publicatie

Tribune 03/2012 :: Breed front voor redding NedCar

Tribune, maart 2012

Breed front voor redding NedCar

Met de Colt op tafel

Tekst: Rob Janssen

Foto: Maarten Hartman / Hollandse Hoogte

Boven autofabriek NedCar in het Limburgse Born hangen donkere wolken. Voor vijftienhonderd werknemers dreigt het ergste, nu Mitsubishi heeft aangekondigd geen heil meer te zien in autoproductie in Europa. Maar terwijl kabinet en Tweede Kamer zich een breuk sjouwen om NedCar te redden, hebben beleidsmakers in Limburg andere dingen aan hun hoofd.

In Limburg domineerden in februari twee actualiteiten het nieuws. Ten eerste het‘Polenmeldpunt’ van de PVV. Directeur Frank van Gool van het Limburgse uitzendbureau Otto, dat veel Polen werk verschaft, uitte in een avonduitzending van de Limburgse omroep L1 zijn ongenoegen over het meldpunt. Volgens hem heeft Nederland de ‘arbeidsmigranten heel hard nodig’, omdat het gaat om ‘een bevolkingsgroep die ervoor zorgt dat de welvaart in Nederland blijft’. Het andere gesprek van de dag was NedCar. De Limburgse autofabriek in Born hing sluiting boven het hoofd en NedCar-medewerkers staakten.

Curieus is het wel: Aan de ene kant horen dat Nederland in de toekomst niet zonder arbeidsmigranten uit Oost-Europa kan en tegelijkertijd moeten constateren dat vijftienhonderd Limburgse werknemers overbodig zijn. Is dat nog te bevatten?

Emile Roemer op het Malieveld: ‘Het gaat ook om 1500 gezinnen’ – foto: Sander van Oorspronk

Woensdag 15 februari, Malieveld, Den Haag. Het is dringen geblazen voor het trapje naar het podium. Maxime Verhagen, Job Cohen, Henk van der Kolk, Emile Roemer, Agnes Jongerius; woordvoerders van nagenoeg alle politieke partijen en vakbonden staan te trappelen om het NedCar-personeel een hart onder de riem te steken. Duizend man sterk zijn ze in een colonne van Mitsubishi Outlanders en Colts, gemaakt in Born, en touringcars vanuit Limburg naar Den Haag gekomen. Als een pantser-regiment staan de wagens rondom het Malieveld geparkeerd.

Praten met NedCar-medewerkers is vandaag vooral praten over tegenstellingen. Over het feit dat Mitsubishi de NedCarfabriek altijd ‘het beste jongetje van de klas’ heeft genoemd, maar nu ijskoud de stekker eruit trekt. En over het idee dat de Japanse autogigant onlangs nog nieuwe fabrieken in Thailand en Rusland heeft geopend, terwijl de fabriek in Born nu te koop staat voor het vernederende bedrag van één euro. ‘Dat betekent dus eigenlijk dat wij één vijftienhonderdste euro waard zijn’, rekent NedCar-veteraan Erik Römers uit Geleen voor. ‘En dat terwijl wij altijd als prima vakmensen werden beschouwd. Maar ja, in Thailand en Rusland werken ze voor twintig procent van ons loon. En dáár demonstreren ze niet’, vult hij veelzeggend aan. ‘Er is nu eenmaal een grote uitverkoop van de grote industrieën naar het buitenland gaande. Maar wist je dat Philips alweer productie uit China terug aan het halen is naar Nederland?’

Sinds 1984 werkt Römers (49) bij NedCar. Momenteel op de montage-afdeling waar de fonkelnieuwe Mitsubishi’s van zaken als wielen en rem-olie worden voorzien. Hoe het straks verder moet, als NedCar de deuren sluit? Hij weet het niet. ‘Natuurlijk, ik heb wel wat geld gespaard. Maar dat is straks zo op, denk ik. Ik ben al een beetje om me heen aan het kijken naar ander werk. Misschien moet ik wel naar Stuttgart gaan.’ Die Zuid-Duitse stad is de thuisbasis van ijzersterke automerken als Mercedes-Benz en Porsche. Maar van ‘eventjes’ verhuizen is waarschijnlijk geen sprake. ‘Misschien dat ik daar dan eerst in een pension kan wonen. Want probeer tegenwoordig je huis maar eens te verkopen.’

Zeker in Zuid-Limburg zal dat niet gemakkelijk zijn. Grote delen van het gebied worden beschouwd als een ‘krimpregio’: het aantal inwoners daalt, de vergrijzing is hoog en de woningmarkt zit op slot. Daar komt bij dat met name de grote gemeenten met hoge werkloosheid kampen. Volgens cijfers van UWV Werkbedrijf Limburg bedraagt die in Maastricht en Sittard-Geleen nu al meer dan 8 procent; in Heerlen en Kerkrade zelfs rond de 12 procent.

‘Nu worden in China elektrische auto’s geproduceerd met kennis uit Limburg’

De provinciale overheid in Limburg blonk de afgelopen jaren uit in het formuleren van beleidslijnen en –voornemens om op die ontwikkelingen in te spelen. De krimp zien als een kans voor Limburg, luidde het devies. Hypermoderne redeneringen in bestuurdersland: elke bedreiging is een uitdaging, elke blunder een leermoment. Maar wat zijn zulke filosofieën in de praktijk waard, als een van de grootste werkgevers in de regio wegvalt en de neergang in een nog hogere versnelling dreigt te gaan?

De Limburgse gedeputeerde Mark Verheijen (VVD) gaf op 10 februari te kennen in ieder geval ‘geen valse hoop’ te willen wekken bij de NedCar-medewerkers. In overname van een deel van de NedCar-aandelen, een wens van de Limburgse SP, zag hij niets. In een actieve rol van de provincie om nieuwe investeerders te vinden eigenlijk ook niet. En dat was het wel zo’n beetje.

Thijs Coppus, fractievoorzitter van de Limburgse SP-Statenfractie, hekelt de weinig strijdbare houding van de provincie. Volgens hem zijn er namelijk wel degelijk mogelijkheden: ‘De provincie Limburg heeft honderden miljoenen gestoken in Zuid-Europese staatsleningen. Een deel van dit geld kan beter in Limburg worden geïnvesteerd.’ Coppus spreekt van 148 miljoen euro, afkomstig uit de verkoop van Essent-aandelen, die Limburg zou kunnen reserveren ‘voor een actieve zoektocht naar investeerders, nieuwe duurzame technieken en productiewijzen om het bedrijf en de werkgelegenheid voor onze provincie te behouden’. Ondanks zijn teleurstelling dat de provincie dat niet ziet zitten, is Coppus niet echt verrast. ‘Wij strijden al jaren voor NedCar en het personeel. De fabriek is een van de modernste van Europa en is klaar voor de toekomst. Helaas zijn pogingen van onze kant om de provincie op pad te sturen om bijvoorbeeld auto’s op waterstof of elektriciteit in Born te produceren altijd op niets uitgelopen. Hierdoor kon het gebeuren dat het Heerlense bedrijf Duracar vorig jaar voor een schijntje is opgekocht door Chinezen. Nu worden in China elektrische auto’s geproduceerd met kennis uit Limburg.’

Maak-industrie is blijkbaar niet sexy genoeg voor provincie Limburg

En dat voor een provincie die zichzelf graag als ‘technologische topregio’ profileert. Op de provinciale website valt te lezen: ‘Limburg heeft samen met haar partners over de grens de sterke ambitie om dé Technologische Top Regio (TTR Euregio) van Europa te worden.’ En: ‘Het gebied (...) bezit sterke universiteiten en hogescholen waar de basis wordt gelegd voor innovatieve progressie. De uitdaging voor de toekomst is het innovatiepotentieel dat aanwezig is meer te benutten.’

Thijs Coppus: ‘Wat je ziet is dat de provincie bijvoorbeeld honderden miljoenen euro’s investeert in de zogenaamde ‘life science campus’ bij chemiebedrijven DSM en Chemelot. Men doet z’n uiterste best om hoogopgeleide onderzoekers naar Limburg te krijgen. Mij best, maar de maak-industrie is kennelijk niet ‘sexy’ genoeg en laat men links liggen. Kijk maar naar NedCar.’

Coppus vreest dat de sluiting van NedCar, de daarmee samenhangende klap voor toeleveranciers en de recent aangekondigde ontslaggolf bij de Limburgse sociale werkplaatsen samen een mokerslag zullen betekenen, vergelijkbaar met de mijnsluitingen. Een vreemde gedachte, als je weet dat de fabriek eind jaren zestig – toen nog als DAF-fabriek – juist naar Limburg werd gehaald om het gigantische verlies aan werkgelegenheid als gevolg van de mijnsluitingen op te vangen. De overheid had in de vorm van een minderheidsbelang van de Staatsmijnen een vinger in de pap bij de fabriek, maar verkocht in 1999 haar aandelen aan Mitsubishi en Volvo. NedCar kan het wel alleen af, oordeelde toenmalig minister van Economische Zaken Jorritsma (VVD). Vakbond De Unie schatte echter in dat NedCar een onzekere toekomst tegemoet zou gaan als de overheid zich zou terugtrekken. Dat bleek geen onjuiste inschatting, want vanaf het moment dat NedCar aan de autoconcerns was overgeleverd ging het bergafwaarts (zie kader).

Verhagen: ‘Overheid kan niet achteroverleunen in de hoop dat de markt het werk wel zal doen’

Terug naar het Malieveld. Henk van Rees, bestuurder van FNV Bondgenoten, verwoordt met veel stemvolume wat zoveel NedCar-medewerkers voelen. Bijvoorbeeld over het eindeloze gedoe over het wel of niet doorgaan van de Elfstedentocht, volgens Van Rees ‘een onbenullig feitje’ vergeleken bij wat zich hier voor vijftienhonderd werknemers dreigt te voltrekken: ‘Kunnen we het in Nederland ’ns gaan hebben over dingen die ertoe doen?’ En over het feit dat honderden miljarden euro’s vloeien om banken te redden: ‘Waar blijft de reddingsoperatie voor ons?’ Ook roept hij minister Verhagen van Economische Zaken op om het NedCar-overnamekandidaten zo aantrekkelijk mogelijk te maken: ‘Door subsidies te geven, of fiscaal te faciliteren. Dit wordt ook in België, Frankrijk en Duitsland gedaan.’ Luid applaus.

Minister Verhagen van Economische Zaken – foto: Sander van Oorspronk

Ook Maxime Verhagen krijgt vervolgens de handen op elkaar. Hij belooft dat Nederlandse ambassades en consulaten actief gaan zoeken naar overnamekandidaten en kondigt een reis naar Japan aan om met Mitsubishi-topman Masuko te gaan praten. Inzet van dat gesprek: volle medewerking bij een doorstart en een volledige uitvoering van het sociaal plan dat met de NedCar-medewerkers is afgesproken.

‘Dat zijn bemoedigende woorden’, reageert Emile Roemer even later op Verhagens speech. De SP-leider bracht een week eerder al een bezoek aan NedCar en sloot zich toen al aan bij de vakbondseisen voor een goed sociaal plan voor werknemers die wellicht ontslagen worden. Vandaag op het Malieveld roept Roemer de politiek op om als één blok achter NedCar te gaan staan. ‘Het gaat niet alleen om vijftienhonderd banen, maar ook om vijftienhonderd gezinnen. Reden genoeg om te knokken.’

Toespraken van (dan nog) PvdA-voorman Job Cohen en PVV’er Roland van Vliet volgen. Ook zij oogsten veel bijval. Alleen VVD-Kamerlid Afke Schaart krijgt een fluitconcert over zich heen, als ze betoogt: ‘De overheid kan niet elk bedrijf steunen. Je moet wél winst maken.’ Waarmee ze op dezelfde lijn zit als haar partijgenoten Jorritsma en Verheijen. Van draaikonterij kun je de VVD op dit punt in ieder geval niet beschuldigen.

Werknemers: zij en zij voor Nedcar – foto: Sander van Oorspronk

Diezelfde avond zei minister Verhagen tijdens het Kamerdebat over NedCar dat het kabinet bereid is om de autofabriek tijdelijk te steunen als een serieuze overnamekandidaat zich aandient. Dus toch: staatssteun. In de Volkskrant had de minister zijn inzet al toegelicht: ‘In het verleden is Nederland soms het braafste jongetje van de klas geweest. De overheid kan niet achteroverleunen in de hoop dat de markt het werk wel zal doen.’ Kamerlid Paul Ulenbelt voerde namens de SP het woord tijdens het debat en noemde de insteek van de minister terecht. ‘Merkel en Sarkozy helpen hun auto-industrie. Zij rekten de Europese regels op in het belang van hun werknemers, hun werkgelegenheid. Op de manifestatie op het Malieveld is tegen Verhagen gezegd: Maxime, wees niet roomser dan de paus. Zondigen mag, daar zijn oplossingen voor. Ik zeg: zondigen voor behoud van werk is geen zonde.’

Eigenlijk is NedCar de wereldeconomie in miniatuur. Globalisering, terugtredende overheden en marktfundamentalisme leiden tot concurrentie op arbeidsvoor-waarden, arbeidsmigratie en uiteindelijk tot werkloosheid en dreigend sociaal-economisch verval van een hele regio. Dan mag je het beste jongetje van de klas zijn, maar toch kom je in de hoek of op de gang te staan. De schoolmeester heeft liever een klas vol goedkoopste jongetjes.

Born for cars: 45 jaar autoproductie in Limburg

In 1967 opent DAF een personenauto-fabriek in Born, omdat thuisbasis Eindhoven te weinig capaciteit heeft. Er wordt voor Zuid-Limburg gekozen, omdat daar de steenkolenmijnen worden gesloten; waardoor 45.000 directe en nog eens 30.000 indirecte arbeidsplaatsen verloren gaan.

In Volvo wordt in 1972 een bondgenoot gevonden om nieuwe modellen te ontwikkelen. In 1975 verwerft het Zweedse autoconcern een meerderheidsbelang in de fabriek en vanaf dan heet de fabriek Volvo Car BV. Om de autoproductie te vergroten wordt in 1991 het Japanse Mitsubishi als partner aangetrokken en wordt NedCar opericht: een joint venture tussen Volvo, Mitsubishi en de Nederlandse staat. In 1999, terwijl het recordaantal van 262.000 auto’s gemaakt wordt, verkoopt de staat echter zijn aandelen aan Mitsubishi en twee jaar later trekt ook Volvo zich terug. Daarna begint de totale productie terug te lopen en daarmee ook het aantal banen. Wel krijgt NedCar in 2004 de productie van de Smart in huis, het kleine stadsautootje van DaimlerChrysler, wat voor een korte opleving zorgt. Maar in 2005 wordt diverse malen de productie naar beneden bijgesteld en worden banen geschrapt en in 2006 houdt DaimlerChrysler het voor gezien. Stakingen en protestacties volgen. Rond die tijd maken twaalfhonderd mensen al gebruik van een vrijwillige afvloeiingsregeling. Gedreven door de SUV-hype zet Mitsubishi de Outlander op de markt; deze terreinwagen wordt vanaf 2008 in Born geproduceerd. Maar als gevolg van de economische crisis zakt de autoverkoop in Europa in, wat ook Mitsubishi merkt. Opnieuw worden banen geschrapt.

In 2009 lobbyt premier Balkenende bij Mitsubishi in Japan voor de productie van elektrische auto’s in Born. Dat lijkt succesvol, maar uiteindelijk komt het er niet van. Inmiddels worden er nog maar 50.000 auto’s per jaar gemaakt bij NedCar. Ook minister van Economische Zaken Van der Hoeven brengt een bezoek aan Japan. Ze krijgt in 2010 van Mitsubishi enkel de belofte los dat de Colt en de Outlander tot en met 2012 in Born geproduceerd worden. Cynisch genoeg hebben de Japanners woord gehouden.

(bronnen: Dagblad De Limburger, Autoweek, Automobiel Managment.nl)

Foto: Siebe Swart / Hollandse Hoogte

Productie in China net zo duur als hier

Onder koppen als ‘Omgekeerde wereld’ en ‘Philips: loonkosten Shanghai net zo hoog als Drachten’ brachten diverse media eind januari opmerkelijk nieuws: Philips verplaatst de productie van scheerapparaten van China naar Nederland. Om precies te zijn: van Shanghai naar Drachten. De Nederlandse Wereldomroep meldde: ‘Een belangrijke reden voor het opvallende besluit is de sterke stijging van de loonkosten in China. Ook blijken de medewerkers in Shanghai weinig honkvast. Als ze bij een andere werkgever meer kunnen verdienen, zijn ze snel weg. Vervolgens moet Philips hoge kosten maken om nieuwe mensen op te leiden.’ Philips-woordvoerder Eric Drent op BNR Nieuwsradio: ‘Je hebt hooggekwalificeerd personeel nodig om de robots te bedienen waar het hier om gaat. Dat betekent dat het, met het opleiden van mensen, uiteindelijk evenveel kost.’