Tribune 05/2012 :: Vakbondsvuur: schoonmakers bereiken opnieuw het onmogelijke

Tribune, mei 2012

Schoonmakers bereiken opnieuw het onmogelijke

Vakbondsvuur

SP-leider Emile Roemer feliciteert de uitgelaten stakers: ‘Jullie dwingen alweer respect af met jullie strijdlust.’

Tekst: Diederik Olders

De schoonmakers winnen. Net als in 2010. Maar liefst 105 stakingsdagen waren ervoor nodig, maar nu ligt er een cao-verbetering om u tegen te zeggen.

Khadija Tahiri is voorvrouw van schoonmaakbedrijf Hago in het BovenIJ ziekenhuis in Amsterdam, en daarnaast president van de Vakbond van Schoonmakers. Haar gezicht straalt, bij binnenkomst in de hal waar de schoonmakers diezelfde dag vóór het akkoord gaan stemmen. Ze heeft net met de actievoerende schoonmakers een overwinningsmars gelopen door de straten van Amsterdam. Tahiri: ‘De sfeer was geweldig. Veel Amsterdammers deden de ramen open en zwaaiden naar ons. Iedereen weet dat we gewonnen hebben.’ Tahiri heeft zelf aan de onderhandelingstafel gezeten waar het cao-akkoord de nacht ervoor is gesloten: ‘Het bleef tot het laatst spannend. Maar na uren onderhandelen hadden we een akkoord waarvan we wisten dat we het aan onze mensen konden laten zien.’ Volgens de president is er om één punt het hardst gevochten: het ziekteverzuim. Tahiri: ‘Schoonmakers krijgen hun eerste twee ziektedagen niet doorbetaald. Wij wilden daar vanaf, en net zo behandeld worden als andere werknemers. De bazen wilden daaraan de afgelopen twintig jaar helemaal niets veranderen, want ze dachten dat er dan meer ziekteverzuim zou komen. Met onze staking hebben we een groot experiment van een jaar afgedwongen. Duizenden schoonmakers worden doorbetaald bij de eerste ziektedagen. Ook worden zij beter begeleid en wordt er gekeken of de werkdruk niet te hoog is. Een onafhankelijke commissie gaat dan na een jaar kijken of de bazen gelijk hebben of wij. Als het verzuim niet omhoog gaat, of zoals wij zeggen zelfs omlaag gaat, gaat de verbetering voor iedereen gelden. Dat is dan ook goed voor de bazen!’ De vakbond heeft die verwachting onder andere omdat veel mensen nu niet kort uitzieken, maar gewoon doorwerken en daardoor juist langduriger ziek worden.

Op dinsdag 17 april hebben de stakende schoonmakers met een overweldigende meerderheid voor het nieuwe cao-akkoord gestemd. De belangrijkste punten van dat akkoord zijn een loonsverhoging van 4,85 procent in twee jaar, goede afspraken over opleidingsmogelijkheden, sneller ­zekerheid voor uitzendkrachten en werkdrukmetingen met als doel extreme werkdruk te voorkomen. Een geweldige vooruitgang voor de schoonmakers. SP-leider Emile Roemer feliciteert de schoonmakers tijdens hun bijeenkomst. Volgens Roemer laten zij zien dat werknemers de nullijn niet hoeven te accepteren en dat strijden en volhouden zin heeft. Roemer: ‘Ik hoop dat de schoonmakers een inspiratiebron voor anderen zullen zijn, zoals de politieagenten, de verpleegkundigen en de medewerkers van de sociale werkplaatsen.’

‘Schoonmakers lopen tegen een muur op’

Hijzelf zal blijven herhalen dat het de schoonmakers zijn, die het uiteindelijk zelf doen, maar net als in 2010 speelt vakbondsbestuurder en SP’er Ron Meyer een centrale rol in de succesvolle stakingsactie. Volgens hem hebben de schoonmakers gewonnen door de harten van mensen te winnen: ‘Als zelfs Jort Kelder zijn solidariteit betuigt, met een handschoen aan, dan krijg je een idee van hoeveel steun er was voor de stakers.’ Lang leek het of de sympathie van Nederland niet genoeg was. De werkgevers weigerden lang een fatsoenlijk bod op tafel te leggen. Zo lang dat de schoonmakersstaking van 105 dagen de langste sectorstaking sinds 1933 is geworden. Meyer legt uit waarom ze uiteindelijk overstag gingen: ‘Wij dreigden direct zaken te gaan doen met de opdrachtgevers. Veel mensen realiseren zich niet dat schoonmaakbedrijven onderdeel zijn van gigantische bedrijven zoals Goldman Sachs. Bij zulke giganten zijn de schoonmakers anoniem. Wij zeiden: dan gaan we afspraken maken met de NS, met Philips, met Schiphol, en slaan we jullie over. We hadden al opdrachtgevers klaarstaan die daar wel voor voelden. Zij beginnen ook door te krijgen dat de steeds goedkopere schoonmaak eigenlijk handel in gebakken lucht is. Het zijn de verzinsels van spreadsheet-managers. Op hun theoretische tekentafels is de schoonmaker een robot die ieder jaar nóg sneller kan. Met ‘Olympische voorbeelden’ als 3.000 vierkante meter stofzuigen per uur en 90 seconde voor een toiletruimte. In deze sector bestaan de kosten voor 85 procent uit loonkosten. Dan hoef je geen Einstein te zijn om te bedenken dat elk jaar 4 procent goedkoper volstrekt onmogelijk is. Ook niet door innovatie: de laatste innovatie is een nieuwe poetsdoek van vijftien jaar geleden.’

De serieuze dreiging dat ze ertussenuit zouden vallen, was het zetje om de schoonmaakbedrijven in een meer coöperatieve houding weer aan de onderhandelingstafel te krijgen. Meyer: ‘Nu hebben we een geweldige cao-verbetering. Maar als het nog een keer tot een uitbarsting komt, zie ik zomaar gebeuren dat we écht gaan organiseren dat schoonmakers weer bij de opdrachtgevers in dienst komen. Het herstellen van de sociale eenheid in een bedrijf heeft veel voordelen. Vroeger was het heel normaal dat de schoonmaker bij Philips na een tijdje klusjesman en dan monteur kon worden. Schoonmakers lopen nu vaak tegen een muur op.’

Schoonmakerspresident Khadija Tahiri tijdens de overwinningsmars in Amsterdam, samen met vakbondsbestuurders Mari Martens (links) en Ron Meyer (rechts) - foto: Roderick Polak/FNV

‘Niks grijs en saai!’

Volgens Meyer zit de stemming er nu goed in: ‘Dit geeft een energie-boost. Het toont aan dat het succes in 2010 geen eendagsvlieg was. Ons vakbondsvuur werkt, en het slaat over. Kijk bijvoorbeeld naar die dappere mensen die nu opstaan in de thuiszorg en de verpleging. Als de verpleegster in opstand komt, moet je je als samenleving achter de oren krabben. Zij weten door de schoonmakers dat het kán. De schoonmakers hebben nu de beste cao-verbetering van Nederland. Een van de mooiste punten die we hebben afgesproken is dat uitzendkrachten na een jaar in dienst komen bij het schoonmaakbedrijf. Wij zijn de enige sector waar dat is afgesproken. Op het moment dat we ja zeiden tegen het akkoord kregen honderden, zo niet duizenden, uitzendkrachten die al jaren in onzekerheid zaten in één klap een contract! Wij laten zo, in een van de armste sectoren, zien dat het kan. Dat je mensen niet als wegwerp-werkers hoeft te behandelen.’

De vakbonden zijn druk doende om de ‘nieuwe vakbond’ te vormen. Meyer weet zeker dat dit succes daar invloed op heeft: ‘De oude vakbond is dood, de nieuwe leeft. Het verhaal van de schoonmakers is óók het verhaal van de basisschooljuf, de caissière, de callcenter-medewerker en de thuiszorger. Die hebben ook met onzinnige efficiency en doorgeslagen managementdenken te maken.’

‘Ons vakbondsteam van schoonmaak-organizers is het jongste en cultureel meest diverse van alle teams. En het legioen stakers bestaat ook uit alle kleuren en leeftijden. Niks grijs en saai, zoals er vaak in de media over vakbonden wordt gesproken! Onze jonge vakbond is trots en moedig. En heeft lef. Het is een bond met bravoure. John, een van de treinschoonmakers uit Groningen, vertelde dat hij vroeger op verjaardagsfeestjes zei dat hij bij NedTrain werkt. Hij schaamde zich. Maar dat is veranderd; nu vertelt hij dat hij één van die trotse schoonmakers is. En hij is niet de enige. Om die power kunnen de kwartiermakers van de nieuwe vakbond niet heen.’