publicatie

Tribune 12/2006 :: Remi Poppe :: Terug in de Kamer

Tribune, december 2006

Remi Poppe

Terug in de Kamer

De ‘kleine boef’ is nooit weggeweest

Tekst Ronald Kennedy Foto Suzanne van de Kerk

Door de monsterzege van 22 november kunnen heel wat nieuwe SP’ers zich opmaken voor hun ‘maiden speech’. Vlaardinger Remi Poppe heeft die al in 1994 gehouden en keert op 68-jarige leeftijd terug in de Tweede Kamer. In de aanloop naar de verkiezingen volgde de Tribune ‘de kleine boef’ van de SP tot aan zijn beëdiging als Kamerlid. “Ik ben nooit weg geweest.”

“Dat verklaar en beloof ik.” De woorden komen bijna gretig over de lippen van Remi Poppe. Terwijl hij de belofte aflegt klinkt er een salvo aan klikkende camera’s. Want met die vijf woordjes is Poppe, na vier jaar buitenparlementair activisme, weer officieel Kamerlid. Zijn terugkeer heeft natuurlijk te maken met het enorme succes van de SP – maar Poppe zelf heeft ondertussen ook niet stilgezeten.

Het is 16 november, iets na vijf uur ’s ochtends. ‘Het pandje’ aan de Broekweg is de uitvalsbasis van de SP-campagne in Vlaardingen. Op tafel liggen posters, Tribunes, schuursponsjes en ander verkiezingsmateriaal netjes opgestapeld. Remi Poppe draait een shagje en drinkt koffie. Naast hem zit Willem de Man, campagneleider in Vlaardingen. “Gisteren had ik een debat over water”, vertelt Poppe, nog enigszins slaperig. “Over de stijging van het zeeniveau en zo. Half twaalf was ik thuis.” Maar verkiezingstijd is “geen tijd om op je kussen te liggen”, vindt Poppe. Vandaag bestaat de actie uit het uitdelen van de Veiligheidskrant aan de bedrijfspoort van industrieterreinen, een actie die overigens al maanden geleden is voorbereid, toen de verkiezingen nog niet bekend waren. Vanwege het onrustbarend aantal toegenomen bedrijfsongevallen de afgelopen jaren en ‘incidenten’ waarbij omwonenden en het milieu schade ondervonden, heeft de SP een Meldpunt Veiligheid opgezet. Een initiatief van Poppe zelf, in samenwerking met – toen nog fractiemedewerker – Paul Ulenbelt. Poppe vindt actievoeren aan de fabriekspoort “basisactiviteit van de SP”. Dertig jaar geleden, vertelt hij, was er vaak angst en onbegrip. “We kregen opmerkingen dat we maar naar ‘echt werk’ moesten gaan zoeken. Mensen waren bang dat we aan hun brood zaten.”

Dat is nu wel anders. De eerste medewerkers die om half zeven het Akzo Nobel-terrein in de Botlek op rijden, nemen de Veiligheidskrant graag aan. De portier herkent Poppe onmiddellijk (“kom straks effe koffie drinken”) en ook bij het Esso-terrein aan de overkant waar De Man heeft postgevat, gaat de krant grif van de hand. “Zó, jullie zijn er vroeg bij van de SP”, reageert de bestuurder van een busje standwerkers, die de actie zichtbaar waardeert. Slechts een enkeling vindt al die lichtgevende hesjes van de SP maar niks. “Ik ben niet links”, zegt een man met een attachékoffer. Poppe ad rem: “Dat hoeft ook niet, maar u geeft toch wel om veiligheid?”

“Of ik terug kom? Mevrouw, ik ben nooit weggeweest”

Tegen half negen, als alle Veiligheidskranten zijn uitgedeeld, zetten de actievoerders koers richting Vlaardingen. De dag begint net voor Poppe: “Straks een debat bij een ROC in Utrecht, dan om vier uur een interview in Rotterdam voor Radio Rijnmond.” Maar ook buiten verkiezingstijd is hij een drukbezet mens. Sinds zijn pensionering zet hij zich fulltime in voor de SP. Zodoende is hij regelmatig te vinden op industrieterreinen en in sloopwijken, maar hij houdt zich ook bezig met de landbouw, hij schreef een rapport over exporten van gevaarlijk afval en hij ondersteunt de fractie in Vlaardingen. De Man vanaf de achterbank: “Als je in de Kamer komt, laat je ons straks niet in de steek hè?” Poppe lachend: “Zo makkelijk zijn jullie niet van me af.”

Dat blijkt de volgende zaterdag op de markt aan het Vlaardingse Veerplein. Terwijl de winkelrolluiken overal nog dicht zijn, zet de voltallige SP-fractie een marktkraam op. Poppe glundert als hij een groepje stadsgenoten vertelt over zijn avonturen als kandidaat-Kamerlid. “Ik ben 68… en een half. Maar neem nou zo’n debat op het ROC gisteren. Na afloop sta ik als enige politicus met die leerkrachten en kinderen te praten. Dan kom je pas te weten wat er speelt.”

Een beetje achter de kraam staan vindt ’ie maar niks en dus stapt hij op politieagenten af om te praten over meer blauw op straat, trekt hij een Turkse vertegenwoordiger van de plaatselijke moskee aan z’n jasje, discussieert hij met lokale jongeren en bespreekt met ouderen de stijgende vaste lasten. “Wat hoor ik nou, kom je weer terug?”, wil een dame weten. Poppe overmoedig: “Mevrouw, ik ben nooit weg geweest.”

In de Melkweg op woensdagavond 22 november lijkt zijn ‘terugkeer’ nog slechts een kwestie van tijd. RTL heeft zojuist de eerste poll doorgegeven en schat de SP op 30 zetels. Poppe, die de hele avond door de pers wordt achtervolgd, maant tot kalmte. “Rustig, rustig”, gebaart hij naar iedereen die hem feliciteert, “eerst de officiële uitslag afwachten”. Maar zijn brede grijns verraadt dat hij wel beter weet. “Straks ben je me kwijt hoor”, plaagt hij zijn vrouw. Machteld Poppe (59) draait nog maar een shagje en lacht. Over zijn drukke schema maakt ze zich geen zorgen. “Ach, Kamerlid of geen Kamerlid, hij is altijd een druk baasje geweest.” De Poppes zijn in december veertig jaar bij elkaar. “Dan snap je wel dat wij elkaar voor honderd procent steunen.”

Wat is het geheim van zijn schijnbaar eeuwige jeugd? “Hij krijgt elke dag wat vitaminepilletjes van me, echt waar. Dat houdt hem op de been.” Poppe knikt. “Klopt. Ik mag niet weg voordat ik die pilletjes op heb.” Vlak voordat hij het podium opmoet, constateert Poppe dat zijn bril vies is. “Komt van al die vrouwen die me willen zoenen.” Machteld Poppe aarzelt niet, pakt een doekje uit haar tas en wrijft liefdevol zijn bril schoon.

“Spring eens omhoog, Remi. Ze kunnen je niet zien!”

Als tien minuten later Jan Marijnissen omringd door een bataljon cameraploegen en fotografen op het podium staat, is van Poppe alleen een zwaaiend bosje bloemen te zien. “Remi, kleine boef, waar ben je?”, roept Marijnissen en haalt hem naar voren. “Met deze rakker ben ik in 1994 de Kamer ingekomen”, zegt hij tegen de zaal, zijn arm om hem heen geslagen. “Nu zijn we weer collega’s. Spring eens omhoog Remi, ze kunnen je niet zien.” Machteld Poppe fluit snoeihard op haar vingers als haar man onder tientallen flitslichten een vreugdesprong maakt.

Na afloop zit het echtpaar Poppe intens tevreden naast elkaar op een trapje aan de zijkant van de zaal. “De socialen die de liberalen hebben verslagen. Dit is écht een historische dag. En stel je eens voor wat dat betekent voor alle afdelingen in het land. Dáár gebeurt het”, vindt de politicus Poppe. “Als we nu in een buurtvergadering ons willen verzetten tegen onnodige sloop, kunnen we ons gesterkt voelen door een enorme achterban.”

Het is twee uur ’s nachts als Poppe en zijn vrouw hand in hand naar de auto lopen. Onderweg stoot hij zijn vrouw aan: “Weet je nog dat je hier op kamers woonde? Toen werkte ik nog vlakbij in de standbouw.” Ze knikt en reageert met: “Wat leuk, dat Jan jou zo naar voren riep.” Poppe trekt zijn vrouw tegen zich aan geeft haar een zoen.

Inhoud