorgfabriek’ is te bekijken op human.nl en via uitzendinggemist.nl