Narcostaat Nederland?

Veiligheid heeft een sociaal­economische component: armere wijken zijn vaak minder veilig. Recente bezuinigingen op de politie worden daarom ook vooral in de armere wijken gevoeld. De politie zelf vraagt om meer agenten in de wijk, tijd, ruimte en geld, en verdient dat. Ook de interactie tussen ongelijkheid en onveiligheid moet veel meer benadrukt worden.

De drugshandel tiert welig in Nederland. In Tilburg is de drugseconomie inmiddels meer waard dan de totale gemeente-begroting van 860 miljoen euro. Een rechercheur in het rapport Noodkreet Recherche van de Nederlandse Politiebond: ‘Nederland is echt een narcostaat geworden de laatste dertig jaar. Wat we niet zien, is er niet.
Nou, ondergronds heeft het fors doorgewoekerd.’

De politie heeft eenvoudigweg te weinig capaciteit. Daarover trekt de Nederlandse Politiebond aan de bel in Noodkreet Recherche. Dit probleem uit zich ook bij de behandeling van aangiftes. Ongeveer de helft daarvan blijft op de plank. Tot groot ongenoegen van politiemensen. Zelfs zaken waarvan de dader mogelijk bekend is blijven liggen. De bereidheid van mensen om aangifte te doen daalt dan ook al jaren. Net geen kwart van alle slachtoffers van een misdrijf stapt naar de politie. Dat was in 2012 nog 29 procent, zo blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Ondertussen begint Nederland de kenmerken van een narcostaat te vertonen, zo waarschuwen rechercheurs. Daarmee bedoelen ze ‘een staat waarin de rechtsstaat wordt ondermijnd door de rijke machthebbers in een parallelle (drugs)economie’, zo schrijft de Nederlandse Politiebond in Noodkreet Recherche. Afgelopen jaar is er een recordhoeveelheid cocaïne onderschept. Maar ondanks de recordvangst, daalde de prijs. ‘Ons land wordt overspoeld met cocaïne’, zei het hoofd van de Nationale Recherche Wilbert Paulissen onlangs. Teun Voeten is cultureel antropoloog en onderzoekt drugsgeweld in Mexico. Hij stelt in het NRC Handelsblad dat een narcostaat vooral gekenmerkt wordt door een bloeiende, parallelle drugseconomie die gepaard gaat met ‘corruptie, infiltratie van de gevestigde orde en straffeloosheid’. En hoe staat het met die kenmerken in Nederland? Nu, in Brabant worden lokale burgemeesters geïntimideerd, vrezen bestuurders infiltratie in de gemeenteraden en resulteerden vierhonderd aanhoudingen in slechts zes veroordelingen. De kern van het probleem is dat in de parallelle drugseconomie rijke criminelen opkomen die macht kopen met de miljoenen die ze tot hun beschikking hebben.

Onze politie

Een sterke politie is nodig om die criminelen aan te pakken. Maar de centralisatie van alle korpsen in de Nationale Politie vanaf 2013 heeft voor grote problemen gezorgd. Een onderzoekscommissie onder leiding van Wim Kuijken heeft geanalyseerd wat er gebeurd is. Een van de conclusies die deze trekt is: ‘Er moest veel tegelijkertijd, het gewone werk moest doorgaan, en er was veel operationele drukte terwijl er nauwelijks geld, tijd en ruimte beschikbaar waren gemaakt om de reorganisatie zelf haar beslag te laten krijgen.’ Er was dan ook een grote reorganisatie, die gepaard ging met een bezuiniging van maar liefst 230 miljoen euro.

Nederland is niet het enige land dat recent de politie centraliseerde. Ook in Zweden is een Nationale Politie opgetuigd. De Zweedse professor in de rechtsgeleerdheid Bo Wennström noemt deze hervorming een ‘faliekante mislukking’. Voorzitter van de Nederlandse Politiebond Jan Struijs stelt dat de problemen met de Zweedse Nationale Politie erg vergelijkbaar zijn met de Nederlandse. Er is volgens hem in beide gevallen sprake van onderbezetting vanwege een abrupt doorgevoerde reorganisatie die samenging met een forse bezuiniging.

Terwijl een parallelle drugseconomie groeit, hebben we onze politie dus verzwakt. Een van de effecten van de reorganisatie is geweest dat de politie nog minder in buurten aanwezig is. Terwijl dat een belangrijke plek is om aan informatie te komen. Ook criminelen wonen immers ergens. Pieter van Vollenhoven, voorzitter van de Stichting Maatschappij en Veiligheid, noemt dit een groot probleem. Om de openbare orde te handhaven zetten gemeenten volgens Van Vollenhoven steeds meer buiten­gewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in. ‘Burgemeesters staan met hun rug tegen de muur. Zij zijn verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde. Omdat inwoners vragen om meer blauw op straat, maar als zij van de Nationale Politie geen politiemensen krijgen, kunnen zij niet anders.’ Maar boa’s hebben niet dezelfde bevoegdheden als politiemensen. Zo kan een boa die op de bus meerijdt weinig doen tegen iemand die van buiten een stoeptegel door de ruit gooit. Ook zijn boa’s niet gewapend, terwijl ze tijdens hun werk wel in gevaarlijke situaties terecht kunnen komen.

Van Vollenhoven stelt dat de politie hierdoor ook belangrijke informatie uit de buurten mist. ‘Doel van de oprichting van de Nationale Politie was juist versnippering tegengaan. Nu ontstaat sluipenderwijs een nieuw soort gemeentepolitie.’ Hij pleit er daarom voor om de gemeentelijke boa’s bij de Nationale Politie onder te brengen als politiesurveillant. Waarbij de burgemeester en officier van justitie in plaats van de Nationale Politie beslissen hoeveel politiemensen er in de gemeente nodig zijn. Zo komt er ook weer meer informatie van de straat bij de politie terecht.

Ongelijkheid en onveiligheid

De veiligheid in een land heeft niet alleen te maken met de sterkte van de politie. Door het baanbrekende onderzoek van epidemiologen Richard Wilkinson en Kate Pickett weten we dat inkomensongelijkheid ook een rol speelt. In hun boek The Spirit Level gaan Wilkinson en Pickett in op de effecten van ongelijkheid op een samenleving. Ze laten zien dat samenlevingen met een grotere inkomensongelijkheid onveiliger zijn. Hoe ongelijker de samenleving is wat betreft inkomen, hoe meer moorden er plaatsvinden, hoe meer pesten onder kinderen voorkomt en hoe meer mensen er in de gevangenis zitten.

Wilkinson en Pickett verklaren het verband tussen ongelijkheid en criminaliteit door status. Zij stellen dat geweldsmisdrijven vooral gepleegd worden door personen die in hun aanzien worden aangetast. Met name door mensen die weinig andere manieren zien om hun status te vergroten. En nu komt de crux: in een ongelijkere samenleving is aanzien belangrijker. Daarom, zo schrijven ze, zijn ‘ongelijkere samenlevingen, ruwere, hardere plaatsen’.

Maar wat doen we nu?

De samenleving gelijker maken is dus een belangrijke opgave voor meer veiligheid. Dat is mooi voor de lange termijn, maar de invloed van drugs­criminelen verdwijnt er nu niet mee. Daarvoor zullen we ze beter moeten aanpakken. Van Vollenhovens voorstel om BOA’s bij de Nationale Politie te voegen lijkt een interessante stap om weer meer informatie uit de buurten bij de politie te krijgen. We krijgen dan politiesurveillanten op straat in plaats van BOA’s en dan hebben burgemeesters meer te zeggen over de politiesterkte in de gemeente dan nu het geval is.

Om de politie in de buurten aanwezig te laten zijn, eist de SP dat er geen wijkbureaus meer worden gesloten. De politie moet letterlijk dichtbij zijn om buurten veiliger te maken. Op buurtniveau kunnen ze aan waardevolle informatie over criminelen komen, maar ook het vertrouwen van mensen winnen zodat men sneller aangifte doet van misdrijven. Ook de recherche moet op volle sterkte komen. De Nederlandse Politiebond stelt in Noodkreet Recherche dat er 2000 extra rechercheurs nodig zijn om al het werk gedaan te krijgen. Oftewel criminelen aanpakken en aangiftes nagaan. Het vertrouwen van mensen in de politie en de rechtsstaat zal groeien als niet meer zoveel aangiftes op de plank blijven liggen. Om de Nationale Politie echt op de benodigde sterkte te brengen eisen de politiebonden op dit moment in totaal 4700 extra agenten.

Daarbij moeten we ook achter het criminele geld aan. Uit onderzoek van de Verenigde Naties (VN) blijkt dat de omvang van de criminele schaduw­economie in Nederland in 2003 tussen de 2,6 en de 4,3 procent van de gehele economie besloeg. Dat is nu een waarde van zo’n 18 à 30 miljard. Het is veel geld, dat we beter in de samenleving kunnen investeren dan het in criminele handen te laten. Maar als de politie crimineel geld wil afpakken, dan moet zij bewijzen dat er sprake is van strafbare feiten. Dat lukt niet altijd. Voor de Belastingdienst maakt het daarentegen niet uit of inkomen legaal of illegaal is, het moet hoe dan ook belast worden. Daarvoor hoeven ze alleen maar te bewijzen dát er inkomen is. Volgens fiscaal rechercheur Robert van Laar kan de Belastingdienst dan ook een belangrijke rol spelen in het plukken van criminelen. Daarover zegt Van Laar in de Volkskrant: ‘De politie […] stuurt ze voor een tijdje de bak in, maar dat beschouwen ze als bedrijfsrisico. De Belastingdienst, daar klagen ze echt over. Die kan het afpakken heel lang volhouden, waardoor criminelen het ellendige gevoel krijgen geen kant op te kunnen.’ Dan pak je criminelen waar het zeer doet, in de portemonnee.