Mensen, marktwaarde en mobiliteit

In het geglobaliseerde kapitalisme is iemands marktwaarde de voornaamste determinant van diens mobiliteit. Expats halen we binnen als menselijk kapitaal; vluchtelingen beantwoorden niet aan de marktvraag. Omdat op een gemeenschap geen prijs te plakken is, registreert het systeem geen waardeverlies bij de afbraak ervan.

Twee boodschappen van onze regering voor buitenlanders:

‘Doe het niet. Kost veel geld. Levensgevaarlijke risico’s en je komt onderaan de lijst.’

‘We zijn volledig toegewijd. (…) We helpen jullie met het vinden van huizen voor jullie gezinnen, scholen voor jullie kinderen, en een baan voor jullie partners. Don’t worry, we will be there all the way.’

Eén van deze uitspraken is gericht aan de medewerkers van het medicijn­agentschap EMA, dat Amsterdam na veel lobbyen binnenhaalde nu het uit Londen vertrekt. De ander is een Twitterbericht van premier Rutte aan ‘vluchtelingen die oversteek over­wegen’. Een vraag is het al niet meer te noemen, welke uitspraak voor wie is. We hebben humaniteit en mensenrechten verbonden met de marktwaarde van mensen. Het is zo vanzelfsprekend geworden dat we de logica erachter niet eens meer bevragen.

“Ik kan de hele wereld over reizen voor mijn werk”, zegt Farish Noor, een hoogleraar Internationale Politiek uit Maleisië, in de Groene Amsterdammer. “Net als de expats, de professionals, het ‘human capital’. Ik ben de goede reiziger, omdat ik een dienst kan leveren waar de markt om vraagt. Vluchtelingen beantwoorden niet aan de marktvraag.”

Feitelijk gaan we met mensen weinig anders om dan met kapitaal. Levert het ons wat op, dan willen we het hebben. Of het nu een bedrijf is, een mens, of een brievenbus van een multinationale onderneming die Nederland gebruikt als route om buitenlandse winsten belastingvrij weg te sluizen. Kost het ons geld, dan willen we het niet.

“De termen menselijk kapitaal en vluchteling zijn keerzijden van dezelfde medaille”, zegt Noor. “Het is de markt die uitmaakt wie kan reizen en wie niet. We hebben ook geen mensen meer. Alleen consumenten en producenten. We zijn factoren [geworden] in marktcalculaties.”

 

"Wanneer je doorhebt dat het je maandelijkse huur is, niet je wekelijkse." Met deze tekst adverteerde Amsterdam Marketing in Londen, om expats en bedrijven binnen te halen die vertrekken vanwege de Brexit. Foto: SP Amsterdam

Selectieve in- en uitsluiting

Leven we in een tijd van ongekende mobiliteit of van onvrijwillige opsluiting? Het is allebei waar, zegt Hein de Haas, migratiedeskundige. Het hangt ervan af waar ter wereld je geboren wordt. Beide begrippen hangen samen. Hoe meer mogelijkheden tot mobiliteit, hoe meer onvrijwillige opsluiting ook van hen op wie niemand zit te wachten.

Beweging van mensen, goederen, ideeën en kapitaal zijn historisch altijd verbonden geweest. Deze tijd knipt ze los: wel open grenzen voor kapitaal, goederen en ideeën, maar niet voor mensen. Kapitaal dat wordt gewonnen met mijnbouw in bijvoorbeeld Malawi kan vrij Nederland instromen en via hier naar belastingparadijzen verdwijnen, maar mensen uit Malawi weren we. Een Syriër moet, om asiel te krijgen in de Europese Unie, eerst Europa binnenkomen. Na een miljard investeren in het dichtzetten van onze buitengrens wordt dat steeds onmogelijker. Van alle migratiedoden ter wereld valt driekwart aan de grenzen van de Europese Unie. Daarmee is de buitengrens van de EU met afstand de dodelijkste grens ter wereld, met meer dan 30.000 doden sinds 2001.

Globalisering is geen gelijk verspreid, evenwichtig proces, zegt de Spaanse socioloog Manuel Castells. Eerder moeten we het begrijpen als een proces van selectieve in- en uitsluiting van bepaalde gebieden, producten en groepen mensen. De spelregels van dit proces mogen opstellen, het kunnen bepalen wat wel en niet legaal is, dat is de definitie van macht. De Poolse socioloog Zygmund Bauman spreekt over ‘menselijk afval’: de groepen die over blijven nadat de selectieve globalisering alles van waarde heeft ingesloten.

In de huidige logica is alles wat goed is voor ons bbp, als totaal misplaatste weergave van onze economie, ook goed voor Nederland. Zo kun je verklaren dat Amsterdam vorig jaar in Londen adverteerde met de tekst: “Als je doorhebt dat het je maandelijkse huur is, niet je wekelijkse.” De komst van bedrijven en expats uit Londen vergroot namelijk ons bbp. ‘Wie bedenkt nou zoiets?’, zei toenmalig SP-raadslid Tiers Bakker bij de NOS. ‘Terwijl Amsterdammers die in onze stad hun wortels hebben de stad uit moeten omdat de huizen onbetaalbaar worden, prijst Amsterdam Marketing de stad aan omdat de huren er goedkoper zijn dan in Londen.’

Volgens dezelfde logica verdienen expats (gedefinieerd met een jaarinkomen boven de 37.000 euro), 30 procent van hun salaris belastingvrij. Andere arbeidsmigranten betalen sociale premies in het land van herkomst, en zijn daarmee al snel goedkoper dan Nederlandse werknemers voor dezelfde functie.

Het is de gedachte achter een Europese interne markt, vanuit de ver­onderstelling dat die efficiënter werkt als vraag en aanbod samenkomen binnen een grotere zone. Maar mobiliteit van mensen werkt niet als die van kapitaal. Op een open markt kan kapitaal elk moment de plek zoeken waar het het meest rendeert. Pas dezelfde logica toe op mensen en er ontstaat verdringing, uitbuiting, schijnconstructies, druk op de lonen en afbraak van gemeenschappen. Elke structuur wordt tijdelijk, zolang het rendeert. Je ziet het zelfs in hoe we onze omgeving inrichten: steeds meer kantoren hebben het interieur van een vertrekhal. Maar omdat op een gemeenschap geen prijs te plakken is, registreert het systeem geen waardeverlies bij de afbraak ervan.

"Wanneer je doorhebt dat lokale bewoners de stad uit moeten vanwege jou." Deze reclame, op Amsterdamse reclameborden, was de ludieke reactie van de SP op de advertentie van Amsterdam Marketing in Londen. Foto: SP Amsterdam.

Draagvlak in de verzorgingsstaat

Het is paradoxaal dat natiestaten mensenstromen steeds meer contro­leren, zegt Bauman, omdat ze verder steeds meer bevoegdheden uit handen geven. Zeggenschap is afgestaan aan supranationale, weinig democratische organen als de Europese Unie en de Wereldhandelsorganisatie. Binnen de landsgrenzen zijn collectieve structuren in de zorg, de huisvesting en het openbaar vervoer ontmanteld en geprivatiseerd. De inkomenszekerheid van de beroepsbevolking is sinds 1980 met 34 procent gedaald, berekende de Utrechtse hoogleraar Cok Vrooman. Elke dag gaan 119 corporatiewoningen de markt op. De koopkracht van de armste veertig procent van Nederland is lager dan in 1977.

Op die manier breekt de overheid zelf de zekerheid onder mensen weg. Dat vermindert het draagvlak voor migratie, concluderen onderzoekers van de Universiteit Groningen. De ander wordt sneller als bedreiging gezien wanneer eigen zekerheden wankelen en mensen concurreren binnen schaarste.

Ook het discours van de overheid beïnvloedt het draagvlak, volgens dezelfde studie. Een overheid die streeft ‘naar de nul’, in de woorden van Rutte, zet vluchtelingen neer als een probleem dat opgelost moet worden, niet als een realiteit die er altijd zal zijn en waarop we zelf, door ons buitenlands beleid, mede invloed hebben. Ook vermindert zo’n discours de speelruimte van sociale bewegingen die de status quo rond vluchtelingen bevragen via directe actie, zegt criminoloog Sharon Pickering.

Eind 2011 besloot het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) locaties te sluiten, omdat ‘het aantal asielzoekers in de opvang daalt en de verwachting is dat de daling door blijft zetten.’ De oorlog in Syrië was net volop losgebarsten. Toen de vluchte-lingen uit die oorlog in Europa asiel aanvroegen, leek Nederland totaal onvoorbereid. Het past in de benadering van het COA als een onrendabel staatsorgaan dat zo klein mogelijk gehouden moet worden, in plaats van een invulling van internationale verdragen en solidariteit vanuit een van de rijkste landen ter wereld.

In 2015 kwam Klaas Dijkhoff, toenmalig staatssecretaris van Justitie, aan in het Drentse dorpje Oranje. Net voor een bus van nog eens 700 asielzoekers arriveerde, bovenop de 700 asielzoekers die al zouden komen. De bewoners waren woest. Hun was niets gevraagd, zelfs niets meegedeeld. Oranje telt 140 inwoners. ‘Het gaat niet om de vluchtelingen,’ zei een van hen. ‘Het gaat erom dat de politiek haar belofte niet houdt.

In die zin werkt de opvang van asielzoekers weinig anders dan het plaatsen van windmolens: mensen snappen het belang ervan echt wel, maar de lusten en de lasten moeten eerlijk verdeeld worden. Zeventig procent van de Nederlanders is vóór het opvangen van vluchtelingen. Het probleem zit vaak in de uitvoering. Het voelt wrang als je omgeving ingrijpend verandert, en anderen er een goede naam of financieel voordeel mee opstrijken.

Ook moeten we af van het idee van competitie om schaarse voorzieningen. Wat als elke vorm van steun voor een vluchteling of statushouder ook altijd beschikbaar zou zijn voor, of altijd ten goede zou komen aan de al aanwezige bevolking?

In 2015 werd de Rotterdamse achterstandswijk Beverwaard landelijk nieuws vanwege protesten tegen een gepland asielzoekerscentrum. Op inloopavonden, opgezet door de SP Rotterdam, bleek dat bewoners de opvang vooral als de zoveelste middelvinger van de politiek in hun richting ervoeren. De SP steunde de komst van het asielzoekerscentrum, maar diende ook moties in voor de aanpak van armoede, schulden, onveiligheid en achterstallig onderhoud. Ook kreeg de SP een motie aangenomen om de opvang zo veel mogelijk bij lokale ondernemers te laten inkopen.

Dik twee jaar later is er ruim een miljoen euro in de wijk geïnvesteerd. De opvang, die er ook kwam, draait zonder problemen. ‘We zijn opgehitst’, zegt een bewoner in de Volkskrant. ‘We hebben ons gek laten maken.’

Alles begint met een andere kijk op de waarde van mensen dan die van de huidige marktlogica. Een kijk die iemands menselijke waarde weer centraal stelt, niet alleen iemands marktwaarde.