publicatie

Tribune 08/2001 Hoe ver reikt de lange arm van Rabat en Istanbul?

Tribune 10 augustus 2001

Hoe ver reikt de lange arm van Rabat en Istanbul?

Nederlandse Marokkanen en Turken geven antwoord

Een aantal imams en organisaties is er bewust op uit het integratieproces van migranten in Nederland te belemmeren, verklaarde directeur Van Hulst van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) onlangs. Hoe zit het écht met die beïnvloeding? En welke rol spelen de Marokkaanse en Turkse overheid daarbij? Vooraanstaande migranten bekijken de dubbele verbondenheid die ten grondslag ligt aan de BVD-bevindingen.

Tekst: Ali Lazrak Foto: Arie Kievit/HH

‘Voor de Marokkaanse overheid zijn wij nog steeds burgers van Marokko en voor de Nederlandse overheid zijn wij migranten van Marokkaanse afkomst.’ Zo schetst Driss Boujoufi, vice-voorzitter van de UMMON, het dilemma waar veel migranten mee kampen. Zijn organisatie, de Unie van Marokkaanse Moskeeën in Nederland, werd in het verleden vaak aangewezen als een verlengstuk van de Marokkaanse regering in Nederland.

‘Marokko blijft ons beschouwen als haar burgers – en dat zijn we ook voor de wet – al wonen we al tientallen jaren elders en hebben we inmiddels een andere nationaliteit. Anderzijds heeft elk van ons wel eens een document of informatie nodig van de Marokkaanse autoriteiten. In dat licht moet ons contact met de Marokkaanse ambtenarij gezien worden. Het is incidenteel en loopt via de consulaire diensten. Wij zijn geen verlengstuk van de Marokkaanse overheid. Nooit geweest ook.’ Volgens Boujoufi heeft Marokko geen invloed op het integratieproces van haar migranten in Nederland. Wel stelt het land alles in het werk om het de migranten naar de zin te maken, stelt hij, vooral tijdens hun vakanties in Marokko. Hiermee probeert de regering de banden met de migranten, die door de jaren heen wat losser zijn geworden, weer aan te halen. ‘Er is wel overleg tussen de Marokkaanse overheid en de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. Maar het is onduidelijk met wie en met welk doel. Vroeger gebeurde dat via de Amicales (vereniging opgericht door de Marokkaanse overheid om de migranten in de gaten te houden, red). Nu spelen de ambassade en de consulaire diensten een grote rol in het zoeken van overlegpartners. Maar dat overleg vindt niet in openheid plaats.’

Van overheidsbeïnvloeding via de moskeeën die zijn aangesloten bij de UMMON is geen sprake, zegt Boujoufi. Ja, hij kent natuurlijk het geval van de Libische imam, die vorig jaar werd uitgewezen omdat hij volgens de BVD zijn functie als imam en woordvoerder van de Marokkaanse gemeenschap slechts als dekmantel gebruikte en omdat zijn activiteiten schade toebrachten aan het Nederlandse integratiebeleid. Maar dat is een geval apart, benadrukt de UMMON-voorman, waarmee zijn organisatie niets te maken had. ‘Ten eerste is niet iedere moskee aangesloten bij de UMMON en dat gold ook voor de moskee in Utrecht waar deze imam werkte. Ten tweede vormen de Marokkanen hier hooguit tachtig procent van alle moslims uit Arabisch sprekende landen. De afgelopen jaren zijn heel wat moslims uit landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten naar Nederland gekomen. Zij zoeken vaak contact met de Marokkanen hier en door hun opleiding en achtergrond weten ze snel een aanhang te vergaren. Ook daar hebben wij geen zicht op.’

‘Het beleid van Marokko in de omgang met z’n migranten is niet gestoeld op een visie, maar op eigenbelang’

Abdou Menebhi is directeur van Emcemo, een centrum dat met Nederlandse en Europese steun de economische ontwikkeling in Marokko stimuleert. Ook hij denkt niet dat de overheid daar nog enige invloed heeft op het integratieproces van de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. ‘De Marokkaanse regering heeft een paar jaar geleden een migratiecommissie in het leven geroepen onder voorzitterschap van de premier. Deze commissie vergadert slechts twee keer per jaar en er komt niets uit haar handen. Wij zijn onlangs door de commissie benaderd in verband met het conflict over bijstandsfraude. Men bleek niet eens op de hoogte wat voor verdrag er was met Nederland. Ieder commissielid heeft een eigen agenda en de regering heeft geen enkele visie op migratie, laat staan een samenhangend beleid.’

De Marokkaanse regering is wel veranderd in haar opvattingen over integratie, stelt Menebhi. Volgens hem is Marokko geïnteresseerd in twee zaken: de geldstroom die binnenkomt van migranten, en een geïntegreerd politiek kader dat in het buitenland de Marokkaanse standpunten kan uitdragen. ‘Tegenwoordig mogen de Marokkanen zich wel integreren in de landen waar zij wonen. Als ze maar geld blijven overmaken en loyaal blijven aan hun vaderland.’ De activiteiten in de moskeeën en het sturen van onderwijzers of imams uit Marokko tijdens de vastenmaand Ramadan heeft volgens hem slechts tot doel de mensen aan zich te binden. Anders dan bij de Turkse migranten het geval is, heeft Marokko geen invloed op de islamitische scholen. De functionarissen van het Marokkaanse ministerie van religieuze zaken die in Nederland zijn, richten hun activiteiten tegen de islamisten die van hieruit een bedreiging voor Marokko kunnen vormen.

‘Marokko is vaak tegenstrijdig en soms chaotisch in de omgang met z’n migranten. Het beleid is niet gestoeld op een visie, maar op eigenbelang,’ aldus Menebhi. ‘En dat eigenbelang strookt vaak niet met het belang van de migranten. Wij zijn teleurgesteld in de nieuwe, jonge koning en de socialistische premier die zelf jaren in het buitenland heeft gewoond. Wij blijven er bij de Marokkaanse regering op aandringen afstand te doen van haar oude instrumenten om de migranten aan haar gezag te onderwerpen. Zoals de Amicales. We willen dat die worden ontmanteld, en dat de regering de oude benadering van migranten voorgoed verlaat. Tot nu toe is dat nog niet gebeurd.’

‘Wij nemen de beschuldigingen van de BVD zeer serieus en zijn van plan de dienst er uitleg over te vragen’

Het BVD-rapport besteedde ook aandacht aan de migranten uit Turkije. Langs verschillende wegen en bij verschillende gelegenheden tracht de Turkse overheid de Turkse gemeenschap aan zich te binden en in te schakelen bij het uitdragen en verdedigen van haar opvattingen, aldus het rapport. Door middel van de Islamitische Stichting Nederland ISN – de Nederlandse tak van Dyanet, het Turks Directoraat voor Godsdienstzaken – heeft Turkije, ook in financieel opzicht, greep op het doen en laten van de aangesloten moskeebesturen. De Turks Islamitische Federatie, nauw verbonden aan de ISN, maakt volgens de BVD ook deel uit van het Turkse beheersinstrumentarium en speelt in dat kader een belangrijke rol bij de mobilisering van de Turken in Nederland. ‘Kijk, een professionele organisatie als de BVD schrijft niet zomaar iets,’ reageert voorzitter Mehmet Emin Ates van de Turks Islamitisch Culturele Federatie (TICF). ‘Wij nemen de beschuldigingen zeer serieus en zijn van plan de BVD er uitleg over te vragen.’

Op de vraag of Turkije een duidelijk beleid heeft ten aanzien van de Turkse migranten in Europa, antwoordt Ates ontkennend. ‘Tot de jaren ’90 was er helemaal geen beleid. Jarenlang hebben wij daarom felle kritiek geuit op elke vertegenwoordiger van de Turkse overheid die Nederland bezocht. Die zag ons uitsluitend als, zoals wij dat noemen, een deviezenkoe. Onze overmakingen om in Turkije achtergebleven familieleden te onderhouden waren zeer welkom.’ Onder druk van de migranten hier is Turkije in de jaren ’90 begonnen met het regelen van praktische zaken die de gemeenschap raken, zoals huwelijksrecht, erfrecht en militaire dienstplicht, vertelt Ates. ‘In de jaren ’80 kwamen de imams naar Nederland. Veel mensen denken dat de Turkse overheid die imams uit eigen beweging heeft gestuurd, maar dat is niet juist. De Turkse gemeenschap hier had daar zes jaar lang op aangedrongen. Wij hebben delegatie na delegatie naar Turkije gestuurd. Met rapporten over het feit dat onze kinderen hun religie wilden leren en dat wij gebedsvoorgangers nodig hadden, mensen voor het ritueel wassen van overledenen enzovoorts. Uiteindelijk heeft Turkije er in 1982 mee ingestemd imams te sturen. Wij hebben er bijna om gesmeekt, en niet andersom.’

‘Verschillende fanatieke Turkse organisaties gaan met hun vertakkingen hier wel degelijk de integratie tegen’

Maar niet alleen de overheid stuurde imams. Ook conservatieve religieuze groeperingen zonden hun voorgangers naar Nederland om aan het werk te gaan bij groepen met wie zij een binding hadden, zegt Ates. ‘Sommige van die groeperingen zamelden hier geld in voor verkiezingscampagnes in Turkije. Ook de nationalistische partijen hebben op die manier hun campagnes mede gefinancierd.’

Ates rekent voor dat er in Nederland 150 moskeeën zijn die onder Dyanet – dus de Turkse staat – vallen, met 98 imams. ‘De rest van de plekken probeert men met lokale mensen te vullen en een aantal imams belandde hier in het kader van gezinshereniging. Dan heb je nog de Milli Görüs beweging, in Duitsland en Nederland. Die hebben ook ongeveer veertig imams in hun moskeeën.’ Wat denkt Ates van de BVD-bewering dat de Turkse overheid de integratie tegenwerkt? ‘In de twintig jaar dat ik hier bezig ben heb ik geen moment de indruk gehad dat de Turkse overheid bezig was de integratie van Turken hier tegen te gaan. Integendeel.’ Wel heeft hij waargenomen, dat Turkije wil dat migranten hun culturele identiteit behouden, in de zin van kennis van de taal en het land. ‘Maar de Turkse ambassadeurs laten geen gelegenheid voorbijgaan om te zeggen: Jullie wonen in Nederland dus je moet je best doen om deel te worden van de Nederlandse samenleving. Ook vanuit de moskeeën hebben wij er altijd naar gestreefd de integratie te bevorderen. Dat wordt door de imams ook uitgedragen.’

Ates legt de zwarte piet elders. ‘Verschillende fanatieke Turkse organisaties gaan met hun vertakkingen hier wel degelijk de integratie tegen. Frappant is dat hun woordvoerders in het Nederlands een heel andere boodschap verkondigen dan wat hun imams op vrijdag in het Turks in de moskee zeggen. Men kijkt nu naar de Islamitische Stichting Nederland, of naar mijn federatie, want wij zijn zichtbaar, maar de kleine fanatieke bewegingen vallen niet op.’

‘Er zijn wel steeds reacties vanuit Turkije op de ontwikkelingen hier, maar ik vraag me af of er lange-termijnbeleid is’

Bij Milli Görüs in Amsterdam trekt directeur Haci Karacaer met een pen de rode lijn na die op de landkaart van Nederland is getekend. ‘Wij hebben dertig moskeeën in dit deel van het land.’ De streep begint in Noordwijk en gaat iets omlaag, vervolgens dwars door Arnhem naar Emmerich en omhoog bij Bocholt. Kleine gele stipjes markeren de moskeeën.

Het Werkplan 2000-03 van Milli Görüs Nederland heeft als titel ‘Integreren, Emanciperen, Participeren, Presteren’. In de kantoorvleugel van de Aya Sofia Moskee in Amsterdam licht Karacaer dat toe: ‘Bij ons is er eerst een moskee, en daarna een jongerenvereniging, een vrouwenvereniging en een ouderenvereniging. De moskee is het centrum van alle activiteiten. Daarnaast doen we veel aan taalonderwijs en voorlichting.’

Gevraagd naar de bevindingen van de BVD, vraagt Karacaer zich af of er wel sprake is van een Turks beleid ten aanzien van migranten. ‘De Turkse overheid wordt geadviseerd door een commissie, waarin vooraanstaande Turken uit Nederland en andere Europese landen zitting hebben. Maar dat is iets van de laatste twee jaar, daarvoor was er niets.’

Hij stelt vast dat in de beginjaren, toen de gastarbeiders naar Europa kwamen, ook oppositiegroepen uit Turkije zich daar gingen organiseren. ‘Eerst dacht men in Turkije: dat gaat wel over. Maar toen bleek dat dat helemaal niet zo was, is Dyanet in Europa opgericht om tegenwicht aan die groepen te bieden. Dyanet bestond al langer als overheidsdienst in Turkije. De eerste imams die naar Europa kwamen, werden door de Saoedische religieuze stichting Rabita betaald, omdat Turkije geen geld had. Er zijn wel steeds reacties geweest van de Turkse overheid op de ontwikkelingen hier, maar ik vraag me af of men wel een lange-termijnbeleid heeft.’

‘Wat je formeel hoort is: Jongens, word onderdeel van de samenleving waar je verblijft, dan kan je daar voor ons lobbyen’

‘Kijk,’ vervolgt Karacaer, ‘Milli Görüs en andere organisaties die rondom de religie zijn georganiseerd, zijn in Turkije allemaal oppositiegroepen. Dat waren ze zelfs voordat ze hier naar toe kwamen. Omdat het in Europa vrij is om je te organiseren, ging het hen veel beter dan in Turkije, waar de oppositie geen ruimte had. Na de staatsgreep van de jaren ’80 vluchtte ook de linkse oppositie uit Turkije naar Europa. Die heeft hier haar activiteiten voortgezet en opgevoerd en heeft het voor Turkije heel moeilijk gemaakt door de Europese aandacht te vestigen op de politieke toestand daar. Als reactie daarop dacht Turkije: de moskeeën in Europa kunnen wij niet zomaar aan hun lot overlaten. Toen is Turkije begonnen moskeeën op te richten, en imams hier naartoe te sturen.’

Karacaer denkt niet dat Turkije de integratie van de Turkse gemeenschap in Nederland of elders in Europa tegenwerkt. ‘Wat je formeel hoort is: Jongens, word onderdeel van de samenleving waar je verblijft, dan kan je daar voor ons lobbyen. Er wordt duidelijk tegen ons gezegd: neem de nationaliteit aan van het land waar je verblijft, en blijf loyaal jegens je vaderland.’ En hoe zit het met Milli Görüs en integratie in Nederland? ‘Wij zijn zelfstandig. Onze trefwoorden zijn integreren, emanciperen en presteren. Eind dit jaar begint de verbouwing hier. Er komen op dit terrein tachtig koopwoningen en een splinternieuwe moskee. De kosten van het project worden begroot op 35 miljoen gulden. Daar zit geen cent bij van Turkije, of van elk ander land dan ook.’

Nieuw leven in een oude ‘vijand’!

Dertig Marokkaanse organisaties in Nederland hebben vorige maand hun vrees kenbaar gemaakt voor ‘de lange arm’ van de regering in Rabat. Zij zegden hun vertrouwen op in de Marokkaanse ambassadeur in Nederland, Nouredine Benomar Alami. Aanleiding was Alami’s rol in het onderzoek naar bijstandsfraude in Marokko en zijn pogingen de Amicales-beweging nieuw leven in te blazen. De Amicales hielden jarenlang voor de inmiddels overleden koning Hassan diens onderdanen in het buitenland in de gaten. Volgens Abdou Menebhi van de ontwikkelingsorganisatie Encemo gaat het om een eigenzinnig optreden van de ambassadeur. ‘Alami heeft alles voorbereid om met de oude ploegen van de Amicales terug te keren naar de jaren zeventig. Hij zoekt een nieuwe ploeg onder de tweede generatie en mobiliseert tegelijk de oude garde.’ Leden van het hoofdbestuur van de Federatie van Marokkaanse Verenigingen Amicales bevestigen de steun van Alami, maar ontkennen aangestuurd te worden uit Marokko: ‘De tijd is voorbij dat we de lange arm waren van Hassan II. We proberen nu echt iets te doen voor de jeugd. Wij schamen ons als we jonge criminelen zien op televisie, of erover lezen in de krant,’ aldus Mohamed Dahmouni van de federatie. Ambassadeur Alami sprak in een interview met de Volkskrant de beschuldigingen van de dertig organisaties tegen. ‘Daar is niets van waar. Het is niet mijn doel oude tijden te doen herleven. Bovendien, wie zijn die organisaties? Wie vertegenwoordigen ze?’

Inhoud

  • Nieuws: Het Binnenhof / Aktie / Bulletin Board
  • Column Jan Marijnissen: Tot Festival Tomaat!
  • Italiaanse toestanden in Nederland. De Europese Commissie eist minstens 440 miljoen gulden werkgelegenheidssubsidie terug van ons land. Een zware strop, die inmiddels al erg strak sluit om de hals van PvdA-kroonprins Ad Melkert.
  • ‘Wie onderdrukt wie nu eigenlijk?’ vraag schrijver Ali Eddaoudi zich af. ‘Miljoenen vrouwen lijnen omdat het maatschappelijk niet geaccepteerd wordt dat een vrouw dik is. Dat vind ik onderdrukking. Niet een vrouw die studeert of werkt en toevallig ook een hoofddoek draagt.’
  • In het Gelderse Zevenaar verzetten bewoners zich nog steeds tegen de Betuwelijn. Volgens hen is de bouw van de tunnelbak verantwoordelijk voor het verzakken van de huizen in de omgeving.
  • De Marokkaanse ambassadeur probeert de gevreesde Amicales nieuw leven in te blazen en volgens de BVD probeert ook de Turkse overheid greep te houden op haar migranten in Nederland. Wordt de integratie zo tegengewerkt? Ali Lazrak zoekt het antwoord bij vooraanstaande migranten.
  • Na acht jaar zal Remi Poppe het parlementaire activisme weer verruilen voor het buitenparlementaire. ‘Als een SP’er zich in de Kamer thuis gaat voelen moeten we gaan oppassen,’ zegt de beroemde milieudetective.