publicatie

Spanning maart 2012 :: De eurocrisis is de crisis van de Europese zombiebanken

Spanning, maart 2012

In gesprek met Ewald Engelen

De eurocrisis is de crisis van de Europese zombiebanken

In zijn werkkamer aan de Nieuwe Prinsengracht in Amsterdam spraken wij met Ewald Engelen, hoog-leraar financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam, over de huidige eurocrisis. Hij ziet de toekomst voor de eurozone somber tegemoet: ‘Zolang de zombiebanken het in Europa voor het zeggen hebben, zal de eurocrisis niet opgelost worden.’

Tekst: Arjan Vliegenthart en Tijmen Lucie Foto: : Marco Okhuizen / Hollandse Hoogte

Afgelopen maand besloten de Europese regeringsleiders om opnieuw miljarden aan Griekenland te lenen. Men hoopt op deze manier de eurocrisis te lijf te gaan. Denkt u dat dit ook daadwerkelijk een oplossing biedt voor de problemen in de eurozone?

Engelen: ‘Op lange termijn zal ook deze nieuwe miljardeninjectie niet het gewenste effect opleveren. De totale schulden van Griekenland zijn daarvoor eenvoudigweg te groot. Dit noodfonds zorgt er slechts voor dat Griekenland aan haar internationale betalingsverplichtingen kan voldoen. Alleen daar schiet het land niets mee op als het ook niet economisch gaat groeien. En daarvan is op dit moment geen sprake. Sterker nog, de verwachtingen zijn dat de Griekse economie dit jaar met 4% zal gaan krimpen. Bij een krimpende economie zal de schuldenlast van Griekenland alleen maar toenemen. Ik geloof dan ook niet dat de Griekse economie, zoals de ECB voorspelt, vanaf 2013 zal gaan groeien.

Ik denk dat het beter is rekening te houden met een Grieks faillissement, mogelijk eind dit jaar al. Dat is geen makkelijke zaak. De gevolgen daarvan zullen immens zijn: de politieke en sociale instabiliteit in Griekenland zal alleen maar toenemen. Steeds meer Grieken zijn het zat dat hen vanuit Europa allerlei dictaten worden opgelegd. Ze zullen zeker in opstand komen tegen de draconische bezuinigingsmaatregelen die de regering zal doorvoeren. Bovendien komen er binnenkort verkiezingen. Het zou zomaar kunnen dat de nieuwe regering niet langer aan de betalingsverplichtingen wenst te voldoen en de euro laat vallen.’

Dat klinkt niet hoopgevend. Hoe heeft het zover kunnen komen?

Engelen: ‘Ik denk dat het belangrijk is te beginnen met een goede analyse van de huidige problemen. De eurocrisis beperkt zich niet tot Griekenland. De dieperliggende oorzaak is dat de Europese regeringsleiders geen lering hebben getrokken uit de kredietcrisis. Deze schuldencrisis begon in 2007 op de Amerikaanse huizenmarkt. Vervolgens kwamen ook de Amerikaanse banken, die veel hypotheekleningen hadden uitstaan, in de problemen. Doordat de Amerikaanse banken veel van hun financiële producten ook aan buitenlandse banken hadden doorverkocht, verspreidde het betalingsprobleem zich als een olievlek over de hele financiële wereld. Met het faillissement van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers in september 2008 was de kredietcrisis een feit.’

‘Ik moet eerlijk zeggen dat bijna alle politici en wetenschappers, ik ook, deze crisis niet zagen aankomen. De gegevens die banken verstrekten waren daarvoor onvolledig en onduidelijk. Veel financiële producten, die in werkelijkheid veel minder waard waren, werden bewust buiten het zicht van de toezichthouder gehouden.’

Wat was de reactie op de kredietcrisis van de Europese regeringsleiders?

‘Toen de crisis er was, reageerden de Europese politici totaal verkeerd. Merkel, Sarkozy en toenmalig minister van Financiën Wouter Bos hadden veel kritiek op het Angelsaksische model. Dat zou de oorzaak zijn van de bankencrisis. Zij gingen daarbij echter helemaal voorbij aan het feit dat de Europese banken allang op dezelfde manier werkten als hun Amerikaanse collega’s. En dat had funeste gevolgen voor de manier waarop de bankencrisis werd aangepakt. In tegenstelling tot Europa zijn er in de Verenigde Staten wel ingrijpende maatregelen genomen om de banken gezonder te maken. Banken werden gedwongen hun balansen, die ze veel te rooskleurig hadden voorgesteld, op orde te brengen. Bovendien versterkte de staat de buffers van banken, zodat zij in staat zijn om toekomstige financiële tegenvallers op te kunnen vangen. In Europa gebeurde dit allemaal niet.

Waarin schoot de Europese Unie tekort?

Hier werd niets gedaan tegen de zogenaamde ‘zombiebanken.’ Zij zijn het daadwerkelijke probleem van de eurocrisis. Deze uitgemergelde banken, die nauwelijks reserves hebben, staan er veel slechter voor dan zij doen voorkomen, maar worden niet aangepakt. Daarom kunnen de Griekse schulden nu niet worden afgewaardeerd en moeten er allemaal noodgrepen uitgehaald worden om die banken overeind te houden. Je zou zelfs kunnen zeggen dat de Europese elite zich laat gijzelen door deze zombiebanken, die hoofdzakelijk in Duitsland en Frankrijk te vinden zijn. Maar daar hoor je de Europese politici nooit over.’

De zombiebanken zijn echter niet het enige probleem. Er komt nog iets anders bij. De Verenigde Staten zijn één land, met één aanpak en één regering. Europa is diep verdeeld. Daar komt nog een gebrek aan transparantie en democratie bij. Dat is een funeste combinatie. Geen politieke gemeenschap, maar wel een munt- en Europese politici die nooit in draagvlak hebben geïnvesteerd.

De afstand tussen ‘Brussel’ en de Europese burgers wordt steeds groter, omdat de laatsten het idee hebben dat er continu voor hen en niet namens hen beslist wordt. Het gevolg hiervan is dat het vertrouwen in de Europese instellingen afneemt. Dat maakt een effectieve aanpak van de problemen alleen maar moeilijker.’

Dat biedt weinig hoop voor de toekomst. Wat zou er dan moeten gebeuren om uit de crisis te komen?

Hoewel Engelen uitermate somber is over de toekomst van de eurozone, komt hij na lang nadenken toch met enige ideeën.

‘In de eerste plaats moeten de zombiebanken aangepakt worden. Het kan niet zo zijn dat banken, die nauwelijks enige buffers hebben, bepalen hoe de crisis aangepakt wordt. De Europese regeringsleiders zullen nu echt daadkracht moeten tonen en zich niet langer laten gijzelen door een financiële elite die voor een groot deel de binding met de reële economie is kwijtgeraakt.

Vervolgens zal er per euroland bekeken moeten worden waar de schulden zich bevinden en waar ruimte is om te investeren. Dit vereist eendrachtige samenwerking tussen de Eurolanden en misschien zelfs wel een stap hoger tussen de G-20. Landen die er relatief goed voor staan, zoals Nederland en Duitsland moeten niet rücksichtslos op de rem gaan staan. Juist in deze landen moeten regeringen niet te veel bezuinigen. Tegelijkertijd moeten we wel wat doen aan de schulden die Nederland heeft. Maar die zijn toch veel meer privaat, denk aan de huizenmarkt en de hypotheekschulden. Daar zou wat aan gedaan moeten worden.

Cruciaal bij dit alles is wel dat Europese burgers in de besluitvorming betrokken worden. Zij zullen immers de prijs van de crisis moeten gaan betalen. En dan moet je mensen meenemen. Of je dat nu leuk vindt of niet. Anders blijft het een heilloze weg.

Cijfers bij de eurocrisis

Op 21 februari 2012 kwamen de eurolanden en het IMF tot overeenstemming over een nieuw pakket aan noodleningen voor Griekenland van 130 miljard euro. Verder moeten de banken de Griekse schuld voor bijna driekwart kwijtschelden. Op dit moment bedraagt de Griekse staatsschuld 160% van het Bruto Binnenlands Product, ruim 340 miljard euro. Doel van het reddingspakket is om de schuld in 2020 terug te dringen tot 120%. Ter vergelijking: Nederland heeft een staatsschuld van 66% van het BBP, wat neerkomt op ruim 400 miljard euro. De rente op tweejarige Griekse staatsobligaties is inmiddels opgelopen tot meer dan 234%, tegen 0,34% in Nederland.

Op 29 februari 2012 maakte Mario Draghi, president van de Europese Centrale Bank, bekend dat de ECB opnieuw miljarden euro’s pompt in de Europese banken om de eurocrisis te bezweren. Het zou gaan om een bedrag tussen de 300 miljard en 1 biljoen euro. Deze ‘Big Bazooka’ is bedoeld om de banken meer krediet te geven, zodat zij aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. De banken haalden tot nu toe 530 miljard euro op bij het ECB.

Ewald Engelen is hoogleraar financiële geografie aan de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast schrijft hij columns voor de Groene Amsterdammer en Follow the Money en treedt hij in de media regelmatig op als financieel deskundige bij programma’s als Pauw & Witteman en Buitenhof. Het laatste boek dat (mede) van zijn hand verscheen was After the Great Complacence. Financial Crisis and the Politics of Reform (2011).