Tribune 05/2012 :: Hans van Heijningen: Er staat heel wat op het spel

Tribune, mei 2012

‘Er staat heel wat op het spel’

Tekst: Rob Janssen

Foto: Diederik Olders

Hij wil tijdens het XVIII Congres graag herkozen worden als algemeen secretaris van de SP: ‘Ik zie het als een voorrecht om de komende tijd een bijdrage te mogen leveren aan de verdere ontwikkeling van onze partij.’ De komende verkiezingen en de mogelijkheid om daarna een stempel te drukken op de toekomst van Nederland maken dat we een sterke en toekomstbestendige SP nodig hebben, aldus Hans van Heijningen.

‘De vraag of we gaan meeregeren is voor ons geen kwestie van aanschuiven en meedoen. Wij willen Nederland namelijk echt veranderen door de inkomensverschillen te verkleinen, de publieke sector in ere te herstellen, de bevolking meer te betrekken bij het bestuur en een eind te maken aan het uitspelen van autochtoon tegen allochtoon en van jong tegen oud. En iedereen weet dat je dat niet voor elkaar krijgt door in gemeenteraden en colleges te zitten, of in de Tweede Kamer of in de regering vertegenwoordigd te zijn. Daar is heel wat meer voor nodig. Dat maakt het zo belangrijk dat we onze actieve mensen en de bevolking van ons land goed informeren over wat er op het spel staat. Met een sterke SP zijn we in staat om te werken aan een beter Nederland. Duizenden SP’ers gaan de komende maanden met die boodschap de boer op om ervoor te zorgen dat we een grote verkiezingsoverwinning boeken en op die manier voorkomen dat rechts verder kan gaan met hun beleid van sociale afbraak of dat de middenpartijen met een vlees noch vis-beleid komen. Ons land staat voor belangrijke keuzes die ook voor de toekomst van onze kinderen van groot belang zijn.’

Zie jij de SP straks in het kabinet zitten?

‘Geloof me, als het gaat om de vraag of wij voldoende capabele mensen in huis hebben die het aankunnen om bijvoorbeeld minister of staatssecretaris te worden, dan is dat wel mijn kleinste zorg. Dat gaat goed komen. Wat mij betreft is de grote vraag of we als partij voldoende geworteld zijn in het land om zo’n ingrijpende stap als regeringsdeelname te maken? We hebben als partij een dubbele opdracht. En die is niet alleen ervoor zorgen dat we capabele bestuurders naar voren schuiven, maar ook dat de mensen – vanuit vakbonden en andere maatschappelijke organisaties – in beweging komen en voor hun belangen opkomen.’

Maar juist daarin heeft de partij toch veel geïnvesteerd?

‘Zeker, en als ik ergens trots op ben, dan is het wel dat het ons bijvoorbeeld gelukt is om in de grote steden binnen 24 uur mensen te organiseren om de stakingsacties van bijvoorbeeld de schoonmakers te steunen. We weten ons met succes te verbinden met de mensen die in beweging komen. Van thuiszorgmedewerkers tot leerkrachten en van huisartsen tot agenten, de SP verbindt zich met mensen die in beweging komen voor fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden, respect en beroepseer. Dat is iets waar we van de ene kant trots op mogen zijn, en wat van de andere kant vereist dat we daar dagelijks werk van maken.’

Wat moet er dan gebeuren?

‘We hebben nu 150 lokale afdelingen en zijn hard op weg om dat aantal uit te breiden. Maar in veel afdelingen moeten we zeker nog stappen vooruit zetten als het gaat om het oppakken van lokale kwesties, om aansluiting te vinden bij punten van onvrede, om samen met mensen op te trekken. En door die mensen ook gezíén te worden als de partij die het opneemt voor de belangen van gewone mensen.’

Maar het XV Congres in 2007 heette ‘Fundamenten Versterken’ en de uitvoering van de afspraken die toen gemaakt zijn komt ter sprake op het XVIII Congres in juni. Zijn die fundamenten dan eigenlijk wel versterkt?

‘Op een aantal terreinen hebben we zeker stappen vooruit gezet. Niet alleen door het optreden van Emile, maar ook door onze activisten in het land krijgen steeds meer mensen vertrouwen in onze partij. Zonder rare spelletjes te spelen maar door duidelijke standpunten te koppelen aan overtuigend optreden zijn we er bijvoorbeeld in geslaagd om onze invloed binnen de vakbonden te vergroten. Daarnaast hebben we de afgelopen jaren als partij bewezen dat we in staat zijn verantwoordelijkheid te dragen; we hebben bewezen dat we kunnen besturen. Praten we over de versterking van afdelingen, dan moet er nog veel gebeuren. Dat heeft vooral te maken met het hoge verloop binnen de afdelingen. Mensen zijn druk met hun werk, hun gezinsleven, zorgtaken en hebben vaak beperkte mogelijkheden om actief te zijn. We hebben meer mensen nodig die er, laat ik zeggen, voor tien, twintig jaar of langer voor tekenen. Op te veel plekken komen mensen aan de voorkant binnen, terwijl er aan de achterkant weer mensen uit lopen.’

Hoe voorkomen we dat?

‘Eerst dit: de sterke positie die de SP op heeft weten te bouwen is te danken aan de inzet van duizenden mensen voor wie de partij en het politiek activisme een rode draad zijn in hun leven. Deze mensen die zich realiseren dat ze bijdragen aan iets wat groter is dan zijzelf en hun eigen kleine omgeving vormen de kern van de partij en de mobilisatie. Dat maakt het belangrijk dat we partijleden scholen, motiveren en inspireren. We moeten onze kaderleden stimuleren om na te denken over wat er op het spel staat en hoe hun dagelijkse activiteiten zich verhouden tot dat grotere verhaal. Het gaat om het bewustzijn van: waar zijn wij mee bezig en hoe ontwikkelen dingen zich? Dat is iets waar je continu mee bezig moet zijn. Dat geldt niet alleen voor onze actieve kaderleden maar ook voor onze medewerkers op het partij-bureau. Als het SP-personeel zich er niet van bewust is dat er iets op het spel staat en dat het belangrijkste nog moet komen, dan worden we een gewone partij en op die manier redden we het niet. Het is zaak om het vuur brandend te houden in plaats van op de automatische piloot te opereren en te vervallen in gemakzucht en routine. Want ik denk dat dat het grootste gevaar is dat we als partij lopen.’

Oké, de automatische piloot staat uit. En nu?

‘Allereerst hebben we het op ons volgende congres over de vraag waar we voor staan en wat onze uitgangspunten zijn. En vervolgens kijken we hoe we die uitgangspunten om gaan zetten in dingen dóen. Die twee aspecten kun je niet los van elkaar zien. Als je dingen doet zonder na te denken, zonder te lezen, zonder te discussiëren, dan ben je een blind werkpaard. En als je anderzijds alleen maar praat over de wereld en niks doet, dan verandert er niks. De meerwaarde zit ’m in die permanente verbinding van praktijk en theorie. Dat is de reden waarom de partij zoveel belang hecht aan scholing. Maar goed, als het gaat om scholing heb je het ook over alles wat je moet leren om effectiever te opereren: op straat, in de gemeenteraad, hoe maak je een afdelingskrant, een lokale website, hoe ga je als afdeling met de centen om, enzovoorts. Er zijn in de politiek weinig thema’s waarop je het redt zonder verdieping en scholing.’

Heb je vertrouwen in de missie zoals je die zojuist hebt geschetst?

‘Weet je, als ik in de spiegel kijk realiseer ik me dat ik met mijn 59 jaar bij de ouderen begin te horen. Een raar idee, waar ik nog steeds een beetje aan moet wennen. Maar als ik zie wat voor potentie wij hebben aan jonge toegewijde mensen, onze jonge Kamerleden maar ook onze jonge activisten op tal van plekken, dan heb ik veel vertrouwen in de toekomst van onze partij. Dan zie ik dat we niet alleen bezig zijn met vandaag en morgen, maar ook met die langere termijn. Ik ben ervan overtuigd dat de investeringen die we vandaag doen in de versterking van onze partij zich vroeg of laat uit gaan betalen. In dat opzicht zijn we realisten in het heden en optimisten wat betreft de toekomst.’