publicatie

Tribune 2/2010 :: Agnes Kant - vleugels

Tribune, februari 2010

Agnes Kant

Vleugels

Het grootste probleem was nog: wat trek ik aan? Grapje. Ik bedoel: op mijn congrestoespraak had ik me intensief en langdurig voorbereid. Ik begreep dat het zaak was onze twaalfhonderd afgevaardigden te motiveren en te inspireren met mijn speech. Immers, we staan voor een belangrijke periode met drie verkiezingen.

Het ligt daar prachtig, aan de Maas: het Nieuwe Luxor in Rotterdam. De partij heeft de best mogelijke locatie uitgezocht voor haar XVIe congres. Toen ik aankwam met mijn man Marc (hij zal vandaag op zijn sax meespelen in de band van Bob Fosko), was het al hartstikke druk. Sommigen waren om 5 uur ’s ochtends al vertrokken om op tijd te kunnen zijn. Het weer was bar en boos.

De verkiezing van het partijbestuur was een formaliteit. Daarna kreeg mijn vriend en oude kameraad Herman Beekers uit handen van onze voorzitter de Gouden Tomaat uitgereikt. Herman heeft de onderscheiding meer dan verdiend, voor zijn niet aflatende inzet en voor zijn vele waardevolle ideeën. Het werd spannender toen de congresgangers opmerkingen mochten maken over de congresstukken. Ik was aangewezen om als eerste, namens de congrescommissie, de beantwoording op me te nemen. Best pittig, maar het lukte om duidelijk te maken dat we meer moeten doen om ons gelijk te krijgen (het neoliberalisme heeft gefaald!).

Het was een heerlijke dag, zoveel enthou-siaste mensen en zoveel eensgezindheid en strijdlust. Aan het eind kwamen alle lijsttrekkers (109!) op het podium. Zij gingen samen met onze band het congres afsluiten en het startsein geven voor de campagne. Daarvoor was het mijn beurt. Onwillekeurig raak je gedurende zo’n dag steeds meer gespannen. Op weg naar het podium voelde ik mijn hart in mijn keel kloppen. Maar toen ik mijn naam hoorde scanderen, kreeg ik vleugels. De zaal was even van mij…

Het congres was geweldig, en dat was het! De campagne wordt nog beter.

Agnes Kant