Dirk de Wachter: ‘Mensen willen dat hun leven betekenis heeft’

Aan het begin van dit millennium verdubbelde het aantal Nederlanders tussen de 25 en 35 jaar met een burn-out. Dit is nu de leeftijdsgroep die kampt met de meeste burn-outklachten. Dan slikt ook nog eens ruim een miljoen mensen antidepressiva. Waarom kampen zoveel mensen met een burn-out en waarom doen zoveel mensen aan depressiebestrijding? De Belgische psychiater Dirk de Wachter schetst het verband met de huidige samenleving.

Dirk de Wachter is psychiater en hoogleraar Systeem- en Gezinstherapie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij brak door in België met zijn boek Borderline Times (2012). Foto: Merlijn Doomernik /HH

Wat is er volgens u aan de hand?

‘Voor mij heeft die massale toename van burn-outs, die ik ook in Vlaanderen zie, niet zozeer te maken met werkdruk of met het aantal uren dat men moet presteren, maar meer met betekenis en zin. Met het gevoel van op je werk gehoord en gewaardeerd te worden. En zinvol bezig te zijn. Het is een existentiële dimensie. Dat fundamentele gevoel van betekenis te zijn is volgens mij belangrijker dan een meetbaar gevoel van werkdruk. Ik zie het gevaar dat mijn hypothese ook misbruikt kan worden door werkgevers. Zij kunnen haar immers zo interpreteren dat het prima is om de werkdruk steeds verder te verhogen, als ze maar duidelijk maken hoe betekenisvol zij het werk vinden.’

Waarom worden vooral jongeren en jongvolwassenen door een burn-out getroffen?

‘Wat ik in mijn boek Borderline Times heb beschreven is dat zinloosheid van het bestaan – die zich ook uit in werksituaties – een vrij recent fenomeen is in onze westerse maatschappij. Jonge mensen vragen zich af waar alles toe dient, waar we mee bezig zijn en waarom we onszelf moeten uitputten. Dat heeft te maken met de secularisering van de westerse samenleving. Met het verdampen van alle religiositeit. En het heeft te maken met het dreigende uiteenvallen van het sociale weefsel. Met het meer egocentrische bestaan van de mens en met minder verbonden zijn. Van betekenis zijn, heeft immers veel te maken met verbinding met de ander. Als wij op onszelf terugvallen, en weinig anderen hebben om mee samen te leven, dan dreigt betekenisloosheid. Dat is de laatste jaren heel erg naar voren gekomen in onze maatschappij. Het gebrek aan zingeving gaat gepaard met een gebrek aan verbinding. Dat zit op alle niveaus van de samenleving: van relaties tot vrienden, tot buren, tot collega’s.’

Wat bedoelt u met het uiteenvallen van het sociale weefsel?

‘De verbindingen die mensen een generatie geleden aangingen in hun sociale leven waren veel sterker en duurzamer. Nu zijn hobby’s en vrijetijdsbesteding veel meer een eigen keuze en individueler. Op zichzelf is dat geen probleem, maar dat wordt het wel als we meer en meer geïsoleerd dreigen te raken in het leven. Juist wanneer we het moeilijk hebben, is de verbinding met de ander zo belangrijk. Als die duurzame verbindingen verdwijnen, dreigen mensen verder af te glijden naar de marginaliteit. Uit het sociale en uit het economische weefsel.’

Je hebt dus minder mensen op wie je in geval van nood kunt terugvallen?

‘Dat komt ook door een efficiëntiecultuur. Zo is er voor mensen met weinig opleiding, ambities en talenten die voorheen een waardige functie bekleedden bij staatsinstellingen als de spoorwegen, het leger of de post, tegenwoordig geen plaats meer. Zij dreigen buiten de boot te vallen, omdat de samenleving steeds hogere eisen aan hen stelt.’

Toch heeft niet iedereen last van een depressie of een burn-out. Zit er ook niet een belangrijke genetische component bij?

‘Natuurlijk, elk mens is een genetisch en fysiologisch wezen. Wat een beschaafde samenleving moet doen is een brede invulling geven aan normaliteit. Daarmee wil ik zeggen dat je zoveel mogelijk mensen binnen de samenleving moet houden in functies waar zij waardigheid aan ontlenen. Werk is heel belangrijk voor je identiteit. Als je niet werkt, wordt een waardig en een zinvol bestaan erg moeilijk.’

Waarom is het voor mensen zo belangrijk om een zinvolle bijdrage aan de maatschappij te leveren?

‘In tegenstelling tot dieren hebben wij behoefte aan betekenis en zin. Omdat we weten dat we sterven, willen wij dat ons leven betekenis heeft. De mens wil betekenisvol zijn voor de ander.’

Hebben het gevoel van leegte en de toename van het aantal mensen met een burn-out niet te maken met de opkomst van het neoliberalisme vanaf de jaren tachtig?

‘Ik wijt de toename aan de consumptiemaatschappij en het feit dat we steeds maar streven naar meer. En aan een efficiëntiemaatschappij waarin verloren tijd als kwalijk wordt beschouwd. Men kan dat neoliberaal noemen, maar ik ben daar voorzichtig mee want het is een politieke term. Het heeft te maken met een cultuur die erop gericht is dat het leven leuk moet zijn, terwijl ik vind dat het leven zinvol moet zijn. Ik wil mijn visie graag over partijpolitieke grenzen heen tillen, want ik denk dat mijn discours voor alle politieke stromingen belangrijk is.’

Komt uw boodschap bij de verschillende politieke stromingen aan?

‘Tot mijn genoegen word ik in Vlaanderen van vrij links tot redelijk rechts uitgenodigd. Mijn discours wordt op zijn minst gehoord, krijgt invulling en er wordt over nagedacht. Dat is ook de ambitie die ik koester. Hoe kan men over partijpolitieke grenzen heen beginnen met nadenken over die druk die blijkbaar op gewone mensen ligt en die mensen ook op zichzelf leggen? We willen altijd maar bezig zijn. Onze vrije tijd is mogelijk nog drukker dan onze werktijd. Dat kunnen we niet alleen aan de werkgever wijten. We moeten ook naar onszelf kijken.’

Leiden de consumptiemaatschappij en het gevoel van leegte ook niet tot vervreemding?

‘Ja, zonder twijfel. Hoe meer “ikkigheid”, hoe meer vervreemding van elkaar. Terwijl de sleutel van het samenleven ligt in het meer toelaten van de ander, van andere ideeën en van zaken die we lastig vinden. En het is die sleutel die we niet gebruiken. Het is een paradox.’

Als we solidariteit sterker organiseren, zoals het geval was in de verzorgingsstaat, kunnen wij dan zorgen voor meer empathie?

‘Het solidaire in de mens – dat in elke mens aanwezig is – moet kansen krijgen. Dat moet van onderop ontstaan. Vanuit de gemeenschap. Dat is wat leiders, de verantwoordelijken in de maatschappij, moeten doen. Kaders creëren waarin het solidaire van de mens een kans krijgt.’