publicatie

Tribune 03/2012 :: Wie redt Griekenland ...en Europa?

Tribune, maart 2012

Actueel

Wie redt Griekenland ...en Europa?

Tekst: Rob Janssen

Foto: Maro Kouri

Onder de kop ‘Red de Grieken van hun redders’ verscheen eind februari in de media een opmerkelijke open brief. Volgens een collectief van Franse en Italiaanse intellectuelen is de huidige Europese aanpak van de financiële crisis feitelijk het begin van een neoliberaal offensief, dat de democratie langzaamaan uitschakelt en de publieke zaak ruïneert. Griekenland is slechts de proeftuin, aldus de brief.

De bewoordingen van de brief zijn vaak niet mals. Het nieuwe Europese akkoord zou een plan zijn dat ‘een einde maakt aan het recht op arbeid, dat de armen diep in de ellende stort, en de middenklasse zal wegvagen’. ‘De toekomst van de democratie en het lot van de Europese naties’ zouden ‘op het spel staan’. Bovenal zou Griekenland een ‘proeftuin’ zijn ‘voor een maatschappelijke verandering die door heel Europa verspreid zal worden.’ En dus ‘moeten we nu met woorden en cijfers de strijd aangaan met de ultraliberale retoriek van angst en leugens.’

SP-Tweede Kamerlid Ewout Irrgang noemt de op het eerste gezicht misschien avontuurlijke verbanden die de auteurs leggen ‘helemaal niet zo ver gezocht’. ‘Als je momenteel kijkt naar de positie van Griekenland, dan zie je dat het land gewoon geen andere ruimte meer heeft dan een proeftuin te zijn voor die maatschappelijke verandering. Het is slikken of stikken voor de Grieken. Zij moeten de beperkte sociale voorzieningen die er nog zijn verder afbouwen. Zij moeten toe naar een kleinere overheid, terwijl die – als je naar de cijfers kijkt – in werkelijkheid helemaal niet zo groot is. Hetzelfde geldt voor de belastingdruk. Ondertussen werken Europese naties eraan om Brussel steeds meer instrumenten te geven om die neoliberale agenda uitgevoerd te krijgen. En vergis je niet: in Portugal en Ierland gebéurt het al. Italië en Spanje hebben weliswaar geen programma dat is opgelegd door de troika van Europese Centrale Bank, Europese Unie en IMF, maar staan wel zwaar onder druk om dergelijke maatregelen te nemen. Premier Monti van Italië (die jarenlang als adviseur voor de Amerikaanse zakenbank Goldman Sachs werkte –red.) is er namelijk al mee bezig.’

Toch behelst het vorige maand overeengekomen Europese akkoord voor een nieuw Grieks noodpakket een kwijtschelding van niet minder dan 53 procent van de schulden aan de banken. Maar volgens Irrgang, die vanaf het begin van de Griekse crisis pleitte voor kwijtschelding, is het nu te laat. ‘Twee jaar geleden was het misschien genoeg geweest. Maar sindsdien is er zoveel schuld bijgekomen, dat het met deze vermeende oplossing helaas doormodderen blijft voor de Grieken en de hele eurozone.’ De Italiaanse en Franse intellectuelen vatten de kwijtschelding niet bepaald op als een genereus gebaar, laat staan als een solidariteitsoffer aan de Grieken: ‘Het doel (…) is niet de redding van Griekenland, maar het winnen van tijd om zo de belangen van de schuldeisers veilig te stellen.’

Ook die redenering is volgens Irrgang minder frappant dan wellicht lijkt. ‘Er is veel te lang gewacht met het saneren van de schulden; banken hebben nu twee jaar de tijd gehad om reserves op te bouwen, Griekse schulden af te schrijven en te verkopen aan de Europese Centrale Bank.’ Europese overheden hebben de Griekse schuld langzaam overgenomen van de banken, waardoor de schuld steeds minder privaat en steeds meer publiek is geworden. ‘Banken die veel geld verdiend hebben aan riskante Griekse leningen hebben zich teruggetrokken en ontlopen zo hun verantwoordelijkheid. Want het is overduidelijk dat de banken een zware verantwoordelijkheid dragen voor het huidige Griekse drama.’ Irrgangs conclusie: ‘De banken krijgen nu zoetjes en voor de Grieken rest alleen een heel bittere pil die waarschijnlijk ook nog eens niet werkt. De financiële sector wordt in heel Europa met fluwelen handschoenen aangepakt en als gevolg hiervan betaalt de Europese bevolking het gelag.’

Volgens Arjan Vliegenthart, directeur van het wetenschappelijk bureau van de SP, is het niet zo vreemd dat het juist Franse en Italiaanse intellectuelen zijn die de oproep tot solidariteit doen. ‘Frankrijk en Italië zijn grote naties in Europa. In deze landen is buitenlandse politiek in zekere zin ook binnenlandse politiek. Voor Nederland geldt dat veel minder. Op een paar uitzonderingen na leeft hier het buitenlanddebat onder wetenschappers en intellectuelen nauwelijks, of pas sinds kort. Een voorbeeld: laatst zat ik in het tv-programma Buitenhof, dat ging over de koers van Europa. Om een levendige discussie te krijgen moest Guy Verhofstadt, oud-premier van België, ingevlogen worden.’

‘Red de Grieken van hun redders’ is ondertekend door zo’n vijfentwintig vooraanstaande Franse en Italiaanse filosofen, historici, publicisten, filmmakers en andere prominenten. Hun brief is een oproep om in verzet te komen. ‘Dit is wat wij voorstellen: de vorming van een Europees comité van intellectuelen en kunstenaars dat solidair is met het Griekse volk en hun verzet. Als wij het niet doen, wie doet het dan? En als we het nu niet doen, wanneer dan wel?’