publicatie

Tribune 12/2000 De Molukken exploderen....

Tribune 15 december 2000

De Molukken exploderen

 

en niemand doet er wat aan

Hoeveel doden moeten er nog vallen?

De gewelduitbarsting op de Molukken begon ogenschijnlijk met een onbeduidend incident. Een islamitische buschauffeur kreeg ruzie met een christelijke passagier over een buskaartje. De bloedige gewelddadigheden die volgden, duren nog steeds voort. Ruim vierduizend doden zijn al gevallen en een half miljoen mensen raakten ontheemd. Over de oorzaken van het conflict én over de vraag wat er zou moeten gebeuren om het bloedvergieten te stoppen, sprak de Tribune met aan aantal Nederlandse Molukkers.

Tekst Christine de Vos 

‘Het conflict is niet toevallig, door een incident ontstaan,’ zegt John Lilipaly, oud PvdA-Kamerlid en voorzitter van het Moluccan Information and Documentation Center, kortweg: Infodoc Maluku. ‘Het heeft te maken met een enorm wantrouwen tussen christenen en moslims, dat geworteld is in de tijd van de Nederlandse overheersing. Bij mijn bezoek in september kwam dat van moslimzijde sterk naar voren. Onze kinderen hebben altijd het minste onderwijs gekregen en de christenen hadden de beste baantjes, zeiden zij. En als je eerlijk bent is dat ook zo. De christen-Molukkers werden beschouwd als de gouden kinderen van Nederland en hadden goede posities in het ambtelijk apparaat en bij het KNIL. Toch is het geen religieus conflict, maar een economisch probleem langs religieuze lijnen. Er zijn sinds de onafhankelijkheid geen investeringen vanuit Jakarta gedaan. Mensen hebben jarenlang vreedzaam naast elkaar geleefd, maar als het economisch moeilijk wordt, is het hemd nader dan de rok.’

‘Op de Molukken bestond altijd een soort verwantschap – de pela – tussen moslim- en christendorpen,’ zegt Dingo Timisela. ‘Had een dorp problemen, dan sprong het andere bij. Dat was de afspraak. Zolang mensen uit het christendorp niet met mensen uit het moslimdorp wilden trouwen, was alles best.’

Timisela is ervan overtuigd dat het geloofselement achteraf is toegevoegd. ‘Om de aandacht af te leiden van Jakarta, van het gestriets van Soeharto, die een heleboel geld achterover heeft gedrukt. Nu hebben we Wahid, maar volgens mij is het één pot nat. Soeharto is nog steeds een heel grote jongen. Er wordt nu alleen over de Molukken gesproken, religie wordt erbij gehaald. Men hoopt dat hij snel sterft, dan kan het hele zaakje in de doofpot. Het conflict is bewust geïnitieerd vanuit Jakarta, een één-tweetje tussen Soeharto en Wahid. Ik ben er ook van overtuigd dat het leger direct betrokken is bij de rellen en die aanwakkert. Met schepen vol komt het leger aan op Ambon, zogenaamd om de orde te bewaren, maar ze maken de zaak alleen maar erger.’

‘Door migratie van Indonesiërs uit Java en Sulawesi werd het evenwicht moslim-christen verstoord,’ erkent ook projectmakelaar – maar niet in de westerse zin van het woord – Tjada Latupeirissa. Hij doet regelmatig onderzoek op de Molukken naar hulpbehoeften. Tot de eerste onlusten woonde hij op Ambon, maar moest wegens het geweld terugkeren naar Nederland.

‘Eeuwenlange afspraken tussen christen- en moslim-Molukkers zijn door de komst van transmigranten tenietgedaan. Nu is zo’n zestig procent van de inwoners van de Molukken moslim. Iedereen moet met elkaar concurreren op de arbeidsmarkt. Ondertussen stellen de investeringen op de Molukken inderdaad niets voor. Sterker: Soeharto heeft zich op de Molukken net zo gedragen als de Nederlandse kolonisten in heel Indonesië. De Molukken waren niet meer dan een wingewest. De bodemschatten zijn weggehaald en Taiwanezen beheersen de viswateren.’

‘Leger en politie weten niet goed wat ze moeten doen en áls ze wat doen is het niet ontbloot van partijdigheid’

Al twee jaar staan de Molukken in het teken van de spanningen tussen christenen en moslims. Er zijn in de bloedige strijd naar schatting vierduizend doden gevallen, en een half miljoen mensen zijn ontheemd. ‘Het dagelijks leven is totaal ontwricht,’ zegt Latupeirissa. ‘Mensen durven niet meer naar hun akkers uit angst om vermoord te worden. Halve dorpen zijn de bergen in gevlucht en leven daar deels buiten omdat de huizen waar ze doorgaans tijdens de kruidnageloogst verblijven niet groot genoeg zijn voor iedereen.’

In antwoord op de onlusten heeft president Wahid op 26 juni de ‘burgerlijke noodtoestand’ op de Molukken afgekondigd. Deze maatregel geeft het leger grotere bevoegdheden op te treden tegen onruststokers. De Indonesische marine heeft verder het kordon rond de Molukken versterkt. Aanleiding zou de onverminderde smokkel van vuurwapens naar de eilanden zijn. Daadkrachtig optreden blijft echter uit.

Lilipaly: ‘Jakarta onderneemt verdraaid weinig. Ik heb niet de indruk dat ze korte metten willen maken met het conflict. Wahid, die ik als mens overigens heel hoog acht, speelt een heel dubieuze rol. Aan de ene kant zegt hij dat de Jihad, die zich van buiten af in het conflict mengt, hard aangepakt moet worden. Aan de ander kant zegt hij, maar niet te hard want het zijn wel moslims. Leger en politie weten niet goed wat ze moeten doen en áls ze wat doen is het niet ontbloot van partijdigheid. Het leger kiest duidelijk de kant van de moslims.’

‘De Molukken zijn de inzet zijn van de machtsstrijd in Jakarta. Dertig jaar militaire macht moet worden teruggedrongen. Generaals die altijd aan de touwtjes hebben getrokken, moeten nu zelf opdrachten uitvoeren en dat leidt tot spanningen. Ze staan niet zomaar hun macht af. Het leger wil instabiliteit op de Molukken, maar ook op Atjeh en West-Papua, zodat mensen weer gaan terugverlangen naar het militaire tijdperk. De president is weliswaar een andere, maar het militaire en ambtenarenapparaat is hetzelfde gebleven. Verder heeft Wahid te maken met corruptie die in feite cultuur van het land is geworden. Dat veeg je niet in één klap weg. De trap moet van boven naar beneden gebezemd worden, maar dat levert strijd op, vooral op de bovenste treden. Je kunt niet bewijzen dat het leger direct betrokken is bij de rellen, maar het kan haast niet anders. Ik vind het heel raar dat men de rellen op de Molukken met de twintig bataljons die er gelegerd zijn niet de baas kan. Ook de aanvoer van Jihad-strijders moeten ze kunnen traceren. Een container vol wapens die aan land komt, moet onderschept worden. Dat zulke dingen niet gebeuren, is al voldoende aanwijzing voor betrokkenheid.’

‘Veel Molukkers in Nederland vragen zich af: hallo, zien jullie wel wat er gebeurt?’

‘Wahid zit in een uiterst moeilijke positie,’ zegt ook Latupeirissa. ‘Je zou denken dat hij als president met zijn vuist op tafel slaat en zijn macht laat gelden. Maar als hij dat doet en toch genegeerd wordt, en die kans acht ik zeer groot, is dat zijn einde. Alle mensen om hem heen, het leger, de ambtenaren, zijn allemaal aanhangers van Soeharto’s Golkar-partij. Akbar Tanjung bijvoorbeeld is voorzitter van de Tweede Kamer en moslimleider Amin Rais zit de Eerste Kamer voor. Op zich heel slim van Wahid om die mensen op openbare functies te zetten. Zo weet je waar ze zijn en wat ze doen. Maar nu heb je wel rekening met ze te houden.’

‘Wahid is een groot tacticus,’ vult Lilipaly aan, ‘op termijn zal hij erin slagen orde te verkrijgen, maar dat duurt verrekte lang. Hoeveel doden moeten er nog vallen?’

Inmiddels zijn verschillende humanitaire organisaties waaronder Lilipaly’s Infodoc Maluku onder het motto Samen voor de Molukken een nationale inzamelingsactie gestart. Ook ontspruiten her en der in Nederland lokale hulpinitiatieven, zoals de Initiatiefgroep Maluku Culemborg waar Gitte Papilaja actief is.

‘Via familie op de Molukken hoorden we wat er gaande was en we vonden dat er iets moest gebeuren voor de vluchtelingen. Vorig jaar organiseerden we al een stille tocht, nu richten we ons op het inzamelen van geld. Daarnaast willen we de Culemborgse gemeenschap informeren over de situatie op de Molukken. Van Nederlandse zijde wordt helaas niet veel ondernomen. Voor de slachtoffers van de aardbeving in Turkije en van de orkaan Mitch stond iedereen spontaan klaar. Dat is ook nodig, maar het doet pijn dat er voor de Molukken zo weinig gebeurt. Er is ook een grote Molukse gemeenschap in Nederland die zich afvraagt: hallo, zien jullie ons wel? Doet het jullie niets wat er op de Molukken gebeurt? Ik denk dat het voor een groot deel te maken heeft met de zeer magere berichtgeving in de media.’

De initiatiefgroep wist op een informatieavond voor gemeente, scholen en bedrijven 29.000 gulden bijeen te krijgen, waarvan het leeuwendeel afkomstig was van de gemeente. ‘Daar waren we best trots op,’ zegt Papilaja. ‘We willen de actie samen met alle Culemborgers doen, de solidariteit van Nederlanders met de Molukkers mobiliseren. De actie Culemborg voor de Molukken moet van ons samen zijn, niet alleen van Molukkers. De plaatselijke SP organiseerde in samenwerking met Culemborgse muzikanten en middenstand een benefietconcert.’ Papilaja: ‘Het zou fantastisch zijn wanneer bijvoorbeeld een basisschool op eigen kracht iets voor de Molukken zou organiseren.’

‘Als er nú niet wordt ingegrepen, kan je het wel vergeten dat het ooit nog vrede wordt’

Behalve om humanitaire hulp, wordt ook de roep om militaire interventie vanuit de Molukse gemeenschap luider. ‘Het is bij de beesten af wat er op de Molukken gebeurt!’ roept Timisela. Wanhopig gooit hij zijn armen in de lucht. ‘Er worden koppen en ledematen afgehakt. Als er nú niet wordt ingegrepen, kan je het wel vergeten dat het ooit nog vrede wordt. Wahid kan wel zeggen dat het een interne zaak is, maar hij doet niets om het op te lossen. Als jouw buurman zijn kinderen slaat en jij ziet dat elke dag, kan je toch ook niet zeggen: ik doe er niets aan want het gebeurt bij hen in huis? Interventie had allang gebeurd moeten zijn, de wreedheden zijn al twee jaar aan de gang!’

‘Ik begrijp dat men ongeduldig wordt,’ zegt Lilipaly, ‘maar je kunt niet zomaar een militaire interventie plegen. Je hebt wel te maken met de Indonesische regering. Ingrijpen zonder toestemming van Jakarta betekent oorlog. En tegen wie ga je dan optreden? Het is niet één groep die de agressor is. Niet alleen de christenen, maar ook de moslims lijden. Aan wiens kant moet je strijden? Je moet heel goed oppassen dat je als Westen niet vereenzelvigd wordt met de christenen. De meeste Molukkers hier zijn christenen. De berichten die zij krijgen komen uit christelijke dorpen en gaan over christelijke verliezen. Dat wekt de indruk dat die groep het allermeeste lijdt. Gekleurde en onevenwichtige berichtgeving moet zeker geen basis zijn voor beleid.’

De eerste zorg is nu het geweld te stoppen. En wat moeten de Molukken daarna? Onafhankelijkheid? Zelfbestuur onder eindverantwoordelijkheid van Indonesië?

Een onafhankelijke republiek, weet Timisela zeker. Hij is warm aanhanger van de RMS, de Molukse regering in ballingschap. ‘Zelf heb ik jarenlang geprobeerd de RMS-gedachte op de agenda te houden. Ik heb in 1974 een hele week op het Binnenhof een hongerstaking gevoerd. Ik ben ervan overtuigd dat de RMS nog steeds leeft op de Molukken. Het is alleen veel te gevaarlijk om dat hardop te zeggen. Ik wilde in 1974 op vakantie naar de Molukken maar ze lieten me niet toe omdat ik pro RMS was. Dat is voor mij het bewijs. Als de RMS-gedachte niet zou leven op de Molukken, hadden ze me toch zonder problemen toegelaten.’

‘Nou, mij vertegenwoordigt de RMS-regering niet,’ protesteert Gitte Papilaja. ‘De RMS doet het voorkomen alsof het de enige vertegenwoordiger van het Molukse volk is, maar voor mij hoeven ze niet te spreken! Op het moment dat ze samen met andere organisaties bij Kok waren uitgenodigd, en er toen over vielen dat ze niet als enige gevraagd waren en dat ze in de aanhef van de uitnodiging geacht bestuur in plaats van geachte regering of zo werden genoemd, hadden ze voor mij helemaal afgedaan. Ben je nou een regering voor je volk of voor jezelf?’

‘Voorlopig moeten we onze energie eerst richten op het tot stand brengen van verzoening,’ zegt Lilipaly. ‘Wat voor mogelijkheden zijn er bij beide gemeenschappen, gericht op opvang van de vluchtelingen. Hulpverleners aan de christen- en aan de moslimkant moeten samen dingen ondernemen. Dan zie je een begin van samen de wonden helen, het vertrouwen herstellen. Dan samen iets opzetten op het gebied van visserij. Vanuit Nederland zou je materieel kunnen leveren, maar met de voorwaarden dat beide groepen er samen mee aan de slag gaan. Kijken of er een bonus te krijgen valt wanneer christenen en moslims elkaars woningen gaan opknappen. Zo krijg je weer vertrouwen in elkaar en ebt vooral aan de moslimkant het wantrouwen weg. Ik besef dat dat generaties kan gaan duren, want er zijn diepe wonden geslagen. Maar de Molukkers, moslim of christen, zullen het weer met elkaar moeten doen.’

Inhoud

  • Nieuws: Het Binnenhof / Aktie / Bulletin Board
  • Column Jan Marijnissen: Een Dubbeltje...
  • Harry van Bommel: ‘De Sancties tegen Irak moeten nú stoppen!’
  • ‘Stop de uitverkoop van de beschaving’ roept de SP in een landelijke campagne die in oktober van start ging. In een vijfdelige serie brengt de Tribun het waarheidsgehalte van die slogan in kaart. Als eerste: De zorg is ziek.
  • ‘Niks oer-hollands’ vindt schrijver Said El Haji van de roman De dagen van Sjaitan. ‘Rebelleren tegen de gevestigde orde, tegen ouders en de kerk is iets van alle culturen en alle tijden.’
  • Wat hebben George W. Bush, Helmut Kohl en Els Borst gemeen? De warme belangstelling van de lobbyisten van de tabaksindustrie. Tegenover het belang van de volksgezondheid staan enorme financiële belangen. Een kijkje achter de rookgordijnen.
  • Bloedige geweldadigheden teisteren de Molukken. Ruim vierduizend doden zijn al gevallen en een half miljoen mensen raakten ontheemd. Gesprek met enkele Nederlandse Molukkers over de oorzaken én de mogelijke oplossingen van het conflict.
  • Een jaar geleden vond de Battle of Seattle plaats. Tienduizenden demonstranten keerden zich tegen de ‘milleniumronde’ van de World Trade Organization. Het vierde en laatste deel van onze serie over globalisering vat de kritiek op de WTO samen.
  • Drie lange dagen debatteerde de Tweede Kamer over de Euthanasiewet. Uiteindelijk stemde de fractie van de SP tegen. Een interview met Kamerlid Agnest Kant over haar dillemma’s in het moeilijke vraagstuk van levensbeëindiging op verzoek.