publicatie

Tribune 11/2000: Smerige rookgordijnen

Tribune 17 november 2000

In Nederland stoppen jaarlijks 100.000 mensen met roken; 25.000 mensen sterven door roken. Toch is het percentage rokers in Nederland al bijna tien jaar stabiel en is de totale sigaretten en shagconsumptie sinds 1996 zelfs gestegen...

De tabaksindustrie ligt wereldwijd zwaar onder vuur. Loodzware beschuldigingen (bijvoorbeeld over samenzwering, smokkel, manipulatie van wetenschappelijk onderzoek en marketing gericht op kinderen) vliegen Philip Morris en RJ Reynolds om de oren. Tegelijkertijd stapelen de miljardenclaims zich op. De samenleving lijkt zich geleidelijk tegen de tabaksbranche te keren. Toch zijn de fabrikanten van Camel, Marlboro, Lucky Strike etc. niet van plan zich daarbij neer te leggen...

Tekst Rob Janssen Foto Stefan Prinssen

‘Daarbij zou onder meer gebruik zijn gemaakt van smokkelroutes via Aruba en Venezuela’ (Trouw, 1 februari 2000).

‘Dit memorandum,’ zei Finkle, ‘levert een voorlopig bewijs dat de aangeklaagden samenzweerden om gezondheidsgerichte reclame te beperken en dat het (memorandum) ter bevordering van die samenzwering geschreven is.’ (Seattle Times, 7 juli 1998).

‘Daarvoor zijn onder meer betaalde consultanten ingeschakeld, die doorgaans geheim hielden dat ze voor de industrie werkten. Artsen werden betaald om voor de industrie vergaderingen te bezoeken en te beïnvloeden.’ (Zon Vandaag, augustus 2000)

Zijn dit passages uit het dagboek van een geheim agent? Of stukjes uit het scenario van een aflevering van Miami Vice? Nee, dit is een willekeurige greep uit de ontelbare berichten die sinds 1998 over de tabaksindustrie aan het licht kwamen. In dat jaar moest de branche op last van de Amerikaanse justitie haar interne documenten openbaar maken in het kader van een reeks mega-claims van doodzieke (ex-)rokers. Binnen de kortste keren stonden er tientallen miljoenen pagina’s interne memo’s, vertrouwelijke documenten en tot dusver geheime rapporten op het internet. Verbijsterd nam de wereld kennis van de inhoud van die stukken. De beschuldigingen die vervolgens door onder meer gezondheidsorganisaties aan het adres van de sigarettenindustrie geuit werden reikten van nauwe betrokkenheid bij internationale smokkel tot aan het toevoegen van verslavende stoffen aan de sigaretten en van het openlijk bagatelliseren van de gevolgen van roken tot aan infiltreren in onder meer de Wereldgezondheids-organisatie.

‘Door middel van smokkel zorgen fabrikanten er voor dat hun merk gewoon op de markt blijft, want sigaretten raak je toch wel kwijt’

‘Laten we eens beginnen met die internationale smokkel,’ stelt drs. Trudy Prins voor. Zij is directeur van de Stichting Volksgezondheid en Roken (Stivoro), een organisatie die zich al meer dan 25 jaar inzet voor tabaksontmoediging en beperking. ‘Stel je voor: Eénderde van wat de tabaksindustrie in totaal produceert komt officieel nooit aan,’ vertelt ze. ‘De sigaretten gaan de hele wereld over, doen soms zes tot zeven havens aan voordat ze verkocht worden. Via Oezbekistan naar Hongkong en dan weer verder. Allemaal om de accijnzen te ontlopen. In Groot-Brittannië en in Denemarken zit tachtig procent belasting op sigaretten. De productiekosten van een pakje bedragen maar een kwartje, dus dat loont zich wel. En als je de export van Philip Morris naar bijvoorbeeld Andorra neemt, dan zou elke inwoner van dat staatje 600 sigaretten per dag moeten roken. Daar komt nog eens bij dat in Andorra nota bene iedereen Spaanse sigaretten rookt! Kijk, door middel van die smokkel zorgen fabrikanten er voor dat hun merk gewoon op de markt blijft, want sigaretten raak je toch wel kwijt.’

Het Amerikaanse weekblad Newsweek deed in juli van dit jaar uit de doeken hoe het werkt. De sigaretten worden door de fabrikanten verkocht aan groothandels en om het spoor zo onnavolgbaar mogelijk te maken komen de spullen via diverse dekfirma’s in handen van de smokkelaars. Laatstgenoemden zorgen dat de sigaretten naar nieuwe markten of zelfs terug naar het land van herkomst gaan. De Canadese regering beraadt zich momenteel over juridische stappen tegen Northern Brands International (NBI). Canada beschuldigt NBI ervan louter een dekfirma te zijn die smokkelaars voorziet van rookwaar. NBI is een bedrijfje dat gerund wordt door slechts vier man en dat eigendom is van RJ Reynolds, fabrikant van onder meer Camel, aldus Newsweek.

‘De pakkans is maar heel klein,’ zegt Trudy Prins van Stivoro. ‘Vanwege de hoge aanschafprijs is de detectie-apparatuur wereldwijd namelijk, op een paar uitzonderingen na, slecht. Bovendien is in vergelijking met drugssmokkel de straf voor sigarettensmokkel gering. Het is een zwaar criminele business waarbij de tabaksindustrie betrokken is.’

‘Undercover-agenten’ probeerden ruim twintig jaar lang het antirook-beleid van de Wereldgezondheidsorganisatie te ondermijnen

Afgelopen zomer publiceerde de Wereld-gezondheidsorganisatie (WHO) een verbijsterend rapport over infiltratiepraktijken van sigarettenfabrikanten. Volgens dit rapport hadden zij ruim twintig jaar lang geprobeerd om via heuse ‘undercover-agenten’ het antirook-beleid van de WHO te ondermijnen. Trudy Prins: ‘Dat waren mensen die gewoon stiekem op de pay-roll van de tabaksindustrie stonden. Zij hielden zich bijvoorbeeld bezig met het frustreren van processen en het vroegtijdig informeren van de tabaksindustrie over de toekomstige stappen van de WHO.’ Het rapport maakt verder melding van: pogingen om het budget van de WHO gekort te krijgen, campagnes die erop gericht waren de WHO wereldwijd zwart te maken, betalingen aan artsen opdat zij congressen bezochten waar de sigarettenindustrie niet welkom was en trainingen van ‘journalisten’ die op persconferenties het hoogste woord zouden moeten voeren.

Volgens vice-president David Davies van Philip Morris was het WHO-rapport niet meer dan een ‘handvol oude bedrijfsdocumenten’, maar VVD-europarlementariër Jules Maaten vermoedde op grond van de gedane onthullingen dat de invloed van de tabaksbranche niet beperkt was gebleven tot de Wereldgezondheidsorganisatie, maar dat ook de EU wel eens slachtoffer van bovengenoemde praktijken zou kunnen zijn. Maaten drong er bij de Europese Commissie op aan dat zij onderzoekt of en in hoeverre dat vermoeden juist is. ‘Mijn stelling is, dat het heel vreemd zou zijn als de industrie niet geprobeerd zou hebben de EU tegen te werken zoals bij de WHO,’ vertelde Maaten in september in kwartaalblad Stivoro Visie.

In april van dit jaar schreef het Britse dagblad The Guardian, dat het Amerikaanse medische tijdschrift Lancet Philip Morris had beschuldigd van het infiltreren in een grootschalig onderzoek naar de gevaren van passief roken. Philip Morris zou volgens Lancet twee miljoen dollar hebben uitgegeven om onder meer het onderzoek te vertragen, eventuele negatieve resultaten te neutraliseren en de formuleringen in de conclusies van het onderzoeksrapport te beïnvloeden. Door de tabaksindustrie betaalde wetenschappers moesten daartoe het onderzoeksteam, de media en zelfs de politici ‘bewerken’.

Uit de opsomming bleek dat er aan elke sigaret bijna 600 soms giftige en verslavende stoffen worden toegevoegd

Lezen dit soort smokkel en infiltratiepraktijken nog een beetje weg als een spannende avonturenroman; minder avontuurlijk en onderhoudend wordt het, als het reilen en zeilen van de tabaksindustrie met betrekking tot de volksgezondheid nader wordt bekeken. Zo moest Philip Morris onder druk van de Amerikaanse autoriteiten zo’n twee jaar geleden ook de lijst van ‘tabaksadditieven’ bekend maken. Uit deze opsomming van de stoffen die in de tabak worden gestopt bleek, dat er in elke sigaret bijna 600 (!) soms giftige en verslavende chemische stoffen verwerkt zitten. ‘Een sigaret is een technisch zéér hoogwaardig product,’ weet Trudy Prins van Stivoro. ‘Er blijkt gewoon willens en wetens verslavende stoffen aan de tabak te worden toegevoegd. Theobromine bijvoorbeeld. Je hoort sommige rokers met ademhalingsproblemen wel eens zeggen: Als ik een trekje neem, krijg ik tenminste eventjes lucht. Dat komt door die Theobromine; het is een longuitbreidende stof. Ander voorbeeld: Ammonia. Dit is op zich geen verslavende stof, maar als het samen met nicotine verhit wordt stijgt die sneller naar je hersenen. De ‘kick’ komt dan heel snel; je kunt het vergelijken met het verschil tussen cocaïne en crack. Deze ‘ammonia-truc’ werd in het verleden toegepast in Marlboro-sigaretten. In de Verenigde Staten lag Marlboro in de jaren zeventig qua verkoop sterk achter bij Winston, maar begon na verloop van tijd flink in te lopen. Toen ging Winston ook ammonia gebruiken,’ aldus Prins. Ze vervolgt: ‘Uit de miljoenen vrijgegeven documenten is duidelijk geworden, dat de tabaksindustrie precies weet waar ze mee bezig is. Toch werd aanvankelijk alles door de tabaksbazen ontkend. Maar toen later bleek dat ze zelf de opdracht hadden gegeven voor de toevoegingen, begonnen ze het mondjesmaat toe te geven. Ja, die stoffen zitten er wel in, maar ze worden gebruikt als smaakstof, luidde de verklaring. Onzin. Die stoffen werden juist vanwege het verslavende effect toegevoegd. Het is de kenmerkende tactiek van de tabaksindustrie door de jaren heen. De zaak zo lang mogelijk rekken en ondertussen je strategie aanpassen. Zo lang zíj praten gaan wíj door, schijnt het devies te zijn.’

‘Zelfs shag van Drum is nu in sigaretvorm verkrijgbaar, omdat de tabaksindustrie heel goed weet dat de jeugd veel geld heeft’

Pas vorig jaar oktober gaf Philip Morris, de grootste sigarettenfabrikant ter wereld, toe dat roken verslavend is en bovendien kankerverwekkend. Overigens kregen afgelopen zomer vijf Amerikaanse sigarettenproducenten een astronomische schadeclaim van 145 miljard dollar aan de broek. De rechter in Miami achtte fabrikanten als RJ Reynolds (Camel) en Philip Morris (Marlboro) verantwoordelijk voor de ziekte van een half miljoen rokers in de staat Florida.

Prins: ‘Nu zegt de tabaksindustrie ineens bereid te zijn om iets aan het gezondheidsprobleem te doen. Dus vroeg ik laatst iemand van Philip Morris: ‘Wanneer dan?’ Dat wist hij niet. Ze willen meepraten, maar op doén heb ik ze nog niet kunnen betrappen. Zo wilde de Nederlandse tabaksbranche ook eens een platform opzetten tegen roken onder jongeren. Belachelijk. Ik zei: ‘Het is toch veel gemakkelijker om gewoon geen reclame meer te maken die op jongeren gericht is?’ ‘Dat doen wij sowieso niet,’ kreeg ik te horen. Een lachertje natuurlijk.’ Want volgens Prins is het leeuwendeel van de tabaksreclame juist wél specifiek gericht op jongeren. ‘Leg mij eens uit welke volwassene zich voelt aangesproken als hij of zij de Camel-reclame ziet: een speelgoedkameel? Of dat achterhoofd met dat uitgeschoren motiefje van Lucky Strike? En wat te denken van hordes jonge meisjes van rond de 16 jaar die sigaretten uitdelen in Zuid-Oost Azië? Bovendien gaan al die reclame-campagnes ook nog gepaard met slogans waar jongeren zich enorm door aangesproken voelen: ‘Find your voice’ bijvoorbeeld, of ‘I choose’. Denk ook eens aan al die evenementen in Nederland, zoals Drum Rythm, Marlboro Flashbacks en Barclay Catwalk. Zijn die niet op jongeren gericht? Kom nou! Zelfs shag van Drum is tegenwoordig in sigaretvorm verkrijgbaar, omdat de tabaksindustrie heel goed weet dat de huidige jeugd veel geld heeft. En met zo’n opmerking op de verpakking als ‘Alleen voor volwassenen’ maak je het voor de jeugd natuurlijk alleen maar interessanter.’

‘Het feit dat een sigaret legaal is, wil niet zeggen dat een fabrikant zich zomaar aan iedere vorm van controle moet kunnen blijven onttrekken’

Vorig jaar concludeerde de Canadese regering uit duizenden vrijgegeven documenten, dat de tabaksreclame in Canada zich wel degelijk specifiek richt op kinderen. Kinderen vanaf twaalf jaar bleken voor de Canadese tabaksbranche een bijzonder interessante doelgroep en de betreffende documenten geven inzicht in hoe producenten jonge potentiële rokers aan het roken probeerden te krijgen. Én te houden. Ook de Netherlands School for Public Health (NSPH) in Utrecht stelt een verband vast tussen sigarettenreclame en het marktaandeel onder jongeren.

In de ‘Gezondheidseffectrapportage’ die NSPH in 1998 in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport schreef staat bijvoorbeeld: Tabaksreclame bevat zeer weinig feitelijke productinformatie, maar bevat daarentegen veel associaties tussen een sigarettenmerk en thema’s als ‘succes’, ‘sex-appeal’ en ‘onafhankelijkheid’. Uit onderzoek is gebleken dat jonge kinderen deze associaties begrijpen en overnemen. Een ‘succesvol’ voorbeeld is de campagne van RJ Reynolds die in 1988 het imago radicaal veranderde van een volwassen imago naar een merk dat jongeren en kinderen meer lijkt aan te spreken. Sinds de introductie van de stripfiguur Camel Joe is het marktaandeel Camel bij jongeren sterk toegenomen, hetgeen suggereert dat deze campagne vooral jongeren aanzet om te gaan roken.

‘Logisch dat tabaksreclame zich steeds meer op de jeugd toespitst,’ legt Trudy Prins van Stivoro uit. ‘Tel maar uit: in Nederland stoppen jaarlijks 100.000 mensen met roken en 25.000 mensen sterven door toedoen van roken. Je hebt dus als sigarettenfabrikant geen nieuwe aanwas als je niet bij de jeugd begint.’

SP-fractievoorzitter Jan Marijnissen uitte al in 1995 zijn bezorgdheid over de onder meer op jeugd gerichte reclame-activiteiten van de tabaksindustrie. Uit de schokkende onthullingen van afgelopen maand bleek overigens, dat dit voor de Nederlandse regering een bijzonder heikel punt schijnt te zijn (zie kader).

Prins: ‘De tabaksindustrie is machtig, héél machtig. En enorm rijk. Tel je de kapitalen van de vijf grootste producenten ter wereld bij elkaar op, dan zijn ze naar vermogen gemeten samen het zesde rijkste land ter wereld. Het gaat dus om enorme belangen. Als je toch ziet, dat er al vijftig jaar zóveel bekend is over roken, maar dat er aan de wetgevende kant toch nog maar zó weinig is gebeurd, dan zegt dat toch wel wat. Ik bedoel; Nederland heeft welgeteld één tabaksregeling: niet roken in overheidsgebouwen. Terwijl als je het product nú op de markt zou willen brengen, dan zou het niet eens meer mogen vanwege het gezondheidsrisico. Maar de tabaksproducenten blijven gebruik maken van alle marges. Ze verzetten zich nog steeds met hand en tand tegen inzicht in hun methodes. Alleen onder dwang of door toedoen van derden laten ze af en toe wat los. Ik begrijp niet dat dit anno 2000 nog allemaal kan. Puur het feit dat het product sigaret legaal is, wil nog niet zeggen dat een fabrikant zich zomaar aan iedere vorm van controle moet kunnen blijven onttrekken.’

In de volgende Tribune: hoe de Nederlandse en Europese politiek zich liet ringeloren door de tabaksindustrie.

‘Beste Theo’

(en de lange arm van de tabaksbranche)

Vorige maand interpelleerde Jan Marijnissen minister Borst in de Tweede Kamer over haar antwoorden op vragen die de SP-fractievoorzitter in 1995 gesteld had over de reclame-activiteiten van de tabaksindustrie. Borst had haar antwoorden destijds namelijk eerst ter toekeuring voorgelegd aan het ministerie van Economische Zaken. Dat bleek onlangs uit een document waarop advocatenkantoor Sap/De Witte Roth, dat een proces tegen de tabaksindustrie voert, beslag had weten te leggen. EZ drong aan op het schrappen of wijzigen van passages die duidelijk kritisch waren over de activiteiten van de tabaks-industrie. Zo werd een zinsdeel dat aangaf hoe hoog reclamebestedingen mogen zijn in het kader van eerdere afspraken (‘maximaal 120 miljoen gulden’) door EZ geschrapt. Ook mocht Borst blijkbaar niet tegen Marijnissen zeggen, dat ‘uit diverse internationale onderzoeken blijkt, dat’ tabaksreclame mede op jongeren gericht is, want dat stukje werd vervangen door ‘ons zijn enkele gevallen bekend, dat...’. EZ vond het zelfs niet zo verstandig dat Borst haar verontrusting uitsprak over de sterke stijging van het percentage rokers onder 10-14 jarige Nederlandse kinderen.

In een brief van EZ aan Volksgezondheid van 20 februari 1995 stond: ‘Beste Theo, wanneer je deze wijzigingen overneemt, ben ik bereid een medeparaaf te verlenen.’ Advocaat J. Roth (in 2Vandaag, 30 september): ‘Er blijkt sprake te zijn van beïnvloeding. Dat kan zijn van EZ, het kan ook zijn van de tabaksindustrie.’

Marijnissen wilde van minister Borst weten hoe ver de arm van EZ reikt als het om de volksgezondheid gaat. In een brief van 16 oktober schreef Borst echter, dat ze het ‘niet wenselijk’ acht om hierover duidelijkheid te verschaffen.

Inhoud

  • Nieuws: Het Binnenhof / Aktie / Bulletin Board

  • Column Jan Marijnissen: Van beschaving, Kok en armoede.

  • De takabsindustrie ligt onder vuur. Zware beschuldigingen – samenzwering, smokkel, manipulatie van wetenschappelijk onderzoek en marketing gericht op kinderen – vliegen Philip Morris en RJ Reynolds om de oren. De miljardenclaims stapelen zich op.

  • Rick de Leeuw, zanger en tekstschrijver van Tröckener Kecks, droomde van een carrière als tweede Johan Cruijff. Tot hij The Jam zag spelen. ‘Ik was op slag voor de muziek gewonnen. Dit was voetbal met gitaren en je kon er nog bij drinken ook!’
  • Vrede tussen Israël en de Palestijnen lijkt verder weg dan ooit. Radi Suudi van de Joods-Palestijnse Dialoog ziet een belangrijke taak voor de internationale gemeenschap: afdwingen dat Israël de bezette gebieden teruggeeft.

  • De kinderen in Nederland hebben minder speelruimte tot hun beschikking dan auto’s aan parkeerplaats. Is dat erg? Ja, zegt ‘Alles Kids’, want buiten spelen is letterlijk van levensbelang!

  • In augustus 1999 ‘demonteerden’ tien mannen de McDonald’s-vestiging in het Zuid-Franse stadje Millau. Hun leider, José Bové van de boerenbond Confédération Paysanne, kreeg de status van een nationale held. Het waarom vertelt de derde aflevering van onze serie over globalisering.

  • Superjohan Stekelenburg is niet alleen burgemeester van Tilburg, maar heeft ook nog 18 andere functies en laat zich daar vorstelijk voor betalen. Niets aan de hand, ik sta altijd klaar voor de stad, zegt hij. De Tribune zet daar grote vraagtekens bij.