SP Tribune 05/2005 :: Graaien maar...

Tribune, 13 mei 2005

Graaien maar…

Na enkele ietwat magere jaren is het bonussenfestival in volle omvang teruggekeerd in de top van het bedrijfsleven. In de marktsector vliegen de miljoenen over tafel alsof het Monopolygeld is en likkebaardend volgen ook de topmensen van de overheidsbedrijven. Matigen is voor de dommen – wanstaltige rijkdom is de norm.

Tekst: Peter Verschuren - Foto: Rob Voss

‘Exhibisionistische zelfverrijking’ analyseerde toenmalig premier Wim Kok in april 1998 – het was kort voor de Kamerverkiezingen – het gedrag van de Nederlandse topmanagers. Om er vervolgens in zijn tweede regeerperiode helemaal niets tegen te doen en na zijn afzwaaien goedbetaalde commissariaten aan te nemen bij ING, Shell, KLM en TPG.

De boosheid die Kok tot zijn uitbarsting bracht, was erop gebaseerd dat de topmanagers zichzelf in 1997 met vier procent loonstijging bijna twee keer zoveel hadden toebedeeld als de gemiddelde CAO-stijging. Zeven jaar later krijgt bijvoorbeeld Nuon-directeur Van Halderen er ruim 40 procent bij, en smeken we haast om een loonstijging voor de top van slechts vier procent.

In 1997 was uit de jaarverslagen nog niet te halen wat de topmensen ieder voor zich opstreken. Dat kan bij beursgenoteerde bedrijven nu wel: de eisen voor verantwoording aan de aandeelhouders zijn aanzienlijk aangescherpt, en ook de topsalarissen van overheidsbedrijven als Nuon en Essent moeten bekendgemaakt worden. Zo weten we bijvoorbeeld dat het gilde van de graaiers in 2004 werd aangevoerd door Crispin Davis van uitgeverij Reed Elsevier. Hij kwam vorig jaar thuis met ruim 11,5 miljoen euro aan loon, bonus en aandelen: iets meer dan drie keer zoveel als zijn inkomen over 2003. Over loonsverhogingen gesproken…

Na Davis volgen de heren Bennink van voedingsconcern Numico met bijna 10,5 miljoen euro, Van der Veer van Shell met 6,9 miljoen en Moberg van Ahold met 4,8 miljoen. Op plaats vijf staat de eerste vrouw: Mc Kinstry van uitgeverij Wolters Kluwer met 4,7 miljoen. Om even te schetsen waar we het over hebben: samen beurt de top vijf evenveel als 2540 mensen met een minimumloon, of 1306 mensen met een modaal inkomen…

Ruben Mark van het Amerikaanse concern Colgate Palmolive incasseerde vorig jaar 114 miljoen euro.

Onthullend is ook de ontwikkeling van de topsalarissen sinds 1999, het eerste jaar waarover genoeg individuele gegevens bekend zijn voor een goede vergelijking. Aanvoerder van de grootverdieners was toen Cor Boonstra van Philips, die 12,3 miljoen gulden opstreek aan salaris, bonus en aandelen: een schamele 5,5 miljoen euro. De gezamenlijke topvijf was toen goed voor ruim 1100 minimumlonen – dat is veel minder dan de helft van nu.

Hoe hoog de Nederlandse topsalarissen ook zijn, ze vallen natuurlijk in het niet bij wat er gebeurt in onze grote richtingbepaler, de VS. Volgens zakenblad Forbes worden de grootverdieners daar aangevoerd door Ruben Mark van Colgate Palmolive, die vorig jaar goed was voor 148 miljoen dollar – 114 miljoen euro. Ofwel elke werkdag 28 keer het bedrag waar een Nederlandse minimumloner het hele jaar voor moet werken.

Zou het echt, Balkenende als aanvoerder van de strijd tegen de zelfverrijking?

Afgezet tegen deze bedragen is de woede te begrijpen van Essent-topman Boersma na de aandeelhoudersvergadering waarin hij zich gedwongen voelde een halve bonus van 80.000 euro af te staan. Boersma verdiende vorig jaar ‘slechts’ 821.000 euro, maar toch werden hij en collega-energiebaas Van Halderen de Kop van Jut waarop de publieke verontwaardiging neerdaalde. Energiebedrijven zijn (nog) eigendom van gemeenten en provincies en een directeur van een overheidsbedrijf die zeven keer het salaris van de minister-president verdient, valt inderdaad niet uit te leggen. En al helemaal niet als dat overheidsbedrijf vooral in het nieuws komt door bijzonder slechte prestaties. De woede van de Essent- en Nuonklanten over de absurde salarissen is dan ook volkomen terecht. Maar bij de ferme woorden over deze kwestie van premier Balkenende – juist op hem was Boersma laaiend – zijn wel degelijk vraagtekens te zetten. In hoeverre was er sprake van een CDA-opzetje, waarin partijvoorzitter Van Bijsterveldt het vuurtje opstookte, en de premier vervolgens de voorzet inkopte? Hoe oprecht zijn de bezwaren van een minister-president die volop bezig is de publieke sector te privatiseren, tegen de gebruiken die daar onlosmakelijk aan verbonden zijn? En waarom reageerde het CDA zo uiterst lauw toen de SP vorig jaar al alarm sloeg over de gigantische stijging van de topsalarissen in de (semi-)publieke sector? Voorlopig moet nog blijken dat Balkenende zijn uitspraak serieus meent, dat het aanpakken van de topsalarissen in de komende tijd één van de drie grootste prioriteiten van het CDA is. De eerste signalen geven bar weinig reden tot optimisme: in het recente normen- en waardendebat in de Tweede Kamer kreeg Jan Marijnissen geen enkele steun van het CDA voor zijn motie om de topinkomens in de (semi)publieke sector te maximeren op het salaris van de minister-president. Overigens liet ook de PvdA deze kans liggen om werkelijk een vuist te maken tegen het graaien in de overheidssector. Steun kreeg de SP alleen van GroenLinks, D66 en LPF.

Hoeveel keer past uw loon in dat van uw hoogste baas?

Op de website bestuursvoorzitter.nl houdt de Vereniging van effectenbezitters (VEB) de beloningen bij van bestuursvoorzitters van beursgenoteerde ondernemingen. U vindt er overzichtelijke ranglijsten en per bestuurder een uitsplitsing van het inkomen naar vast loon, bonus en aandelen. Ook rekent de site snel voor u uit hoeveel keer uw loon in dat van de topverdieners past. Veel inkomensgegevens over 2004 in dit artikel komen van de site.

Inhoud