publicatie

Spanning januari 2010 :: Niet ophouden met actievoeren als je in het college zit

Spanning, januari 2010

Niet ophouden met actievoeren als je in het college zit

Waarom moet je niet ophouden met actievoeren als je in het college zit? Het antwoord in een notendop: omdat het in de SP zo hoort, omdat het in je belang als afdelingsbestuur is, en omdat het geen wezenlijk verschil uitmaakt of je in het college zit of niet.

Tekst: Bernard Gerard Foto’s SP-Eindhoven

SP-fractielid in Eindhoven Bernard Gerard

Waarom elke SP-afdeling aan buitenparlementair werk moet doen

Een belangrijke vorm van buitenparlementair werk is ervoor zorgen dat mensen betrokken worden bij landelijke onderwerpen. Elke SP’er maakt deel uit van een landelijke politieke partij met landelijke standpunten. De SP-afdelingen worden door de bevolking van hun gemeenten ook op het landelijke beeld afgerekend. Het beeld dat mensen van ons hebben bepaal je ook in de afdeling. De AOW-discussie bijvoorbeeld staat niet op de gemeentelijke politieke agenda – en is daarmee zeker op gemeentelijk niveau buitenparlementair – maar je moet hem toch voeren. Dat heeft de afdeling Eindhoven (de auteur is SP-gemeenteraadslid in Eindhoven - red.) dan ook met veel inzet gedaan. We hebben aan veel van dit soort acties meegedaan: ‘De zorg geen markt’, de Meldweek Jeugdzorg van onze Provinciale Statenfractie, en ga zo maar door.

Accepteer dat sommige landelijke acties in jouw plaats niet werken. Eindhoven is landelijk beroemd om de manier, waarop de SP-wethouder de Wmo ingevoerd heeft. Het is een beetje moeilijk om dan aan de actie tegen de afbraak van de thuiszorg mee te doen. We hebben wel geprobeerd om in plaats daarvan een onderzoek onder het personeel te doen, maar dat liep niet. Omdat je niet aan alle landelijke acties mee kunt doen, is het handig als je als afdeling een eigen ‘actieportefeuille’ hebt. De afdeling Eindhoven heeft zowat altijd wel ideeën klaar liggen.

Variatie is essentieel

Het is belangrijk om zowel in onderwerpkeuze als in aanbiedingsvorm niet eentonig te zijn. De wereld is groot en er staat steeds maar een klein deel van op de actuele gemeentelijke agenda. De interessesfeer van mensen en organisaties reikt van cultuur tot duurzaamheid, van sport tot bejaarden, van de derde wereld tot het vliegveld, van wijkvernieuwing tot zout strooien.

De aanbiedingsvorm reikt van de website tot het pamflet, van twitteren tot visueel opvallende demonstraties, van tv tot persoonlijk contact (overigens nog steeds de beste contactvorm).

Onze afdeling probeert die verscheidenheid te tonen. We voeren klassiek actie met een site en handtekeningen tegen de ongecontroleerde groei van ons regionale vliegveld, maar we hadden ook een visueel sterke actie met Duploblokjes voor gratis busvervoer voor 65-plussers. Een actie die we wonnen. We hebben meegedemonstreerd in een voorstad tegen het slopen van een bos in de Dommelvallei. Met Krista van Velzen en de lokale antimilitaristische organisatie hebben we gepost voor de Rabobank tegen de verkoop van korvetten aan Indonesië. De sloop van goedkope bejaardenwoningen in de Mascagnistraat hebben we omgezet gekregen in renovatie met klassiek buurtcomité-werk. Op andere momenten staan we bij de fabriekspoort met Solidair-kranten.

Betere standpunten

Buitenparlementair bezig zijn leidt bijna altijd tot nieuwe en tot betere standpunten in de parlementaire praktijk. De wisselwerking is zeer vruchtbaar. Daarom heeft onze afdeling het systematische buurtwerk weer teruggezet op de agenda van de afdeling. Onlangs nog, en dat terwijl we zelf in het college zitten en de PvdA-wethouder er niet altijd blij mee is. Het buurtwerk stond al op de agenda van de afdeling, maar niet krachtig en systematisch genoeg.

Pas geleden heeft onze afdeling een buurtonderzoek gedaan naar de verkoop van betaalbare huurwoningen in een jaren 60-wijk. Die verkoop liep niet en leidde tot, soms langdurige, leegstand. De afdeling is zeer terughoudend over dit soort verkoop van huurwoningen, en de bewoners baalden van de leegstand. Daarom zette 80 procent van de bewoners een handtekening onder de eisen dat de verkoop voor twee jaar opgeschort moest worden, en dat leegstaande woningen weer verhuurd moesten worden. Daarmee is dit breedgedragen onderwerp nu eindelijk weer op de politieke agenda gekomen We hebben deze strijd trouwens nog niet gewonnen.

En dan is er de ‘bijvangst’ tijdens onderzoek; je hoort bijvoorbeeld verhalen over de slechte communicatie tussen de bewoners en de woningbouwvereniging. Dat het overleg bij voorkeur plaatsvindt met de koepels van huurdersverenigingen en niet met de huurdersverenigingen zelf. Als je alleen maar naar het participatie-verhaal van de wethouder in de Raad luistert, heb je goede kans dat je dat ontgaat.

Een ander voorbeeld is ons onderzoek naar de wereld van de straattaxi. We hadden geen zin om ons in deze onbekende wereld voor de gek te laten houden. Daarom zijn we zelf begonnen met interviews met taxichauffeurs. Dat is zeer informatief en mensen zijn meer geneigd naar je te luisteren als je met de betrokkenen zelf hebt gesproken.

Ook is het belangrijk om goed en intelligent te communiceren met bewoners en de fractie om mensen vast te houden. Daarmee kun je als afdeling waardevolle medewerkers aantrekken. Saaiheid is de dood in de pot voor een vrijwilligersorganisatie en domheid jaagt goede mensen weg. Hoe meer je als afdeling doet en hoe beter je het aanpakt, hoe groter de kans dat je een plek kunt vinden voor je nieuwe medewerkers en hoe groter de kans dat ze zich aangesproken voelen en blijven. Betrokkenheid, verscheidenheid en uitdaging zijn voor een vrijwilligersorganisatie als de onze zoiets als primaire arbeidsvoorwaarden.

De AOW-dicussie staat niet op de gemeentelijke politieke agenda, maar je moet hem toch voeren

In vorm blijven

De bovengenoemde algemene redenen gelden ook als je in het gemeentebestuur zit. Bovendien zit je niet eeuwig in het college. Het CDA in Weerselo handhaafde zich decennia met Albanese verkiezingscijfers, maar dat is een uitzondering. De lokale politiek is een tamelijk onbestendige omgeving en de kans op een breuk is ongeveer even groot als de kans op een echtscheiding. Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid en een slimme afdeling ook. Voor je het weet zit je weer in de oppositie en dan moet je niet vergeten zijn hoe actievoeren ook al weer moest. Je moet in vorm blijven.

Dat wij van plan waren om ook buitenparlementair actief te blijven, heeft in de coalitiebesprekingen trouwens geen rol gespeeld. Er zijn ons in deze geen eisen gesteld, dus ook niet dat we moesten stoppen met actievoeren. Men weet wel dat buitenparlementair werk bij de SP hoort. Wel wordt van ons (terecht) verwacht, dat wij onze overeengekomen verplichtingen nakomen. In hoofdlijnen bleek dat niet echt moeilijk, omdat we er een goede overeenkomst uitgesleept hebben. Verder verwacht men van ons (zonder dat dat met zoveel woorden gezegd is) bij ‘vrije’ zaken enig politiek verstand in de uitvoering.

Collegedeelname is geen harmonisch huwelijk. Het is voortdurend duwen en trekken tussen collegeleden en collegepartijen om je naar voren te ellebogen. Dat heet profileren. Dat is een alledaagse tak van sport. Zolang je niet al te opvallend op wethouder Hekking van Juinen gaat lijken, is het aanvaardbaar en zelfs je plicht. Een sappige actie is dan nooit weg. Een coalitieprogramma zoals ons Program van Samenwerking heeft niet het eeuwige leven. Het huidige Eindhovense Program is geschreven in 2006. De toestand in de wereld eind 2009 was toen nog ondenkbaar. Er staat weinig in over duurzaamheid en niets over de kredietcrisis. Op alle gebieden, waarop het Program van Samenwerking niets zegt, is het binnen zekere grenzen vrij worstelen.

De SP heeft bijvoorbeeld de stoot gegeven tot een conferentie over de invoering van het Cradle to cradle (afvalloos produceren) in de gemeentelijke politiek, evenals tot de uitbreiding van de energieneutrale ambities voor het lokale bedrijfsleven, en de basis gelegd onder de uitvoering van die conferentie. Dat is een duidelijk voorbeeld van politieke agendering. In een industriële voorhoederegio als Zuidoost-Brabant is dat van groot belang.

Ook binnen de afspraken kan het wringen. In het Program van Samenwerking is het vliegveld tot een open kwestie verklaard. Toen het Program geschreven werd, zag het er naar uit dat er in de komende vier jaar niet veel zou gebeuren. Naderhand pakte dat heel anders uit. De SP is organisatorisch de drijvende kracht in een samenwerkingsverband met milieugroepen en omwonenden om de groei van het vliegveld binnen de perken te houden. De verantwoordelijke wethouder is van de PvdA en binnen die partij is de uitbreiding sterk omstreden.

Duploblokjes: SP-ouderen in actie voor gratis openbaar vervoer

Je eigen wethouder uit de wind houden of lanceren

De verhouding met de eigen wethouder kan problemen geven, maar ook kansen. We wilden bijvoorbeeld meer aandacht voor het gebrekkige functioneren van de reïntegratiebedrijven en voor onaangekondigde huisbezoekingen bij onschuldige uitkeringsgerechtigden. Onze wethouder, die daarover ging, had daar geen probleem mee. Het kwam goed uit dat hij dan sterker stond tegenover de Sociale Dienst, toen nog een staat in de staat. We zijn gaan posten bij de kerstpakkettenuitreiking van het reïntegratiebedrijf Pluspunt en op de pauzeplek van een ander bedrijf, en we zijn uitkeringsgerechtigden gaan opzoeken bij de Voedselbank. Uiteindelijk leidde dat ertoe dat de onaangekondigde huisbezoekingen afgeschaft zijn (behalve als er uit andere bron een serieuze verdenking was), en dat de gemeente een groter deel van de reïntegratieactiviteiten in eigen beheer ging doen.

Met acties kun je ook een wethouder van een andere partij afremmen of zelfs ondersteunen – vergeet niet: soms doen ze het goed. Onze PvdA-wethouder van duurzaamheid lijkt het goed te doen zo lang het niet over het vliegveld gaat.

Houd de afdeling niet van actie af

Als je bestuurt, kan het zo zijn dat de coalitiegenoten verwachten dat de SP-wethouder de afdeling wel in toom zal houden. Bij ons heeft zich die situatie voor zover ik weet niet voorgedaan. Misschien verwachtte men enerzijds niet dat het zou helpen, anderzijds bleek dat de fractie zelf redelijk in staat was om zich in toom te houden. In dit soort situaties speelt ook vertrouwen (of het ontbreken daarvan) een rol.

Waarop moet je omgekeerd letten als je mogelijk je eigen college voor de voeten loopt? Het is niet echt logisch om actie te voeren voor een eis die de hele gemeentebegroting op zijn kop zet. De begroting een beetje oprekken of ergens een potje zoeken, kan soms wel. Zo heeft onze afdeling het bibliotheekfiliaal in de wijk Achtse Barrier open weten te houden. Dat vonden de buurtbewoners fijn en dat viel nog net te betalen.

Wij achtervolgen de PvdA-wethouder van Wonen en Ruimte hardnekkig met eigen onderzoek in wijken. Daar moet ze maar tegenkunnen als het onderzoek oprecht is en kwalitatief goed. We hebben zeer onlangs nog goed onderzoek gedaan naar huisjesmelkerij in de wijk De Bennekel in Zuid-Eindhoven, met als bijvangst dat er mogelijk hennepgeld wordt witgewassen. Daar moet het college maar wat mee doen. Dat is hun taak. Onze taak is om het zo aan te bieden dat er wat mee gedaan kan worden.

Praat!

Als er reden toe is, praat met de wethouder of met de coalitiepartners. Dat wil niet per definitie zeggen dat je hun standpunt over moet nemen, maar je kunt het wel aanhoren en kijken waar de grenzen liggen. En, je weet maar nooit, misschien hebben ze ergens wel gelijk. Onze fractie heeft coalitieberaad gehad over het vliegveld, en vervolgens toch de actie georganiseerd.

Kijk of een actie in stappen kan, of dat er een (al dan niet voorlopig) compromis mogelijk is.

De SP steunt in zijn algemeenheid bijvoorbeeld het parkeerbeleid van de PvdA-wethouder, maar heeft een ander standpunt over een onderdeel daarvan, het belanghebbenden-parkeren in woonwijken. Met dat standpunt zijn we in verschillende wijken actief geweest en dat viel goed. Het algemene beleid zit onze specifieke wens niet in de weg, maar er is voor die specifieke wens nu te weinig steun. We hebben dat naar de volgende periode geschoven en gaan vrolijk door met op dat punt onze mening te verkondigen.

Goed besturen en buitenparlementair werk bijten elkaar niet – als je er verstandig mee omgaat maakt het deelname aan het college alleen maar succesvoller.